30 573 Migratiebeleid

Nr. 57 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2010

Hierbij informeer ik u over de voortgang van het modern migratiebeleid. Bij de behandeling van het wetsvoorstel modern migratiebeleid in de Tweede Kamer en Eerste Kamer hebben de toenmalige Staatssecretaris van Justitie, respectievelijk de toenmalige Minister van Justitie de verwachting uitgesproken dat deze wet op 1 januari 2011 in werking zou treden. Daarbij hebben zij aangegeven dat een succesvolle implementatie van INDiGO, het nieuwe informatiesysteem van de IND, een randvoorwaarde is voor de inwerkingtreding van de wet.

Het doel van de Wet modern migratiebeleid is om te komen tot een efficiëntere uitvoering en handhaving van de Vreemdelingenwet 2000. De wet voorziet in toelatingsprocedures die snel, doeltreffend en beheersbaar zijn, waarbij het instrumentarium voor controle en handhaving wordt uitgebreid. Deze doelen worden bereikt door onder meer:

  • een betere aansluiting van de procedure tot afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf op die van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd;

  • versterking van de rol van de referent in het reguliere vreemdelingenrecht (de referent is de persoon of organisatie die de vreemdeling naar Nederland wil laten overkomen) en

  • vereenvoudiging van het stelsel van beperkingen waaronder de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kan worden verleend.

Voorts biedt de Wet modern migratiebeleid een stelsel van erkenning van referenten, waarmee betrouwbare bedrijven en instellingen toegang kunnen krijgen tot kortere toelatingsprocedures. De wet introduceert nieuwe handhavingsinstrumenten als bestuurlijke boetes en kostenverhaal. De rol van de referent wordt bovendien minder vrijblijvend door de introductie van zorgplichten, informatieplichten en administratieplichten, waardoor een versterking van het toezicht noodzakelijk is. Daarbij zal de IND zoveel mogelijk gebruik maken van informatie die bij andere overheidsinstanties aanwezig is.

Zowel bij de toelatingsprocedures als bij de handhaving zoals voorzien in het modern migratiebeleid, speelt INDiGO een cruciale rol. De ontwikkeling en implementatie van INDiGO is zowel in technische als in organisatorische zin een veelomvattend traject, ook vanwege de complexiteit van de gegevensuitwisseling met de ketenpartners en het volume uit te wisselen gegevens.

De ontwikkeling van het programma INDiGO is grotendeels gerealiseerd. Inmiddels is een nieuwe fase aangebroken, die van de implementatie.

Deze nieuwe fase is gestart in het voorjaar van 2010 met het in de gehele organisatie gefaseerd implementeren van een van de onderdelen van het programma, te weten het digitaal dossier en de daarbij behorende ketenkoppelingen. De organisatie van de IND maakt zich deze nieuwe werkwijze momenteel in haar werkprocessen eigen.

De andere functionaliteiten van INDiGO (behandelplannen en ketenkoppelingen) zijn ontwikkeld en zullen de komende periode worden geïmplementeerd. «Kwaliteit gaat voor snelheid» is daarbij het uitgangspunt. De IND besteedt daarom veel aandacht aan de testfase. De testfase is de fase waarin de omzetting plaatsvindt van de ontwikkelde onderdelen naar de productieomgeving. Hierbij is de integriteit van gegevens een wezenlijk toetspunt.

Het is naar mijn mening essentieel dat er uiterst zorgvuldig wordt gewerkt. Hierbij moet de IND kunnen vertrouwen op de correcte en snelle verwerking van gegevens in INDiGO. Indien de IND dat vertrouwen niet heeft kan ik niet voor de verdere ingebruikname ervan instaan.

Bij het opschalen van het gebruik van het digitaal dossier en de bijbehorende ketenkoppelingen, heeft de IND te maken met problemen op het gebied van performance en stabiliteit. Ik heb derhalve moeten constateren dat het implementeren van INDiGO meer tijd vergt dan op voorhand was ingeschat.

Aan de randvoorwaarde voor de inwerkingtreding van de Wet modern migratiebeleid, te weten een succesvolle uitrol van INDiGO op 1 januari 2011, is dan ook niet voldaan. Derhalve kan de wet niet op die datum in werking treden.

Direct nadat mij dit bekend werd, heb ik besloten om een audit te laten uitvoeren naar het INDiGO-programma, die moet leiden tot aanbevelingen op het gebied van de implementatie van het systeem en de risicobeheersing van het programma. Op basis van de resultaten van de audit kan een reële nieuwe invoeringsdatum voor de Wet modern migratiebeleid worden vastgesteld.

De gevolgen van het uitstel zal ik op zo kort mogelijke termijn in den brede inventariseren. Voor het modern migratiebeleid geldt dat de huidige proeftuinen, waarin de deelnemende bedrijven en instellingen nu al profiteren van de kortere procedures en lagere administratieve lasten, worden voortgezet.

Ik hecht eraan u mee te delen dat de handhaving van de Vreemdelingenwet 2000 vanzelfsprekend onverminderd blijft plaatsvinden in nauwe samenwerking met onder meer de Vreemdelingenpolitie en de Arbeidsinspectie.

Uitstel van inwerkingtreding van de wet zal dan ook niet ten koste gaan van de handhaving, terwijl een aantal belangrijke voordelen vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wet modern migratiebeleid in de proeftuinen worden gecontinueerd.

Ik verwacht u begin 2011 over de uitkomsten van de audit en de verdere voortgang van INDiGO te kunnen berichten.

De minister voor Immigratie en Asiel,

G. B. M. Leers

Naar boven