30 573 Migratiebeleid

Nr.58 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 10 december 2010

De Algemene commissie voor Immigratie en Asiel1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Immigratie en Asiel bij brief van 18 november 2010 inzake opheffing visumplicht Albanië en Bosnië- Herzegovina (2010Z16950/2010D45935).

De bewindspersoon heeft deze vragen beantwoord bij brief van 8 december 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Brinkman

De griffier van de commissie,

Dortmans

1 en 2

Is artikel 78 lid 3 van het Verdrag van Lissabon de formele rechtsgrondslag voor een follow-up mechanism?

Wat is er juridisch nieuw aan het follow-up mechanism inzake de visumvrijstelling voor Albanië en Bosnië in vergelijking met artikel 78 lid 3? Waarom zou dit «bevochten» moeten zijn als het al gewoon in het verdrag staat?

Artikel 78 lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) biedt een grondslag voor de Europese Unie om maatregelen te nemen indien een of meerdere lidstaten ten gevolge van een plotselinge toestroom van derdelanders in een noodsituatie terechtkomen. Dit artikel vormt de grondslag voor het follow-up mechanisme op het terrein van visumliberalisatie dat de Commissie in haar verklaring heeft opgenomen.

Het follow-up mechanisme betekent dat de ontwikkelingen van alle landen van de Westelijke Balkan op het terrein van grensbeheer, veiligheid van documenten, strijd tegen georganiseerde criminaliteit en corruptie gemonitord zullen worden. Deze follow-up zal deel uitmaken van de jaarlijkse voortgangsverslagen van de Commissie over de stand van zaken bij de hervormingen in deze landen. Daarnaast komt de follow-up systematisch aan de orde in comités die bevoegd zijn voor de stabilisatie- en associatieovereenkomsten.

Op uitdrukkelijk verzoek van Nederland is door de Commissie in haar verklaring daarnaast een expliciete link gelegd tussen problemen ten gevolge van een plotselinge toestroom en artikel 78, lid 3 VWEU. Op verzoek van Nederland is ook expliciet de mogelijkheid opgenomen om indien nodig snel over te kunnen gaan tot opschorting van de visumliberalisatie. Deze maatregel kan niet alleen worden ingeroepen voor Bosnië-Herzegovina en Albanië, maar ook voor de andere landen op de Westelijke Balkan. Bovendien komt er een spoedoverleg om maatregelen te bespreken indien er zich problemen voordoen met de instroom van personen uit de landen van de Westelijke Balkan. Dit is een belangrijk signaal naar de landen waarom het gaat.

3

Wat is precies het verschil tussen een veiligheidsklep, een noodremprocedure en het formele follow up mechanism?

«Veiligheidsklep» en «noodremprocedure» zijn kwalificaties die zijn gegeven aan de mogelijkheid die bestaat voor de Europese Commissie om een voorstel in te dienen bij de Raad om «snel over te gaan tot opschorting» van de visumliberalisatie voor onderdanen van landen van de Westelijke Balkan in geval van een plotselinge toestroom. Deze mogelijkheid staat beschreven in de Verklaring van de Commissie. Deze bijzondere procedure is daarmee een onderdeel van het follow up of monitorings-mechanisme dat de Commissie ten uitvoer zal leggen, en verbindt er concrete gevolgen aan.

4

Kan de minister aangeven wat de gebruikelijke Nederlandse vertaling is van «follow-up mechanism»?

Door de Europese Commissie wordt in de Nederlandse vertaling de term «follow-up mechanisme» gebruikt.

5

Welke criteria gelden voor de noodremprocedure? Wanneer is er sprake van «massale vestiging» van inwoners uit Albanië en Bosnië? Wat moet er gebeuren zodat Nederland de noodremprocedure in werking stelt? Hoe lang geldt de noodremprocedure? Moeten alle lidstaten instemmen, of kan het per lidstaat geregeld worden?

Wat betreft de veiligheidsklep is het zo dat artikel 78, lid 3 VWEU niet spreekt van een «massale vestiging» maar van een «plotselinge toestroom». In haar verklaring spreekt de Commissie over «bijzondere problemen in verband met instroom van personen uit de landen van de Westelijke Balkan».

Nederland stelt de procedure niet in werking, het initiatief daarvoor ligt bij de Commissie. Natuurlijk kan Nederland de Commissie wel verzoeken om met een voorstel te komen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid. Een besluit kan ten gunste van één of meerdere lidstaten komen.

6

Hoe en waar is de afspraak over de noodremprocedure tussen de EU-lidstaten formeel vastgelegd?

Dit is vastgelegd in de verklaring van de Commissie.

7

Klopt het bericht dat Frankrijk al in september en als eerste verzet heeft aangetekend tegen visumvrijstelling? Zo ja, welke lidstaten steunden dit verzoek, en wanneer was dit?

Op 14 september 2010 kondigde de Commissie aan dat Albanië en Bosnië-Herzegovina voldoen aan de eisen voor visumliberalisatie. Op dat moment was er een aantal lidstaten dat daar kritisch op reageerde. Onder de lidstaten die hier kritisch op reageerden bevonden zich zowel Nederland als Frankrijk. Daarnaast waren ook Duitsland en Oostenrijk kritisch, maar zij hebben snel in het proces hun steun aan het voorstel van de Commissie gegeven.

8

In welke documenten is terug te vinden dat de Nederlandse regering al in september en oktober actief hebben gewerkt aan het tegengaan van visumvrijstelling?

De Nederlandse positie is vastgelegd in instructies en verslagen van ambtelijke vergaderingen zoals het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (COREPER) en Raadswerkgroepen.

9

Klopt het bericht in buitenlandse kranten dat Nederland niet leading was om visumvrijstelling tegen te houden maar dat het initiatief lag bij Frankrijk en Duitsland?

Nee. Een klein groepje landen is kritisch geweest vanaf het moment dat de Commissie aankondigde dat Albanië en Bosnië-Herzegovina zouden voldoen aan de eisen voor visumliberalisatie. Nederland hoorde daar vanaf het begin bij. Op het moment van overleg met uw Kamer was echter duidelijk dat alle andere lidstaten hun bezwaren tegen de opheffing van de visumliberalisatie hadden opgegeven, vanwege het door de Commissie voorgestelde follow-up mechanisme. Mede door de argumenten die door de leden van de Kamercommissie tijdens het AO werden geuit, voelde ik mij gesterkt in het streven om naast een follow-up mechanisme ook te pleiten voor het expliciet opnemen van de mogelijkheid om snel over te gaan tot opschorting van de visumliberalisatie, opdat er ook concrete gevolgen zouden zijn in het geval zich problemen voordoen. Na mijn interventie in de Raad, sloten verschillende landen zich daarbij aan.

10

Geldt het follow-up mechanisme alleen voor Albanië en Bosnië of ook voor andere landen met een visumvrijstelling zoals Servië en Macedonië?

Dit mechanisme is ook van toepassing op de landen uit de Westelijke Balkan die vanaf december 2009 visumliberalisatie genieten, te weten Servië, Montenegro en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Ook dat gegeven droeg ertoe bij dat Nederland het verantwoord achtte om in te stemmen met het besluit.

11

Wat is precies het inhoudelijke verschil tussen hetgeen al in het verdrag van Lissabon is afgesproken en wat is door u «afgedwongen»?

Artikel 78, lid 3 VWEU biedt een formele grondslag voor het nemen van maatregelen op het terrein van asiel en migratie, indien een of meerdere lidstaten ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen in een noodsituatie terecht komen.

In de verklaring van de Commissie is aan deze mogelijkheid gerefereerd. Het feit dat de Commissie in haar verklaring expliciet toevoegt dat dit kan betekenen dat de visumplicht opnieuw kan worden ingevoerd, heeft grote politieke betekenis. Dit verbindt concrete gevolgen aan het mechanisme voor monitoring.

12

Zijn er signalen, bijvoorbeeld van de Arbeidsinspectie, dat er in 2010 een toename is van het aantal Serviërs, Montenegrijnen en Macedoniërs dat illegaal werkend of gevestigd is aangetroffen?

De Arbeidsinspectie heeft in zowel 2008 als in 2009 drie illegaal tewerkgestelde Serviërs aangetroffen. In 2010 is geen illegaal tewerkgestelde Serviër aangetroffen. In 2008 en 2009 zijn geen illegaal tewerkgestelde Montenegrijnen aangetroffen; in 2010 is er een aangetroffen. Het aantal illegaal tewerkgestelde Macedoniërs bedraagt twee in 2008, vier in 2009 en 68 in 2010. Van deze 68 illegaal tewerkgestelde Macedoniërs waren er 67 vanuit Duitsland gedetacheerd bij dezelfde werkgever. Deze controle vond plaats in februari 2010. Afgezien hiervan is er geen toename te zien in het aantal illegaal tewerkgestelden uit genoemde landen.

