30 573 Migratiebeleid

Nr. 202 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2023

In reactie op het informatieverzoek van meerdere fracties in de regeling van werkzaamheden van heden (Handelingen II 2022/23, nr. 104, Regeling van Werkzaamheden) informeert het kabinet de Kamer als volgt. Het kabinet informeert de Kamer zo goed als mogelijk, onder meer door afschrift te verstrekken van stukken die ambtelijk zijn ingebracht ten behoeve van de bewindspersonenoverleggen over migratie. U treft deze stukken als bijlage bij deze brief aan.

De gezamenlijkheid van de ontslagaanvraag van het kabinet houdt in dat het gaat om een gezamenlijke verantwoordelijkheid en verantwoording voor het feit dat het ons helaas niet is gelukt om tot overeenstemming te komen over een pakket beleidsmaatregelen op het terrein van migratie. Er is geen sprake geweest van een gezamenlijk gedragen stuk dat tot besluitvorming heeft geleid, omdat voor alles gold dat er geen overeenstemming was totdat over het geheel overeenstemming zou worden bereikt.

Conform de vaste lijn in het verkeer tussen Kamer en kabinet en het wettelijk kader is het niet aangewezen om vanuit het kabinet de politieke inbreng en stukken te verstrekken. Als stukken inzicht kunnen bieden in – al dan niet daadwerkelijk in de onderhandelingen ingebrachte en al dan niet nadien gehandhaafde – interne standpunten van de aan de onderhandelingen deelnemende partijen doet openbaarmaking daarvan afbreuk aan de bescherming van de vertrouwelijkheid waarin deze standpunten zijn geformuleerd. Ook wanneer dit achteraf gebeurt. Het zou in de toekomst het vrijelijk uitwisselen van opvattingen en het verkennen van mogelijke overeenkomsten bemoeilijken als dergelijke standpunten al dan niet na het bereiken van een overeenkomst achteraf openbaar gemaakt worden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven