30 597 Toekomst AWBZ

Nr. 369 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2013

De Vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij op 27 juni 2013 verzocht om een reactie op de brief van de NZa van 30 mei jl aan mij over de ontwikkeling van de contracteerruimte AWBZ 2013. Ik wil gaarne aan dit verzoek voldoen.

In de AWBZ wordt vooraf het budget vastgesteld dat in enig jaar beschikbaar is voor de uitvoering van de AWBZ met betrekking tot de zorg die wordt verstrekt in natura (de zogenaamde contracteerruimte). In 2013 is de contracteerruimte vastgesteld op € 21, 8 mld. Vervolgens worden de beschikbare bedragen verdeeld over de 32 zorgregio’s, zodat de zorgkantoren voor 1 november voorafgaand aan het betreffende zorgjaar afspraken kunnen maken met de zorgaanbieders voor het leveren van AWBZ zorg.

Omdat de feitelijke kostenontwikkeling en de verdeling over de sectoren kan afwijken van de verwachtingen, maak ik gebruik van twee instrumenten. Naast een monitor door de NZa heb ik een bedrag (van in 2013 € 171,5 mln) nog niet toegedeeld aan de contracteerruimte. Dit zijn de zogeheten herverdelingmiddelen.

Elk jaar brengt de NZa een advies uit over de ontwikkeling van de zorguitgaven in relatie tot de omvang van de contracteerruimte. De Nza adviseert mij dan op welke wijze de herverdelingsmiddelen het beste kunnen worden ingezet.

Dit is een werkwijze die alle vele jaren wordt gevolgd. Veelal volg ik het NZa advies en geef toestemming om de herverdelingsmiddelen aan de contracteerruimte toe te voegen. Zorgkantoren kunnen dan tot 1 november in het lopende jaar aanvullende afspraken maken met zorgaanbieders en zo aan hun zorgplicht voldoen.

Ook dit jaar wordt deze procedure gevolgd. De NZa heeft in haar advies aangegeven dat het huidige niveau van de contracteerruimte onvoldoende is om aan de zorgplicht te voldoen. Als het NZa advies wordt gevolgd verwacht de NZa echter dat 2013 binnen de beschikbare contracteerruimte kan worden afgerond1

In het advies stelt de NZa voor om naast de inzet van de herverdelingsmiddelen ook de margeregeling open te stellen en meer flexibiliteit te bieden bij de uitwisseling tussen geoormerkte en niet geoormerkte gelden binnen de contracteerruimte.

Ik zal binnenkort op dit advies reageren. Mijn intentie is om de herverdelingsmiddelen toe te kennen en ook de flexibiliteit tussen de verschillende onderdelen van de contracteerruimte te vergroten conform het advies van de NZa.

Ik heb nog aarzelingen bij het openstellen van de margeregeling. De margeregeling houdt in dat zorgkantoren 0,5% ruimte krijgen om meer afspraken de maken dan de omvang van de contracteerruimte. Dit vanuit de verwachting dat een deel van de contracteerruimte bij de eindafrekening niet blijkt te zijn benut. Openstellen van de contracteerruimte heeft echter het risico in zich dat toch een overschrijding zal plaatsvinden van het kader, als blijkt dat de onderbenutting van de contracteerruimte minder is dan op basis van historische gegevens mocht worden verwacht.

Gezien de ernstige financiële situatie waarin ons land zich momenteel bevindt, vind ik het niet verantwoord om thans een risico in te bouwen op kostenoverschrijding in de AWBZ. Daarbij speelt ook dat zorgkantoren minder gebruik hoeven te maken van de margeregeling als het hen lukt om de contracteerruimte volledig te benutten. De NZa stelt immers dat in totaliteit de contracteerruimte niet zal worden overschreden.

Ik wil daarom het besluit over de margeregeling aanhouden. Ik zal de NZa vragen de AWBZ uitgaven te blijven monitoren en aan te geven als knelpunten zich zouden gaan aandienen. In het najaar kan ik dan alsnog bezien of inzet van de margeregeling noodzakelijk is.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

NZa advies Contracteerruimte 2013, blz. 51; 30 mei 2013.

Naar boven