30 560 XI
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2006 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE blz.

1. Leeswijzer 4

2. Het beleid 4

Overzicht belangrijkste suppletore uitgaven- en ontvangsten mutaties 4

Artikelsgewijze toelichting 6

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten) 6

2.2. De beleidsartikelen 6

Artikel  1. Bevorderen van een goed werkende woningmarkt 6

Artikel  2. Stimuleren van voldoende woningen, een duurzame en gedifferentieerde woningvoorraad en leefbare woonmilieus 7

Artikel  3. Garanderen van keuzemogelijkheden en betaalbaarheid op de woningmarkt 10

Artikel  4. Optimalisering van de ruimtelijke afweging 14

Artikel  5. Gebiedsontwikkeling en realisatie Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur 15

Artikel  6. Beperken van klimaatverandering en grootschalige luchtverontreiniging 17

Artikel  7. Verbeteren milieukwaliteit van water en bodem 18

Artikel  8. Verbeteren van de milieukwaliteit in de bebouwde omgeving 20

Artikel  9. Verminderen van risico’s van stoffen, afval, straling en GGO’s 22

Artikel 10. Versterken van het (inter)nationale milieubeleid 23

Artikel 11. Vergroten van de externe veiligheid 24

Artikel 12. Handhaving en toezicht 25

Artikel 13. Rijkshuisvesting en architectuur 26

2.3. De niet-beleidsartikelen 28

Artikel 14. Algemeen 28

Artikel 15. Nominaal en onvoorzien 31

Wetsartikel 2 (begroting Baten-lastendiensten) 32

3. Baten-lastendienst «Rijksgebouwendienst» 32

4. Baten-lastendienst «Nederlandse Emissieautoriteit» 33

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Bij een wetsvoorstel tot een begrotingswijziging wordt geen algemene toelichting opgenomen. De beleidsinhoudelijke toelichting bij de begroting(sstaat) wordt opgenomen in onderdeel B van de memorie van toelichting (de begrotingstoelichting).

Wetsartikelen 1 tot en met 2

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2006 wijzigingen aan te brengen in:

a. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI);

b. de begrotingsstaat inzake de baten-lastendiensten van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Toelichting bij wetsartikel 4

In maart 2005 is door de Minister van Financiën met de Tweede Kamer overleg gevoerd over de uitkomsten van het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) regeldruk en controletoren en de naar aanleiding daarvan door het kabinet in december 2004 gedane voorstellen. Tijdens het algemeen overleg op 2 en 3 maart 2005 en in de brief van 9 maart 2005 (Kamerstukken II, 29 949 en 29 950, nr. 5) is toegezegd de getrouwbeeldverklaring van de departementale auditdiensten parallel aan de gewijzigde bedrijfsvoeringsparagraaf over het verslagjaar 2006 in te voeren. De departementen hebben sindsdien belangrijke voortgang geboekt met het treffen van de hiervoor noodzakelijke maatregelen. Om op het ingroeitraject naar met name de getrouwbeeldverklaring geen wettelijke obstakels te laten ontstaan, dienen enkele bepalingen in de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) te worden aangepast. Dat zal regulier gebeuren via het moderniseringsproject van die wet dat thans gaande is. Om de getrouwbeeldverklaring al over het jaar 2006 te kunnen toepassen is echter een tijdelijke – op het jaar 2006 gerichte – afwijking van de wet nodig. Dat gebeurt via het onderhavige wetsartikel. Het betreft concreet de aanpasing van artikel 66, vijfde en zesde lid, van de CW 2001. De gewijzigde insteek voor de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag leidt niet tot een aanpassing van de CW 2001. De inhoud van die paragraaf wordt in de Rijksbegrotingsvoorschriften geregeld.

Samengevat komen de wijzigingen in de bedrijfsvoeringsparagraaf en in de accountantsverklaring op het volgende neer.

Over eventuele rechtmatigheidsfouten en -onzekerheden die de terzake gestelde artikelsgewijze tolerantiegrenzen te boven gaan, zal door de betrokken minister in de bedrijfsvoeringsparagraaf van zijn departementaal jaarverslag worden gerapporteerd. De departementale auditdienst verstrekt bij het aldus opgestelde jaarverslag (en saldibalans) een getrouwbeeldverklaring in plaats van een zogenaamde eisenverklaring. De getrouwbeeldverklaring heeft betrekking op de elementen die onder a tot en met d van het nieuwe zesde lid van artikel 66 in de CW 2001 zijn opgenomen. Daarbij beoordeelt de auditdienst op grond van onderdeel b of de rapportage over de rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering klopt en op grond van onderdeel d of er in het jaarverslag eventueel sprake is van strijdigheid tussen de gepresenteerde financiële informatie en de opgenomen beleidsinformatie.

Om aan te sluiten bij de in artikel 58 gehanteerde terminologie wordt in lid 6 van artikel 66 gesproken van deugdelijke weergave in plaats van de in accountantskring gebruikelijke formulering van getrouwe weergave. Daarmee wordt echter hetzelfde bedoeld. Het is geen bezwaar dat de accountant in zijn verklaring het begrip getrouwe weergave gebruikt.

De oordeelsvorming van de Rekenkamer blijft ten opzichte van het verleden ongewijzigd.

In het oude vijfde lid van artikel 66 kan de reikwijdte van de accountantsverklaring (een verklaring omtrent de financiële informatie in het jaarverslag en de saldibalans) worden geschrapt. De reikwijdte staat thans geheel in het zesde lid.

De formulering van de aanhef van het onderhavige wetsartikel luidende: «.... komt voor de accountantsdienst van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI), voor het jaar 2007 als volgt te luiden» is zodanig gekozen, dat de accountantsdienst de gewijzigde reikwijdte van de verklaring zowel dient toe te passen met betrekking tot het departementale jaarverslag van het betrokken departement als met betrekking tot een eventueel niet-departementaal jaarverslag waarvoor de betrokken minister verantwoordelijk is (zoals bijvoorbeeld een jaarverslag van een begrotingsfonds of van een van de begrotingshoofdstukken I, II, IV of IXA).

Er wordt in de wettekst nog gesproken van accountantsdienst in plaats van auditdienst, omdat die terminologie in de Comptabiliteitswet 2001 nog wordt gehanteerd. Bij de voorziene modernisering van de Comptabiliteitswet zal accountantsdienst worden vervangen door auditdienst.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S. M. Dekker

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De suppletore begroting geeft een geactualiseerd beeld van de uitvoering van de begroting van het lopende jaar en de nieuwe beleidsplannen die het Kabinet wil uitvoeren. De suppletore begroting is bedoeld om (tussentijds) afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting voor te leggen aan de Staten-Generaal. Door onder andere inzicht te verschaffen in de financiële consequenties van beleidsvoornemens wordt aan de allocatie- en autorisatiefunctie tegemoet gekomen. In de artikelsgewijze toelichting worden alle mutaties in de volgorde van de begrotingsartikelen van de begrotingsstaat opgenomen. Technische mutaties c.q. beleidsmatig niet relevante mutaties worden slechts cijfermatig gepresenteerd. Alleen indien er sprake is van een grote omvang worden ook technische mutaties nader toegelicht. De beleidsmatig relevante mutaties worden nader omschreven in de toelichting waarbij het bijbehorende mutatiebedrag wordt genoemd. Een beleidsmatige mutatie is het gevolg van gevoerd beleid en is dus te beïnvloeden (b.v. beleidsintensivering- en extensivering, beleidswijzigingen met financiële gevolgen, afwijkingen uit hoofde van behoorlijk bestuur). De stand 1e suppletore begroting samenhangende met de Voorjaarsnota, wordt opgebouwd door middel van mutaties op de stand ontwerpbegroting. De mutaties worden in de tabel «budgettaire gevolgen van beleid»op instrumentniveau gesaldeerd opgenomen. Indien mutaties worden toegelicht op instrumenten waarbij sprake is van een saldering, worden deze afzonderlijk zichtbaar gemaakt. In tabel «budgettaire gevolgen van beleid» is allereerst een nadere uitsplitsing van de uitgaven naar «apparaats-» en «programmagelden» gemaakt. Het artikelonderdeel «programma» wordt vervolgens uitgesplitst naar operationele doelen welke weer zijn opgebouwd uit (financiële) beleidsinstrumenten. Dit biedt de Kamer beleidsmatig relevante en duidelijke aangrijpingspunten om de begrotingsuitvoering kritisch te volgen en eventueel wijzigingen aan te brengen.Volledigheidshalve wordt vermeld dat in de tabellen een kolom is opgenomen met daarin mutaties die voortvloeien uit een amendement of de Nota van Wijziging.

2. Het beleid

Overzicht belangrijkste suppletore uitgaven- en ontvangstenmutaties

In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletore mutaties weergegeven gevolgd door een korte toelichting. Voor een uitgebreide toelichting wordt u verwezen naar het betreffende artikel.

Uitgaven

(bedragen in € 1 000)

 UitgavenArtikelnr:
Stand Begroting 20063 416 482 
Belangrijkste suppletore mutaties:  
1. Huursubsidie en huurtoeslag55 6393
2. Starters40 0003
3. Uitvoeringskosten huursubsidie18 5903
4. Bijdrage Fonds Economische Structuurversterking277 531diversen
5. Aanvullende post Externe Veiligheid15 00011
6. Samenwerkende Inspecties4 50012
7. Investeringen HCvS/AZ24 03813
8. Paleizen6 30013
9. Afkoop subsidies DGW regelingen56 96314
10. Ramingsbijstelling– 18 000 
11. Overige mutaties24 886diversen
Stand 1e suppletore begroting 20063 921 929 

Toelichting:

1. Het betreft het saldo van verschillende mutaties binnen de huursubsidie/huurtoeslag. Toename is onder andere veroorzaakt door een toename van huishoudens met lage inkomens en een hoger nominaal huurniveau.

2. Om het kopen van een huis voor Starters te ondersteunen wordt een bedrag van € 40 mln gestort in het fonds Stimulering Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn).

3. Voor de afhandeling van oude coderegelingen Huursubsidie door VROM is in 2006 extra budget benodigd.

4. De bijdrage uit het FES t.b.v. projecten van BSIK, BIRK, NSP, Bodemsanering, Luchtkwaliteit, Bio- en milieutechnologie. De bedragen zijn meerjarig naar de VROM-begroting overgeheveld.

5. Het kabinet Balkenende I heeft eind 2002 in het Strategisch Akkoord € 300 mln voor de periode tot en met 2010 beschikbaar gesteld voor het Externe Veiligheid-beleid. Voor het jaar 2006 is € 15 mln naar VROM overgeheveld voor provincies en gemeenten (programmafinanciering).

6. De Tweede Kamer heeft recent geconcludeerd dat de ambities m.b.t. de samenwerking tussen de Rijksinspecties op een hoger plan moeten worden gebracht. De toegekende middelen (€ 4,5 mln) is het totaal van alle betrokken ministeries.

7. De mutaties op dit instrument hangen onder andere samen met de 2e fase in de renovatie en nieuwbouw van huisvesting voor de Raad van State (€ 2,4 mln). Ook is met de gemeente Den Haag is overeengekomen om het opstalrecht van de parkeergarage aan het Plein eeuwigdurend af te kopen in 2006 (€ 8,7 mln). Voorts heeft een actualisatie van kasramingen van investeringsprojecten plaatsgevonden.

8. Paleis Soestdijk en de omliggende paleistuinen worden tijdelijk opengesteld voor het publiek. Om het openstellen van het Paleis voor het grote publiek mogelijk te maken realiseert de Rijksgebouwendienst een aantal voorzieningen (€ 3,8 mln). Voor grondaankoop wordt € 2,5 mln extra ter beschikking gesteld.

9. In het kader van kabinetsstandpunt commissie Brinkman – het terugdringen van de verantwoordingsbureaucratie – wordt een aantal specifieke uitkeringen in het domein van de volkshuisvesting in 2006 afgekocht.

10. VROM levert d.m.v. ramingsbijstellingen en ombuigingsmaatregelen jaarlijks m.i.v. 2006 € 18 mln in.

Ontvangsten

(bedragen in € 1 000)

 OntvangstenArtikelnr:
Stand Begroting 2006411 077 
Belangrijkste suppletore mutaties:  
1. Aanpassing raming restituties subjectsubsidies– 23 20023
2. Correctie a.g.v. vertraging invoering heffingswet– 165 00023
3. Bijdrage Fonds Economische Structuurversterking277 531diversen
4. Overige mutaties27 400diversen
Stand 1e suppletore begroting 2006527 808 

Toelichting:

Ad 1. Voor de restituties voor subsidiejaren, uitgevoerd door VROM is een nieuwe raming opgesteld waarin meer rekening is gehouden met de «invorderbaarheid» van de voorraad vorderingen.

Ad 2. De betaalbaarheidsheffing huurwoningen wordt in het jaar 2006 neerwaarts bijgesteld. Dit als compensatie voor derving van inkomsten van verhuurders vanwege wijzigingen in de modernisering van het huurbeleid.

Ad 3. Zie ook uitgaven.

Artikelsgewijze toelichting

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

2.2. De beleidsartikelen

Artikel 1. Bevorderen van een goed werkende woningmarkt

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:12 451 13712 588– 376– 441– 421– 422
Uitgaven:17 378091818 296– 901– 966– 771– 422
Programma:15 18001 02716 207– 725– 725– 550– 200
 Scheppen van randvoorwaarden voor een goed werkende woningmarkt:00000000
  Scheppen van randvoorwaarden voor een goed werkende woningmarkt0  0    
         
 Bevorderen van maximale maatschappelijke prestaties van wooncorporaties:00000000
  Bevorderen van maximale maatschappelijke prestaties van wooncorporaties0  0    
         
 Versterken van de positie van de woonconsument:1 508001 5080000
  Subsidies woonconsumentenorganisaties1 508  1 508    
 Overige programmabudgetten:13 67201 02714 699– 725– 725– 550– 200
  Onderzoek8 887 1 54610 433    
  Experimenten en kennisoverdracht4 785 – 5194 266– 725– 725– 550– 200
  Nader aan te wijzen   0    
Apparaat:2 1980– 1092 089– 176– 241– 221– 222
 Apparaat:        
  Apparaat artikel 1 (DGW)2 198 – 1092 089– 176– 241– 221– 222
Ontvangsten:0  0    

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Onderzoek

Een deel van het voor 2005 beschikbare budget voor ondermeer WoOn (Woningbehoefteonderzoek) is doorgeschoven naar 2006 i.v.m. een gewijzigde fasering van de onderzoeksopdrachten.

Artikel 2. Stimuleren van voldoende woningen, een duurzame en gedifferentieerde woningvoorraad en leefbare woonmilieus

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:54 8042 00081 264138 0688 1765 102140511
Uitgaven:472 7112 000– 11 026463 685-25 8994 77317 04924 062
Programma:460 6422 000– 8 655453 987– 23 5337 17119 40926 424
 Stimuleren van voldoende woningproductie:122 26200122 2620000
  Budget BLS122 262  122 262    
  Planologische en woningbouwknelpunten VINEX en VINAC0  0    
         
Verruimen van het aanbod van geschikte woningen voor ouderen en gehandicapten:00000000
 Verruimen van het aanbod van geschikte woningen voor ouderen en gehandicapten0000    
         
Bevorderen van de leefbaarheid van de woonwijken:311 2800– 3 250308 030– 16 2505 66610 2508 924
 Investeringen Stedelijke vernieuwing282 721 17 750300 471– 13 750– 1 5001 250373
 Innovatiebudget Stedelijke vernieuwing25 383 – 21 0004 383– 2 5007 1669 0008 551
 Stedelijke vernieuwing Lelystad3 176  3 176    
         
Garanderen minimale kwaliteit gebouwen en bevorderen hogere kwaliteit:22 3312 000– 7 90516 426– 9 783– 9956 65915 000
 Programma energiebudgetten13 125 6513 1903 200   
 Subsidies energiebesparing (CO2- reductie) gebouwde omgeving6 900 – 6 970– 70– 13 383– 1 3956 65915 000
 Regeling sanering loden drinkwaterleidingen870 – 200670    
 Regeling energiebesparing huishoudens met lagere inkomens9162 000– 8002 116400400  
 Innovatief bouwen520  520    
         
Overige programmabudgetten:4 76902 5007 2692 5002 5002 5002 500
 Onderzoek3 103  3 103    
 Kennisoverdracht1 666 01 6660   
 Kosten uitvoeringsorganisaties  2 5002 5002 5002 5002 5002 500
 Nader aan te wijzen   0    
Apparaat:12 0690– 2 3719 698– 2 366– 2 398– 2 360– 2 362
 Apparaat:        
  Apparaat artikel 2 (DGW)12 069 – 2 3719 698– 2 366– 2 398– 2 360– 2 362
Ontvangsten:91 2 6712 762    

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Investeringen Stedelijke Vernieuwing

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Aanpassing budget Impulsregeling 2005–200865 000 
2. Intertemporele schuif; Impulsregeling 14 750
3. Overige mutaties 3 000
Totaal65 00017 750

Toelichting:

Ad 1 en 2:

De definitieve verdeling van het Impulsbudget is in 2005 vastgesteld. Op basis van deze definitieve verdeling is tevens vastgesteld in welk tempo de plannen worden beoordeeld en beschikt en is het kasritme opnieuw bepaald. De mutatie betreft de doorwerking vanuit 2005 welke is verwerkt in de Najaarsnota van dat jaar.

Instrument: Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Aanpassing fasering IPSV-budgetten 2005–2006 2 051
2. Intertemporele schuif IPSV (nav projectplanningen) – 23 051
Totaal – 21 000

Toelichting:

Ad 1 en 2:

Op basis van een inventarisatie van de projectplanningen en daarbij horende uitfinancieringen wordt de fasering van de uitgavenraming van het innovatiebudget stedelijke vernieuwing in de jaren 2006–2010 aangepast.

Instrument: Subsidies energiebesparing (CO2-reductie) gebouwde omgeving

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
1. Aanpassing verplichtingenraming nieuwe CO2-regeling16 250 
2. Intertemporele schuif; implementatie nieuwe CO2-regeling – 6 881
3. Overige mutaties – 89
Totaal16 250– 6 970

Toelichting:

Ad 1 en 2:

Op basis van de in de CO2-reductieregeling 2006 op te nemen bepalingen inzake het toekennen van geldelijke steun wordt de fasering van de meerjarige uitgavenraming aangepast. Dit leidt tot een verschuiving van uitgavenbudgetten van 2006–2008 naar 2009–2010.

Instrument: Kosten uitvoeringsorganisaties

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Herschikking budgetten transitie Senter Novem2 5002 500
Totaal2 5002 500

Toelichting:

Ad 1: Herschikking budgetten transitie Senter Novem

De budgetten voor de uitvoering van subsidieregelingen door SenterNovem worden voortaan begroot en verantwoord bij de Overige Programmabudgetten. Deze middelen zijn afkomstig van het instrument «Apparaat» van dit artikel.

Ontvangsten artikel 2

Instrument: Restituties en overige ontvangsten DGW

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–Ontvangsten
Mutaties 1e suppletore begroting: 
1. Doorwerking realisatie 20052 671
Totaal2 671

Toelichting:

Ad 1: Doorwerking realisatie 2005

Door de transitie SenterNovem is de terugvordering locatiesubsidie Delft Tanthof niet meer in 2005 gerealiseerd. De terugvordering zal nu in 2006 plaatsvinden.

Artikel 3. Garanderen van keuzemogelijkheden en betaalbaarheid op de woningmarkt

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:1 902 906 168 5252 071 43154 95050 25153 476– 17 709
Uitgaven:1 929 5060121 7362 051 24224 76325 77522 79213 350
Programma:1 910 0620101 2392 011 30115 89318 64519 62910 187
 Garanderen betaalbaarheid voldoende huurwoningen en evenwichtige verdeling:00000000
  Garanderen van de betaalbaarheid van voldoende huurwoningen en een evenwichtige verdeling hiervan (aanbodgericht)0  0    
         
 Garanderen betaalbaarheid wonen voor lage inkomensgroepen (vraaggericht):1 908 473099 9392 008 41214 39317 14518 1298 687
  Huursubsidie en huurtoeslag1 902 028 55 6391 957 66714 39317 14518 1298 687
  Vangnetregeling5 000 4 3009 300    
  Eénmalige bijdrage huurbeleid0  0    
  Kostenvergoeding verhuurders0  0    
  Bevorderen eigen woonbezit1 445  1 445    
  Bijdrage financiering startersleningen0 40 00040 000    
         
