30 597 Toekomst AWBZ

Nr. 165 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2011

Met deze brief voldoe ik aan de toezegging die gedaan is in reactie op de motie van het lid Leijten (SP) (Kamerstukken II 2009/10, 32 123 XVI, nr. 42) om begin 2011 in te gaan op de vraag in hoeverre mensen afzien van begeleiding als gevolg van de invoering van een eigen bijdrage voor die zorg in natura per 21 juni 2010.

In de brief van 4 mei 2010 (Kamerstukken II 2009/10, 32 123 XVI, nr. 133, en in antwoorden op vragen van het lid Leijten (Kamerstukken II 2009/10, Aanhangselnr. 3299) is aangegeven, dat de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) als onderdeel van het in beeld brengen van de cliëntervaringen met betrekking tot de pakketmaatregelen ook zal onderzoeken of de NPCF kan aangeven in hoeverre mensen door de invoering van de eigen bijdrage afzien van begeleiding.

De NPCF heeft mij eind november 2010 een memo gestuurd over de eigen bijdrage begeleiding die gebaseerd is op de vierde meldactie AWBZ die in oktober 2010 heeft plaatsgevonden. Deze meldactie is onderdeel van de Cliëntmonitor Langdurige zorg 2009–2010. Een kopie van deze memo treft u bijgaand aan1.

In deze memo wordt over de vraag in hoeverre mensen door de invoering van de eigen bijdrage afzien van begeleiding geconcludeerd dat een kwart van de mensen overweegt om de begeleiding stop te zetten of de begeleiding inmiddels heeft stopgezet.

Voor mij staat voorop dat mensen die de zorg echt nodig hebben, die ook kunnen ontvangen. De eigen bijdrage is bedoeld om mensen te stimuleren de afweging te maken of zij de zorg echt nodig hebben. In de memo van de NPCF wordt dan ook terecht geconcludeerd dat de eigen bijdrage door de overheid bewust is ingezet vanwege de remmende werking die er vanuit gaat. Daarnaast is het doel van de eigen bijdrage een stukje medefinanciering van de zorg door gebruikers. Het heffen van een eigen bijdrage is noodzakelijk om de AWBZ betaalbaar te houden. Voor mensen die zorg ontvangen, moet de verschuldigde bijdrage echter wel op te brengen zijn. Daarom is de hoogte van de bijdrage afhankelijk van het inkomen. Er wordt dus rekening gehouden met de draagkracht van betrokkenen.

Het heffen van een eigen bijdrage is dus niet alleen noodzakelijk, maar ook verantwoord.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven