30 573 Migratiebeleid

Nr. 104 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 4 juni 2012

De Algemene commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel over de brief van 27 februari 2012 inzake de evaluatie van de regeling Hoogopgeleiden zoals uitgevoerd door het IND Informatie- en Analysecentrum (INDIAC) (Kamerstuk 30 573, nr. 95).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 25 mei 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Kortenoeven

Adjunct-griffier van de commissie, Hessing-Puts

1 en 2

Hoe zal meer voorlichting en informatie worden verstrekt over de regeling Hoogopgeleiden?

Wordt de Engelstalige informatie over de regeling Hoogopgeleiden hetzelfde als de Nederlandse?

Uw Kamer is op 27 februari jl. toegezegd1 dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) de informatie op haar website zal verbeteren en dat er meer voorlichting en informatie zal worden verstrekt over deze regeling.

De IND-website is op de volgende manier aangepast om de toegankelijkheid te vergroten:

  • het aanvraagformulier in het Engels is via een apart kopje zichtbaar gemaakt op de webpagina «Brochures and Forms» en nu via één muisklik vanaf de homepagina te bereiken;

  • het verblijfsdoel is toegevoegd aan de webpagina «Bijzondere Groepen».

De IND heeft onderzoek laten doen naar het gebruik van haar website. Daaruit blijkt dat het onderdeel «klantdienstwijzer» goede informatie bevat, maar niet vaak wordt geraadpleegd. Deze klantdienstwijzer verwijst, zowel in het Nederlands als in het Engels, naar de regeling Hoogopgeleiden. Naar aanleiding van het onderzoek zal op www.ind.nl de zichtbaarheid van de klantdienstwijzer verbeterd worden.

Om de voorlichting verder te verbeteren wordt er een aparte brochure gemaakt, die in het Engels en Nederlands gedownload kan worden via de IND-website. De brochure zal ook ingaan op de aanvraagprocedure en het verschil met het zoekjaar voor afgestudeerde studenten.

3

Welke beslissing is of wordt genomen betreffende de vraag of beide puntensystemen van de Zelfstandigenregeling en van de regeling Hoogopgeleiden moeten worden samengevoegd?

Omdat beide systemen een andere doelgroep hebben en verschillende voorwaarden kennen, onder meer met betrekking tot de tewerkstellingsvergunningsplicht, blijven zij naast elkaar bestaan.

4

Waarom is besloten om al na twee jaar te evalueren? Wanneer zal dit opnieuw gebeuren?

In de Blauwdruk Modern Migratiebeleid werd de regeling hoogopgeleiden aangekondigd2. De oorspronkelijke doelstelling was relatief jonge vreemdelingen tot uiterlijk drie jaar na afstuderen of promoveren toelating te bieden tot Nederland zonder dat zij al een baan hadden (aanbodgestuurd). Destijds is bepaald dat de regeling twee jaar duurt en dat in die periode maximaal 500 hoogopgeleiden kunnen meedoen. Om deze reden is de regeling na twee jaar geëvalueerd. Deze evaluatie was ook aangekondigd in het Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire ter implementatie van de regeling3. Bij genoemde brief van 27 februari jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de verlenging van de regeling Hoogopgeleiden met twee jaar, tot 31 december 2012. Het ligt in de rede om na twee jaar wederom een evaluatie te laten plaatsvinden, alvorens besloten wordt of de regeling een structurele plaats krijgt in het toelatingsbeleid.

5

Bent u voornemens de wens van het Universitair Asielfonds (UAF) te honoreren om vreemdelingen die onder de hoede zijn van het UAF en van wie het asielverzoek is afgewezen en die vervolgens een reguliere aanvraag hebben ingediend, ook tot de regeling Hoogopgeleiden toe te laten?

Het Universitair Asielfonds (UAF) heeft mij gevraagd om studenten van wie de asielvergunning is ingetrokken, de mogelijkheid te bieden de studie af te ronden. Ik ben hierover met UAF in gesprek en wil op de uitkomsten daarvan niet vooruitlopen.

6

Hoeveel UAF-studenten hebben sinds 31 december 2010 een aanvraag op grond van de regeling Hoogopgeleiden ingediend? Hoeveel daarvan zijn gehonoreerd? Hoeveel daarvan zijn afgewezen? Welke graad hadden de aanvragers?

