30 597 Toekomst AWBZ

Nr. 185 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2011

Het LOC heeft u een brief geschreven waarin zij aangeven zich zorgen te maken over de verschillende regelingen bij ziekenhuisopname binnen de AWBZ. Niet alleen het LOC zet hier vraagtekens bij, maar ook verschillende Kamerleden hebben hier schriftelijke vragen over gesteld (2011Z00628/2011Z00692). Op uw verzoek reageer ik op de inhoud van de brief van het LOC.

In de huidige regeling is het inderdaad zo dat het verpleeghuis geen vergoeding ontvangt voor de cliënt die is opgenomen in het ziekenhuis. Dit is een oude regeling, waarvan ik zelf ook vind dat hier een verbetering in moet komen. Om hiervoor een gedegen regeling te treffen, heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een onderzoek uitgezet naar aan- en afwezigheidsdagen. PricewaterhouseCoopers (PwC) onderzoekt momenteel de knelpunten die de huidige aan- en afwezigheidsregels opleveren en formuleert mogelijke oplossingsrichtingen.

Het LOC geeft aan dat zij tot een pijnlijk compromis zijn gekomen door in de leveringsvoorwaarden vast te leggen, dat een verpleeghuis de leeggekomen kamer in verband met een ziekenhuisopname, veertien dagen vasthoudt voor de cliënt. Zij zijn tot dit besluit gekomen omdat er anders helemaal niets geregeld was en de cliënt op dag 1 zijn kamer al kwijt kon raken. Ik kan mij de zorgen van het LOC goed voorstellen en hoop dat het onderzoek van de NZa aanknopingspunten biedt om samen met de betrokken veldpartijen tot een oplossing te komen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Naar boven