30 573 Migratiebeleid

Nr. 182 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 januari 2021

In antwoord op de schriftelijke vragen van de leden Groothuizen, Den Boer en Verhoeven1 heb ik op 27 november 2019 meegedeeld dat het kabinet nog één jaar wilde bezien of door aanpassing van de Nederlandse toelatingsregeling voor buitenlandse investeerders deze regeling meer potentie zou kunnen krijgen. Mocht na dit jaar blijken dat de regeling deze potentie niet heeft, dan zou deze regeling worden afgeschaft.

In het afgelopen jaar is gebleken dat aanpassing van de regeling met behoud van de waarborgen tegen misbruik van de regeling niet goed mogelijk is. Het kabinet heeft dan ook besloten om deze regeling af te schaffen. De daartoe nodige wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 zal naar verwachting in de tweede helft van 2021 van kracht worden.

Daarnaast heb ik in het AO over de JBZ-Raad van 28 november 2019 (Kamerstuk 32 317, nr. 591) toegezegd de Kamer te informeren over het rapport met aanbevelingen om misbruik van regelingen in EU-lidstaten die investeerders de mogelijkheid bieden om paspoorten en verblijfsvergunningen te verkrijgen tegen te gaan. Dit rapport zou opgesteld worden door een expertgroep die de Europese Commissie in het leven had geroepen. De planning was dat dit rapport eind 2019 gereed zou zijn. Dit is evenwel niet gelukt en in 2020 is de expertgroep vanwege Covid-19 niet meer bijeen geweest. Het is nog niet duidelijk of de expertgroep haar werk in 2021 zal voortzetten. Wel heeft de Commissie op 20 oktober jl. aangekondigd voornemens te zijn om een inbreukprocedure te starten tegen Cyprus en Malta vanwege hun programma’s op basis waarvan buitenlandse investeerders de Cypriotische respectievelijk Maltese nationaliteit kunnen verkrijgen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 867.

Naar boven