Sinds 31 december 2010 hebben drie UAF-studenten een aanvraag op grond van deze regeling ingediend. Een aanvraag daarvan is ingewilligd, een aanvraag is op dezelfde dag weer ingetrokken en op een aanvraag is nog niet beslist. Alle drie de UAF-studenten waren als «bachelor», dan wel als «master» afgestudeerd.

7

Gaat de regering maatregelen nemen om Nederland te promoten als aantrekkelijk land van vestiging voor kennismigranten? Zo ja, welke?

Uit onderzoek «Wat beweegt kennismigranten»4 is gebleken wat een kennismigrant drijft. Maatregelen om Nederland te promoten als aantrekkelijk land van vestiging voor kennismigranten zijn al ingezet met de Topsectorenaanpak. Via de Topsectorenaanpak promoten bedrijven uit de 9 topsectoren ons land als aantrekkelijk land van vestiging voor de door de topsectoren bestreken kennisgebieden. In de aanpak, die de topsectoren voor ogen hebben, komt ook een mogelijke overheidsrol met bestaande overheidsinstrumenten aan de orde.

8

Worden er maatregelen ondernomen om de regeling Hoogopgeleiden beter te laten aansluiten bij de zoekstrategie internationaal toptalent?

Vooralsnog zal de regeling Hoogopgeleiden ongewijzigd worden voortgezet. Bij de volgende evaluatie zal opnieuw worden bezien in hoeverre de regeling voldoende aansluit bij de zoekstrategie van internationaal toptalent.

9

Is door de werkgevers van de vreemdelingen die binnen een jaar werk hebben gevonden eerst gekeken of er Nederlanders beschikbaar waren voor de betreffende vacatures?

Indien hoogopgeleiden gedurende het eerste (zoek)jaar arbeid verrichten dat niet voldoet aan de criteria van de kennismigrantenregeling, geldt een tewerkstellingsvergunningsplicht en wordt eerst gekeken of Nederlands arbeidsaanbod beschikbaar is voor de betreffende vacature. De verplichting te beschikken over een tewerkstellingsvergunning geldt niet voor toelating in het kader van de kennismigrantenregeling.

10

Hadden de vreemdelingen, die binnen het zoekjaar een baan hebben gevonden, bij afwezigheid van de regeling Hoogopgeleiden op andere gronden een verblijfsstatus kunnen krijgen? Zo ja, hoeveel en op basis van welke gronden?

De vreemdelingen die via deze regeling toelating hebben gekregen, zouden zonder deze regeling geen toegang tot Nederland hebben gekregen. Immers, zij hebben geen verblijfsdoel. Of zij via een ander verblijfsdoel een status zouden hebben kunnen krijgen, bijvoorbeeld op grond van gezinshereniging, is onbekend. In theorie is het wel mogelijk. Van een van de UAF-studenten is wel bekend dat de aanvraag is ingetrokken omdat er een asielvergunning is verleend.

11

Hoe komt het dat in twee jaar tijd nooit een verzoek om verblijf als zelfstandige is ingewilligd? Hebben deze vreemdelingen op basis van andere gronden een verblijfsstatus aangevraagd, bijvoorbeeld op grond van de Zelfstandigenregeling? Zo ja, hoeveel en op welke gronden?

Uit de evaluatie blijkt dat er in 2009 drie personen zijn die tijdens hun zoekjaar een vergunning voor verblijf als zelfstandige hebben aangevraagd, en dat tot de peildatum 1 januari 2011 deze aanvragen niet zijn ingewilligd. Na 1 januari 2011 is een van deze aanvragen alsnog ingewilligd. Bij de andere twee is de aanvraag niet ingewilligd. Zij voldeden niet aan de criteria. Er is nagegaan of zij op basis van andere gronden een verblijfsstatus hebben aangevraagd. Dat is niet zo. In 2010 en 2011 hebben slechts twee personen, die deelnamen aan het zoekjaar hoogopgeleiden, een aanvraag ingediend om hun vergunning te wijzigen naar verblijf als zelfstandige.

12

Hoe komt het dat het verschil tussen het aantal aanvragen aan het begin van de regeling Hoogopgeleiden zoveel lager is dan bij de Kennismigrantenregeling? Hoe lagen deze verhoudingen in de eerste twee jaar na invoering van de regeling Zoekjaar Afgestudeerde Studenten?

In de onderstaande tabel staan de verhoudingen in de eerste twee jaar.

 

Aanvragen Kennismigranten

regeling

Aanvragen regeling zoekjaar studenten

Aanvragen regeling Hoogopgeleiden

1e en 2e jaar

5 940

2 290

392

Zoals uit de evaluatie volgt, is er actief informatie en voorlichting verstrekt door verschillende partijen over de nieuwe regeling. Deze drie regelingen voor kennismigranten richten zich op drie verschillende doelgroepen. Kennismigranten worden veelal door bedrijven in het kader van een baan naar Nederland gezonden. Afgestudeerde studenten van het «zoekjaar studenten» verblijven al in Nederland in tegenstelling tot aanvragers van de regeling hoogopgeleiden. Aanvragers van de regeling hoogopgeleiden zijn nog niet in Nederland en kunnen uitvliegen naar de hele wereld.

13

Onder welke voorwaarden is sprake van «werkzaamheden die de vreemdelingen eventueel tijdens zijn of haar zoekjaar verricht» en wanneer werkt een vreemdeling «voor de werkgever waar hij of zij uiteindelijk als kennismigrant aan de slag zou gaan»? Waarom geldt voor dat laatste geen tewerkstellingsvergunning, terwijl veel Nederlanders al moeilijk werk kunnen vinden? Waarom hebben de werkgevers hier niet de verplichting eerst te bekijken of de vacature te vervullen is door een Nederlander of EU-burger?

Onder «werkzaamheden die de vreemdeling eventueel tijdens zijn of haar zoekjaar verricht» wordt bedoeld mogelijke arbeid die niet ligt op het niveau van de kennismigrantenregeling. Hiervoor geldt de verplichting te beschikken over een tewerkstellingsvergunning. Voor arbeid als kennismigrant geldt in Nederland sinds 1 oktober 2004 geen tewerkstellingsvergunningsplicht, omdat vreemdelingen die als kennismigrant werkzaam zijn een positieve bijdrage leveren aan de Nederlandse economie. Het kabinetsbeleid is er daarom op gericht om deze categorie migranten snel en soepel tot Nederland toe te laten.

14

Waarom is er geen onderzoek verricht onder de vergunningaanvragers zelf, zowel onder diegenen van wie de aanvraag is ingewilligd als degenen van wie de aanvraag is afgewezen? Zal dit nog gebeuren? Zo nee, waarom niet?

De voornaamste aanleiding van het evaluatieonderzoek was om tijdig te weten of het gestelde quotum van 500 personen niet overschreden zou worden (zie ook de beantwoording op vraag 4). Daarbij bracht het onderzoek «Wat beweegt kennismigranten» al in kaart wat pullfactoren zijn voor kennismigranten om naar Nederland te komen. Hiervoor is een internetenquête gehouden onder buitenlandse kennismigranten in Nederland.

15

Zal er nog een specifiek onderzoek verricht worden naar de mogelijke neveneffecten van de regeling Hoogopgeleiden, omdat dit niet met zekerheid in deze evaluatie is vast te stellen? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?

Ik ben niet voornemens een dergelijk onderzoek uit te voeren, omdat er geen concrete signalen zijn dat de regeling Hoogopgeleiden negatieve neveneffecten heeft.

16

Kan specifiek worden aangegeven hoe fraude wordt voorkomen?

Het voornaamste bewijsdocument om in aanmerking voor deze regeling te komen is het diploma van een buitenlandse universiteit. Het diploma moet gewaardeerd zijn door het Nuffic. Als het Nuffic twijfelt aan de echtheid van het diploma, dan wordt het origineel opgevraagd. Daarnaast is het paspoort een belangrijk bewijsdocument. Betrokkene moet een kopie van een identiteitsbewijs overleggen. Als de IND twijfelt over de juistheid en echtheid van het paspoort kan dit worden tegengeworpen, en wordt de aanvraag niet ingewilligd.

17

Waarom hebben de vreemdelingen die een vergunning hebben op grond van de regeling Hoogopgeleiden geen sollicitatieplicht? Zou dit onredelijk gebruik niet bij voorbaat kunnen voorkomen?

Bij een beroep op bijstand zal het verblijfsrecht van deze vreemdelingen worden beëindigd. Een sollicitatieplicht is dan ook niet noodzakelijk, afgezien van het feit dat er geen signalen zijn dat de regeling onredelijk wordt gebruikt.

18

Deelt u de overtuiging van het UAF dat Bachelors goede arbeidsmarktperspectieven hebben en van grote toegevoegde waarde zijn voor de Nederlandse economie?

In het algemeen hebben Bachelors goede arbeidsmarktperspectieven en zijn zij van waarde voor de Nederlandse economie. Het arbeidsmarktperspectief wordt echter voor een belangrijk deel bepaald door de gevolgde opleidingsrichting.

Ongeveer twee derde van de Nederlandse hoger opgeleiden heeft gestudeerd aan het hbo en aldus een bachelor diploma verworven. Ook met alleen het wo-bachelor diploma kan de arbeidsmarkt betreden worden. Het aantal bachelor gediplomeerden dat alleen met dit diploma de arbeidsmarkt betreedt is echter zo gering en bestaat nog zo kort dat er geen statistische gegevens over de waarde voor de arbeidsmarkt voorhanden zijn. Het merendeel van de studenten in het wetenschappelijk onderwijs dat een bachelor diploma heeft behaald, vervolgt de studie tot en met een masterdiploma.

19

Waarom wordt verwacht dat er weinig draagvlak is voor de openstelling van de speciale regels voor UAF-studenten van wie de asielaanvraag is afgewezen maar die inmiddels een reguliere procedure hebben lopen?

Er wordt verwacht dat er weinig draagvlak zal zijn voor openstelling van de speciale regels voor UAF-studenten omdat het aantal vreemdelingen dat dermate lang in een asielprocedure zit dat een volledige studie kan worden gevolgd afneemt. Daarnaast betreft het een groep vreemdelingen die in principe is uitgeprocedeerd en uitzonderingen binnen de regeling acht ik niet wenselijk. Zoals ik in antwoord op vraag 5 heb aangegeven heeft het UAF mij gevraagd om studenten van wie de asielvergunning is ingetrokken, de mogelijkheid te bieden de studie af te ronden. Ik ben hierover met UAF in gesprek en wil op de uitkomsten daarvan niet vooruitlopen.

20 en 21

Kan de regering navraag doen bij de instanties (die als eerste signalen ontvangen van oneigenlijk gebruik van de sociale zekerheid) of hier ook deelnemers van de regeling Hoogopgeleiden bij zitten?

Zal er aanvullend onderzoek plaatsvinden naar eventueel oneigenlijk gebruik van de regeling Hoogopgeleiden en onrechtmatig gebruik van sociale voorzieningen? Hoe wordt voor de toekomst zeker gesteld dat oneigenlijk gebruik van de regeling Hoogopgeleiden, gebruik van vervalste diploma’s en onrechtmatig gebruik van sociale voorzieningen wordt voorkomen?

Er zijn geen signalen dat deelnemers aan de regeling Hoogopgeleiden oneigenlijk gebruik maken van de sociale zekerheid. Ik acht aanvullend onderzoek of maatregelen om dit in de toekomst te voorkomen, niet nodig.

22 en 23

Zal er aanvullend onderzoek plaatsvinden naar de conclusie in de evaluatie dat er geen signalen zijn dat er oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de regeling Hoogopgeleiden? Zo ja, wanneer? Zo neen, waarom wordt een dergelijk onderzoek niet ingesteld?

Is de regering voornemens om onderzoek te doen naar het oneigenlijk gebruik van de regeling Hoogopgeleiden?

De regeling wordt beperkt gebruikt en er zijn geen signalen dat er sprake is van oneigenlijk gebruik. Het verrichten van een onderzoek daarnaar is dan ook niet noodzakelijk.


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 30 573, nr. 95.

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 30 573, nr. 10.

X Noot
4

SEO Economisch onderzoek – 2010.

Naar boven