30 573 Migratiebeleid

32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 212 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2024

Inleiding

Startups zijn, door hun snelle groei, in belangrijke mate afhankelijk van personeel met specifieke kennis of vaardigheden. Ze zijn echter minder in staat om op de huidige krappe arbeidsmarkt te concurreren met grotere kapitaalkrachtigere bedrijven door beperkte financiële middelen. Ze zijn daarom genoodzaakt om ook buiten de landsgrenzen te werven. Op 1 juni 2021 is de vierjarige pilot verblijfsregeling essentieel startup personeel geïntroduceerd. Met de pilot wil het kabinet een bijdrage leveren aan de Nederlandse kenniseconomie door startups beter in staat te stellen om personeel met hoogwaardige expertise en vaardigheden uit het buitenland aan te trekken en aan zich te binden. Startups in Nederland kunnen, naast de kennismigrantenregeling, via deze pilotregeling een kenniswerker in dienst nemen met voor de groei van de onderneming essentiële, vaak technische, vaardigheden en/of ervaring.

Bij de inwerkingtreding van de pilot is de Tweede Kamer geïnformeerd over een tussentijdse interne evaluatie (na twee jaar), waarbij de focus ligt op de uitvoerbaarheid en handhavingsrisico’s, en een externe eindevaluatie (na vier jaar). In deze eindevaluatie zal de focus liggen op de mate waarin de verblijfsregeling effectief is in het bereiken van haar beleidsdoelen. De twee evaluatiemomenten zullen samen de basis vormen voor het besluit of de pilot omgezet wordt in staand beleid of niet.

In het najaar van 2023 is de pilotregeling tussentijds intern geëvalueerd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: IND) met nauwe betrokkenheid van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO).

Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Economische Zaken en Klimaat bied ik u het evaluatierapport aan alsmede de beleidsreactie.

Voorwaarden pilotregeling essentieel startup personeel

Om in aanmerking te komen voor de pilotregeling zijn de volgende kenmerken van belang voor de onderneming: innovatief, schaalbaar en het in staat zijn om de ambities te financieren. De oprichters zijn operationeel actief en hebben de kennis en competenties die noodzakelijk zijn voor het realiseren van de doelstellingen.

Daarnaast gelden de volgende voorwaarden:

  • De kenniswerker dient een expert te zijn en moet essentieel zijn voor de groei en ontwikkeling van de startup.

  • Startups die tot 15 medewerkers in dienst hebben, kunnen gebruik maken van de regeling.

  • De startup mag binnen de regeling voldoen aan het verlaagde salariscriterium in plaats van het reguliere criterium. Daar staat tegenover dat de medewerker een aandeel van minimaal 1% in het bedrijf (medewerkersparticipatie) krijgt na 3 jaar.

  • De startup mag tenslotte via deze regeling voor maximaal 5 buitenlandse medewerkers deze vergunning aanvragen.

§1. Resultaten evaluatie

Aanleiding voor de pilot regeling essentieel startup personeel was de aanname dat de kennismigrantenregeling onvoldoende uitkomst bood voor startups omdat zij in de opstartfase van het bedrijf nog niet in staat zijn om een salaris conform het looncriterium voor kennismigranten te betalen. Daarnaast zou het proces om als erkend referent aangemerkt te worden lastig zijn vanwege de financiële positie van startende ondernemingen en duurt het proces te lang.

Doel- en vraagstelling evaluatie

Het doel van de tussentijdse evaluatie van de pilotregeling is om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de pilot-verblijfsregeling voor essentieel startup-personeel, voor zowel de doelgroep (startups en kenniswerkers) als de uitvoeringsorganisaties (IND en RVO).

De hoofdvraag van de tussentijdse evaluatie luidde als volgt: Is de verblijfsregeling voor essentieel startup personeel goed uitvoerbaar en handhaafbaar voor zowel de doelgroep als de uitvoering?

Uit de evaluatie blijkt de complexiteit van de regeling een punt van aandacht en zorg voor de uitvoering te zijn. De IND ziet het belang van een regeling voor deze specifieke doelgroep en zal er dan ook voor zorgen dat de regeling in deze pilot uitvoerbaar blijft door voldoende inzet en opleiding van medewerkers. Naast doelmatigheid, efficiëntie en handhaving moet ook de uitvoerbaarheid worden meegewogen om na afloop van de pilot tot een voor alle belanghebbenden meer bevredigende regeling te komen.