13

Is de Arbeidsinspectie voldoende toegerust om een mogelijke toename van het aantal Bosniërs en Albanezen te kunnen ondervangen in haar werkzaamheden, mede gelet op de bezuinigingen van het nieuwe kabinet op die Inspectie?

De Arbeidsinspectie controleert werkgevers op de naleving van de Wet arbeid vreemdelingen. Dit gebeurt op basis van risicoanalyse. Een eventuele toename van illegale tewerkstelling met werknemers uit genoemde landen zal naar verwachting plaatsvinden in dezelfde sectoren waar de Arbeidsinspectie nu controleert. Het toezicht hierop maakt onderdeel uit van de reguliere controles van de Arbeidsinspectie. Over de omvang en inhoud van de reductietaakstelling voor het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid moet nog nadere besluitvorming plaatsvinden. Op voorhand is niet bekend welke gevolgen dit voor de inspectiecapaciteit van de Arbeidsinspectie zal hebben.

14

Hoe schat u de aantallen Bosniërs en Albaniërs in die als gevolg van de visumvrijstelling naar Nederland zouden kunnen reizen? Hoe is de positie van Nederland in dat opzicht t.o.v. andere Europese landen, mede gelet op de bestaande grootte van beide groepen inwoners in Nederland?

Het gaat hier om de liberalisatie van visa voor kort verblijf (tot 90 dagen) voor houders van een biometrisch paspoort. Bij het passeren van de Schengenbuitengrens vindt grenscontrole plaats. Na de termijn van 90 dagen moet het Schengengebied worden verlaten. Voor verblijfsvergunningen voor langere tijd gelden andere vereisten. Een van de belangrijke voorwaarden van visumvrijstelling is dat de betrokken landen een terug- en overname overeenkomst met de EU afsloten. In die overeenkomst verplichten deze landen zich om eigen burgers terug te nemen die niet of niet langer beschikken over rechtmatig verblijf in de EU. Deze verplichting geldt zowel voor eigen burgers als voor mensen uit derde landen of statenloze burgers die via het grondgebied van deze landen de EU zijn binnengereisd. In de praktijk loopt de samenwerking op het terrein van terugkeer met deze landen goed.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Staaij, C.G. van der (SGP), Dijsselbloem, J.R.V.A. (PvdA), Sterk, W.R.C. (CDA), Bochove, B.J. van (CDA), Aptroot, Ch.B. (VVD), Dam, M.H.P. van (PvdA), Knops, R.W. (CDA), Brinkman, H. (PVV), Voorzitter, Voordewind, J.S. (CU), Spekman, J.L. (PvdA), Thieme, M.L. (PvdD), Fritsma, S.R. (PVV), Karabulut, S. (SP), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Dibi, T. (GL), Kuiken, A.H. (PvdA), Ondervoorzitter, Berndsen, M.A. (D66), Nieuwenhuizen, C. van (VVD), Schouw, A.G. (D66), Steur, G.A. van der (VVD), Klaveren, J.J. van (PVV), Taverne, J. (VVD) en Vacature, GL ().

Plv. leden: Dijkgraaf, E. (SGP), Arib, K. (PvdA), Çörüz, C. (CDA), Omtzigt, P.H. (CDA), Liefde, B.C. de (VVD), Çelik, M. (PvdA), Smilde, M.C.A. (CDA), Elissen, A. (PVV), Ortega-Martijn, C.A. (CU), Dekken, T.R. van (PvdA), Ouwehand, E. (PvdD), Bontes, L. (PVV), Wit, J.M.A.M. de (SP), Kooiman, C.J.E. (SP), Sap, J.C.M. (GL), Jadnanansing, T.M. (PvdA), Hachchi, W. (D66), Azmani, M. (VVD), Pechtold, A. (D66), Venrooy-van Ark, T. (VVD), Kortenoeven, W.R.F. (PVV), Schaart, A.H.M. (VVD) en Halsema, F. (GL).

Naar boven