 Overige programmabudgetten:1 58901 3002 8891 5001 5001 5001 500
  Onderzoek737  737    
  Kennisoverdracht45  45    
  Kosten uitvoeringsorganisaties  1 3001 3001 5001 5001 5001 500
  Nader aan te wijzen807  807    
Apparaat:19 444020 49739 9418 8707 1303 1633 163
 Apparaat:        
  Apparaat artikel 3 (DGW)19 444 1 93721 3818 8707 1303 1633 163
  Uitvoering huursubsidie  18 56018 5600000
Ontvangsten:376 106 – 169 200206 90633 84029 1832 4286 877

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Huursubsidie en huurtoeslag

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Diverse mutaties huursubsidie en huurtoeslag105 34855 639
Totaal105 34855 639

Toelichting:

Ad 1: Diversen mutaties huursubsidie en huurtoeslag

De overschrijding van € 55 mln is in belangrijke mate toe te schrijven aan vier oorzaken, waarvan er twee reeds werden aangemerkt als structureel tekort bij 2e suppletore begrotingswet 2005. Toen is reeds geconstateerd dat het aantal huishoudens met een toekenning hoger was dan waarmee rekening was gehouden. Bovendien was het aandeel huishoudens met lage inkomens onverwacht sterk toegenomen. Het betreft hier een trendbreuk.

De andere twee oorzaken van genoemde overschrijding zijn een gemiddeld hoger nominaal huurniveau vanaf 2005, vanwege de hogere inflatie over 2005 en de extra middelen die de Belastingdienst/Toeslagen zal uitbetalen, omdat vanwege technische beperkingen voor een groep huishoudens een te laag inkomen is geadviseerd. Overigens zullen te hoge huurtoeslagen wel worden teruggevorderd.

De overschrijding laat vanaf 2006 verder een dalend verloop zien, dat met name is toe te schrijven aan effecten van het nieuwe huurbeleid. Verwacht wordt dat er uitstroom zal plaatsvinden als gevolg van verhuizingen. Het gaat hier om de huishoudens met huurtoeslag met een woning in het overgangsgebied, die na verhuizing geen recht hebben op huurtoeslag.

Ook is de raming voor de huurtoeslag aangepast op basis van de actuele macro-inzichten uit het CEP 2006. Dit leidt tot een verlaging van de raming van € 6 mln in 2006, € 18 mln in 2007 en structureel € 17 mln in latere jaren.

Instrument: Vangnetregeling

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Afwikkeling vangnetregeling4 3004 300
Totaal4 3004 300

Toelichting:

Ad 1: Afwikkeling vangnetregeling

Gemeenten, uitvoerders van de regeling (die m.i.v. 1 januari jl. is vervallen a.g.v. de invoering van de AWIR), dienen normaal gesproken tussentijdse declaraties in en na afloop van het subsidietijdvak wordt een einddeclaratie opgemaakt en ingediend. Echter, een groter aantal gemeenten heeft het indienen van tussentijdse declaraties voor zich uitgeschoven. Hierdoor zal in 2006 voor de afwikkeling van de Vangnetregeling tot en met 2005 een groter bedrag zijn gemoeid met de uitbetaling op basis van einddeclaraties.

Instrument: Bijdrage financiering startersleningen

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Startersleningen40 00040 000
Totaal40 00040 000

Toelichting:

Ad 1: Startersleningen

Om het kopen van een huis voor Starters te ondersteunen wordt een bedrag van € 40 mln gestort in het fonds Stimulering Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). Uit dit fonds worden subsidies verstrekt voor de stichtingskosten van sociale nieuwbouwwoningen.

Instrument: Apparaat artikel 3 (DGW)

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Uitvoeringskosten huurliberalisatie3 5003 500
2. Uitvoeringskosten betaalbaarheidsheffing huurwoningen800800
3. Diverse mutaties– 183– 2 363
Totaal4 1171 937

Toelichting:

Ad 1 en 2:

Met de uitvoering van de Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen zijn kosten gemoeid voor de Belastingdienst. Deze uitvoeringkosten worden meegenomen in de heffing aangezien deze nodig zijn om de beoogde opbrengst van de heffing te realiseren (zie ook de betreffende ontvangstenmutatie op dit artikel).

Ad 3: Diverse mutaties

In het streven naar een verdere verkorting van de behandeltermijnen van geschillen en een doelmatig opererende organisatie is voor het secretariaat van de huurcommissies een investeringsplan opgesteld. De noodzakelijke wijzigingen zullen worden doorgevoerd in de jaren 2006 t/m 2008. Dit ook als opmaat voor het te vormen ZBO.

Het nieuwe huurbeleid brengt additionele kosten met zich mee voor de Belastingdienst Toeslagen welke zullen worden overgeboekt naar deze dienst.

Instrument: Uitvoering huursubsidie

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Uitvoeringskosten huursubsidie 200614 59018 590
2. Taakstelling Electronische overheid1 3221 322
3. Overige mutaties– 1 352– 1 352
Totaal14 56018 560

Toelichting:

Ad 1: Uitvoeringskosten huursubsidie 2006

Vooruitlopend op de overgang van de uitvoering huurtoeslag naar de Belastingdienst Toeslagen zijn de middelen hiervoor integraal overgeboekt naar de Belastingdienst Toeslagen. Voor de uitvoering van oude coderegelingen Huursubsidie is in 2006 evenwel nog budget benodigd op de begroting van VROM.

Ad 2: Taakstelling Electronische overheid

Als grondslag voor de verdeling van de taakstelling is het aantal klantcontactpunten gebruikt. Voor de uitvoering van de huursubsidie zijn Huursubsidie-Informatie Punten (HIP) ingericht. Op grond hiervan zou VROM een relatief forse bijdrage aan de taakstelling moeten leveren. Echter, aangezien de budgetten voor de uitvoering van de huursubsidie/huurtoeslag aan Financiën zijn overgedragen, wordt dit deel van de taakstelling vanuit de generale middelen gecompenseerd.

Ontvangsten artikel 3

Instrument: Restituties subjectsubsidies

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–Ontvangsten
Mutaties 1e suppletore begroting: 
1. Actualisatie raming ontvangsten PVI (Ontvangsten HT)– 24 500
2. Aanpassing raming ontvangsten verhuurders (Ontvangsten HT)– 400
3. Aanpssing raming vorderingen 2006 ev (Ontvangsten HT)1 700
Totaal– 23 200

Toelichting:

Ad 1, 2 en 3:

Voor de restituties voor subsidiejaren, is een nieuwe raming opgesteld waarin meer rekening is gehouden met de «invorderbaarheid» van de voorraad vorderingen. De mate van invorderbaarheid is bepaald op basis van een analyse van de voorraad vorderingen, waarbij onder andere de invorderingsstatus en de ouderdom belangrijk zijn geweest. Dit heeft met name geleid tot een verlaging van de ontvangstenraming in 2006.

Voor de ontvangsten vanaf het berekeningsjaar 2006 is de raming verhoogd op basis van de realisatiecijfers van het subsidiejaar 2004–2005 en als gevolg van een indexatie van de volume- en gemiddelde bijdrage-ontwikkeling.

Instrument: Taakstelling Huursubsidie

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–Ontvangsten
Mutaties 1e suppletore begroting: 
1. Correctie a.g.v. vertraging invoering modernisering huurbeleid– 165 000
Totaal– 165 000

Toelichting:

Ad 1: Correctie a.g.v. vertraging invoering modernisering huurbeleid

De betaalbaarheidsheffing huurwoningen wordt in het jaar 2006 neerwaarts bijgesteld. Dit als compensatie voor derving van inkomsten van verhuurders vanwege wijzigingen in de modernisering van het huurbeleid.

Instrument: Bijdrage verhuurders hs-plus

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–Ontvangsten
Mutaties 1e suppletore begroting: 
1. Uitvoeringskosten nieuw huurbeleid7 000
2.Diverse mutaties12 000
Totaal19 000

Toelichting:

Ad 1: Uitvoeringskosten nieuw huurbeleid

Met de uitvoering van de Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen zijn kosten gemoeid voor de Belastingdienst en de het gebruiken van WOZ-gegegevens. Deze uitvoeringkosten worden meegenomen in de heffing aangezien deze nodig zijn om de beoogde opbrengst van de heffing te realiseren.

Ad 2: Diverse mutaties

De raming van de ontvangsten uit hoofde van de Wet betaalbaarheidsheffing huurwoningen is aangepast op grond van de in het wetsvoorstel opgenomen ramingen en daaraan ten grondslag liggende methodiek en bepalingen.

Artikel 4. Optimalisering van de ruimtelijke afweging

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:11 118 4 33215 4502 7053 3372 5471 528
Uitgaven:11 973010 01121 9848 8179 2996 2061 731
Programma:5 73407 24812 9826 1816 7163 599– 875
 Ruimtelijk instrumentarium ontwikkelen en beheren:5 73407 24812 9826 1816 7163 599– 875
  FES ICES/KIS350 5 6506 0005 7005 7002 692– 300
  Monitoring Nota Ruimte916 4771 393– 275– 166– 48– 24
  Subsidies algemeen3 140 5971 5133823423434
  Overige instrumenten algemeen0 9364 076374840921– 585
Apparaat:6 23902 7639 0022 6362 5832 6072 606
 Apparaat:        
  Apparaat artikel 4 (DGR)6 239 2 7639 0022 6362 5832 6072 606
Ontvangsten:0 7 1357 1356 0 006 0002 9920

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: FES ICES/KIS

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Bijdrage FES tbv BSIK-project Habiform 6 000
2. Overige mutaties– 300– 350
Totaal– 3005 650

Toelichting:

Ad 1: Bijdrage FES tbv Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur (BSIK)-project Habiforum

De bijdrage uit het FES t.b.v. het BSIK-project Habiforum is meerjarig t/m 2009 naar de VROM-begroting overgeboekt.

Instrument: Overige instrumenten algemeen

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Gebiedsontwikkeling890890
2. Overige mutaties3 8483 186
Totaal4 7384 076

Toelichting:

Ad 1: Gebiedsontwikkeling

T.b.v. de gebiedsontwikkeling is een meerjarige reeks tm 2009 aan de begroting toegevoegd van € 890 000,–, die zal worden ingezet ter ondersteuning van lagere overheden bij de uitvoering van het ruimtelijke beleid in het kader van de programma-aanpak, ontwikkelingsplanologie en luchtkwaliteit.

Ad 2: Overige mutaties

Op diverse instrumenten hebben per saldo budgettair neutrale correcties plaatsgevonden t.o.v. de ontwerpbegroting 2006, omdat de beginstanden na de conversie naar de nieuwe artikelstructuur onjuist bleken te zijn.

Artikel 5. Gebiedsontwikkeling en realisatie Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amendementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:33 266 283 419316 68519 308– 6 198– 3 770– 3 713
Uitgaven:42 4280181 811224 239206 78881 74322 72916 201
Programma:35 0050186 391221 396211 22186 08427 06220 535
 Stedelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen:14 3920191 466205 858211 85886 70126 81119 796
  FES BIRK  103 077103 07731 99057 7578 7219 187
  FES nieuwe sleutelprojecten  93 60093 600180 27825 80014 30010 900
  Onderzoek stedelijk gebied88 15324144164646
  Subsidies stedelijk gebied9 532 – 4 4425 090– 2704 2484 455165
  Overige instrumenten stedelijk gebied1 180 – 60557579– 100– 441– 451
  Interreg3 592 – 3173 275– 263– 1 020– 270– 51
         
 Landelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen:20 6130– 5 07515 538– 637– 617251739
  FES BIRK   0    
  Onderzoek landelijk gebied   0    
  Subsidies landelijk gebied587 – 76511– 77– 67– 51222
  Overige instrumenten landelijk gebied898 4121 310242252262216
  Bufferzones16 601 – 5 41111 190– 802– 802501501
  Belverdere2 527 02 527    
Apparaat:7 4230– 4 5802 843– 4 433– 4 341– 4 333– 4 334
 Apparaat:        
  Apparaat artikel 5 (DGR)7 423 – 4 5802 843– 4 433– 4 3414 333– 4 334
Ontvangsten:10 3000196 677206 977212 26883 55723 02120 087

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: FES Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK)

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Diverse mutaties FES BIRK80 624103 077
Totaal80 624103 077

Toelichting:

Ad 1: Diverse mutaties FES BIRK

Tot en met 2005 werd jaarlijks de FES-bijdrage voor de BIRK-projecten opgevraagd. Met ingang van 2006 zijn de kasreeksen meerjarig opgevraagd en ontvangen. Als gevolg hiervan is het budget op dit instrument fors gestegen. T.b.v. de nog resterende BIRK-projecten zal in 2006 de verplichting worden aangegaan.

Instrument: FES Nieuwe Sleutelprojecten

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Bijdrage uit FES tbv NSP Breda24 90018 900
2. Bijdrage uit FES tbv NSP Rotterdam57 47810 900
3. Bijdrage uit FES tbv NSP Amsterdam129 100 
4. Overige mutaties 63 800
Totaal211 47893 600

Toelichting:

Ad 1, 2 en 3:

Ook voor de FES-bijdragen ten behoeve van de Nieuwe Sleutelprojecten worden vanaf 2006 kasreeksen meerjarig opgevraagd en ontvangen. T.b.v. de laatste drie Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) Breda, Rotterdam en Amsterdam (Zuidas) is bij het FES het verplichtingenbedrag opgevraagd.

Instrument: Subsidies stedelijk gebied

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Intertemporele schuif; Hart voor Dieren – 8 580
2. Overige mutaties– 2134 138
Totaal– 213– 4 442

Toelichting:

Ad 1: Intertemporele schuif; Hart voor Dieren

T.b.v. het project Hart voor Dieren is een kasschuif van in totaal € 8,5 mln naar 2008 en 2009 opgenomen waarmee wordt aangesloten bij de kasbehoefte van dit project.

Instrument: Bufferzones

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Kas- en verplichtingenschuif Bufferzones– 3 909– 3 909
2. Overige mutaties– 1 502– 1 502
Totaal– 5 411– 5 411

Toelichting

Ad 1: Kas en verplichtingenschuif Bufferzones

T.b.v. een actualisering van de bufferzones-aankopen zijn de kas- en verplichtingenreeks aangepast.

Instrument: Apparaat DGR

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
2. Diverse mutaties– 4 480– 4 580
Totaal– 4 580– 4 580

Toelichting

Ad 1: Op diverse instrumenten hebben per saldo budgettair neutrale correcties plaatsgevonden t.o.v. de ontwerpbegroting 2006, omdat de beginstanden na de conversie naar de nieuwe artikelstructuur onjuist bleken te zijn.

Artikel 6. Beperken van klimaatverandering en grootschalige luchtverontreiniging

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:46 797 45 96192 758-4278389791 256
Uitgaven:85 3570– 2 44582 91214 28018 86821 70016 675
Programma:80 8080– 2 39778 41114 55519 05821 88616 786
 Realisatie Kyoto klimaatverplichtingen:72 4330– 18 01854 415– 1 6486 6739 46210 403
  Binnenlandse klimaatinstrumenten28 433 – 7 71520 718– 9 059– 7 357– 7 259– 7 516
  Clean Development Mechanism44 000 – 10 30333 6977 41114 03016 72117 919
         
 Beperken klimaatverandering door post-Kyoto afspraken:3 465013 53016 99514 41711 34611 3875 346
  Beperken klimaatverandering door post-Kyoto afspraken3 465 13 53016 99514 41711 34611 3875 346
         