Verder komt de pilotregeling tegemoet aan het wervingsprobleem van startups, maar de complexe en strikte voorwaarden waaronder de medewerkersparticipatie in het bijzonder, in combinatie met de vereiste investeringen is een knelpunt als het gaat om de uitvoering voor de doelgroep en het gebruik van de regeling. Door deze complexiteit bestaat momenteel het risico dat de doelgroep ongewenst en onbedoeld afziet van het gebruik van de pilot. Als vereisten worden verruimd, zou het gebruik van deze regeling vergroot kunnen worden.

In de eerste twee jaar van de pilot zijn ongeveer 60 eerste aanvragen behandeld, iets meer dan de helft van de afgedane zaken werd ingewilligd. Gedurende de eerste twee jaar van de pilot was geen aanleiding voor (re)actieve handhaving.

§2. Opvolging evaluatie

Om de Nederlandse kenniseconomie te blijven stimuleren en innovatieve startups te steunen bij het vinden van internationaal talent, zal een van de voorwaarden van de pilotregeling worden aangepast. Hierbij is gekeken naar mogelijke aanpassingen op een relatief korte termijn zodat het effect nog binnen de pilotperiode kan worden gemeten.

Om barrières volgend uit de evaluatie voor zowel de uitvoering als de doelgroep te overbruggen, zonder onwenselijke risico’s te vergroten, zullen met name de voorwaarden rondom de medewerkersparticipatie worden bijgesteld. Door de huidige strikte voorwaarden rondom de medewerkersparticipatie en de bijbehorende bewijslast wordt deze voorwaarde als een groot knelpunt ervaren waardoor de regeling als complex en ontoegankelijk wordt gezien en startups onbedoeld afzien van gebruik van de pilot.

Uit de praktijk blijkt daarnaast dat de minimale waarde van 1% van de onderneming als medewerkersparticipatie voor veel werkgevers een te hoge drempel is. De 1% is, met name voor groeiende startups, een aanzienlijk deel.

Vasthouden aan een medewerkersparticipatie blijft van belang om het verlaagde salariscriterium van de kenniswerker te compenseren. De pilotregeling is in het leven geroepen voor startups in de beginfase met beperkte middelen die essentieel personeel nodig hebben voor hun groei. Het blijft noodzakelijk dat de essentiële waarde van deze kenniswerkers uiteindelijk ook wordt uitbetaald in de vorm van een medewerkersparticipatie. Voorkomen moet worden dat deze groep kenniswerkers in een kwetsbare positie terechtkomt of tegen ongunstige arbeidsvoorwaarden, lager dan marktconform salaris, te werk wordt gesteld.

De voorwaarde «medewerkersparticipatie» blijft behouden, maar om deze voorwaarde minder complex en toegankelijker te maken voor startups zal het ook toegestaan zijn om als alternatief, afwijkend van de 1%, de essentiële medewerker een medewerkersparticipatie van een minimale nominale waarde van € 65.0001 te bieden. Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 zal hiertoe worden aangepast. Startups, vooral die met een aanzienlijke waardering, kunnen hierdoor een realistische invulling geven aan de medewerkersparticipatie die past bij de medewerker en het bedrijf.

Daarnaast zal worden ingezet op het verbeteren van de bekendheid onder de doelgroep door actieve(re) promotie door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

§4. Conclusie

Op grond van de tussenevaluatie wordt een voorwaarde van de pilot essentieel startup personeel bijgesteld zodat deze beter aansluit op de praktijk. De verwachting is dat de regeling hiermee toegankelijker wordt voor de doelgroep.

Zoals aan uw Kamer toegezegd, zal in 2025 een externe eindevaluatie plaatsvinden. Dan zal de focus van het onderzoek liggen op de mate waarin de verblijfsregeling effectief is geweest in het bereiken van haar beleidsdoelen.

Op basis van deze evaluatie zal uw Kamer worden geïnformeerd over de resultaten van de externe eindevaluatie en over het besluit of de pilot omgezet wordt in staand beleid.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Deze minimale compensatie is gelijk aan het verschil tussen het verlaagde salariscriterium en het gemiddelde salaris van een kennismigrant (jonger dan 30 jaar, ouder dan 30 jaar) gedurende een periode van 3 jaar.

Naar boven