nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het in
de openbaarheid ontkennen, op grove wijze bagatelliseren, goedkeuren of rechtvaardigen
van volkerenmoord en misdrijven tegen de menselijkheid met het oogmerk aan
te zetten tot haat, discriminatie of geweld tegen persoon of goed van mensen
wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hun geslacht of hun
hetero- en homoseksuele gerichtheid, of terwijl het vermoeden bestaat of redelijkerwijs
moet bestaan dat daarmee een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of
levensovertuiging of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid worden beledigd,
strafbaar te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 137d wordt een nieuw artikel ingevoegd:
Artikel 137da
1. Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding,
handelingen van volkerenmoord of misdrijven tegen de menselijkheid als bedoeld
in de artikelen 6 en 7 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal
Strafhof ontkent, op grove wijze bagatelliseert, goedkeurt of rechtvaardigt
met het oogmerk aan te zetten tot haat tegen of discriminatie van mensen of
gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun
godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- en homoseksuele
gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of
geldboete van de derde categorie.
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die in het openbaar, mondeling
of bij geschrift of afbeelding, handelingen van volkerenmoord of misdrijven
tegen de menselijkheid als bedoeld in de artikelen 6 en 7 van het Statuut
van Rome inzake van het Internationaal Strafhof ontkent, op grove wijze bagatelliseert,
goedkeurt of rechtvaardigt, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden
dat hij daarmee een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging
of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid beledigt.
3. Indien deze feiten worden gepleegd door een persoon die daarvan
een beroep of gewoonte maakt of door twee of meer verenigde personen wordt
gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie
opgelegd.
ARTIKEL II
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 67, eerste lid, onder b, wordt na «artikel 137d, tweede
lid,» ingevoegd: artikel 137da, derde lid,.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,