 Beperken aantasting van de ozonlaag:002502500000
  Beperken aantasting van de ozonlaag0 2502500000
         
 Beperken van verzuring en grootschalige luchtverontreiniging:4 91001 8416 7511 7861 0391 0371 037
  Beperken van verzuring en grootschalige luchtverontreiniging4 910 1 8416 7511 7861 0391 0 371 037
Apparaat:4 5490– 484 501– 275– 190– 186– 111
 Apparaat:        
  Apparaat artikel 6 (DGR)4 549 – 484 501– 275– 190– 186– 111
Ontvangsten:0 11 46811 4688 0006 0006 0410

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Binnenlandse klimaatinstrumenten

Op dit instrument hebben per saldo budgettair neutrale correcties plaatsgevonden t.o.v. de ontwerpbegroting 2006, omdat de beginstanden na de conversie naar de nieuwe artikelstructuur onjuist bleken te zijn.

Instrument: Clean Development Mechanism (CDM)

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Ophoging Wereldbank48 000– 6 832
2. Overige mutaties – 3 471
Totaal48 000– 10 303

Toelichting

Ad 1: Ophoging Wereldbank

Ter compensatie van in de markt optredende prijsstijgingen, is een bedrag van € 48 mln toegevoegd aan het budget voor CDM. Hiermee kan de oorspronkelijke doelstelling van 67 Mton CO2-equivalenten gehandhaafd worden. De ophoging van het totaalbudget wordt gecombineerd met een kasschuif binnen de bestaande budgetten, waardoor in 2006 per saldo sprake is van een verlaging van het kasbudget.

Instrument: Beperken klimaatveranderingen door post-Kyoto afspraken

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. FES-middelen BSIK kllimaat voor ruimte 10 000
2. Overige mutaties1 1513 530
Totaal1 15113 530

Toelichting:

Ad 1: FES middelen BSIK klimaat voor ruimte

In 2005 is bij 2e suppletore begroting de eerste tranche voor het BSIK-project Klimaat voor Ruimte aan de begroting toegevoegd. Thans wordt de meerjarige reeks toegevoegd.

Artikel 7. Verbeteren milieukwaliteit van water en bodem

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:156 967 – 7 483149 48424 521– 8 796– 5 1184 628
Uitgaven:137 465015 090152 55511 2798 91712 8954 828
Programma:133 000015 008148 00811 2018 83712 8144 748
 Verbeteren van de milieukwaliteit van de bodem:1 43606332 0691 0731 1051 1051 112
  Verbeteren van de milieukwaliteit van de bodem1 436 6332 0691 0731 1051 1051 112
         
 Saneren van verontreinigde bodems:120 469020 060140 52915 84215 70316 8855 391
  Saneren van verontreinigde bodems120 469 20 060140 52915 84215 70316 8855 391
         
 Verbeteren van de milieukwaliteit van water:76306011 364939920917924
  Verbeteren van de milieukwaliteit van water763 6011 364939920917924
         
 Bevorderen van gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijke gebied:6 6340– 3 9752 659– 3 297– 5 516– 2 717690
  Bevorderen van gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijke gebied6 634 – 3 9752 659– 3 297– 5 516– 2 717690
         
 Bevorderen van duurzame landbouw:3 6980– 2 3111 387– 3 356– 3 375– 3 376– 3 369
  Bevorderen van duurzame landbouw3 698 – 2 3111 387– 3 356– 3 375– 3 376– 3 369
Apparaat:4 4650824 54778808180
 Apparaat:        
  Apparaat artikel 7 (DGM)4 465 824 54778808180
Ontvangsten:0014 30014 30015 10015 00013 500200

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Saneren van verontreinigde bodems

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Van BZK/Provinciefonds t.b.v. apparaatskosten bodemsanering5 2135 213
2. FES toekenning bodemsanering12 50012 500
3. Kostenverhaal bodemsanering 20053 7873 787
4. Overige mutaties– 6 714– 1 440
Totaal14 78620 060

Toelichting:

Ad 1: Van BZK/Provinciefonds t.b.v. apparaatskosten bodemsanering

Er wordt budget overgeheveld van het provinciefonds (onderdeel BZK) naar VROM i.v.m. de verschuiving van apparaatskosten bodemsanering van provincies naar gemeenten. VROM stelt rechtstreeks aan het bevoegd gezag een budget beschikbaar t.b.v. taken op het gebied van bodemsanering, voortvloeiend uit VROM-regelgeving. Taken die voorheen door provincies werden verricht zijn door de rechtstreeks gemeenten overgenomen. Derhalve wordt budget van het Provinciefonds aan de VROM-begroting toegevoegd en daarna toegekend aan de betreffende gemeenten conform de in 2000 gemaakte afspraken.

Ad 2: FES toekenning bodemsanering

Voor de jaren 2006 t/m 2009 wordt vanuit het FES in totaal € 50 mln extra beschikbaar gesteld voor de sanering van spoedeisende gevallen van bodemverontreiniging. Het gaat in al deze gevallen om het versneld wegnemen van ernstige verontreinigingen die economische ontwikkelingen in de weg staan. In concreto gaat het onder andere om projecten gerelateerd aan de ontwikkeling van de Stormpolder in Krimpen a/d IJssel (EMK-terrein), de herinrichting van delen van de Brabantse en Limburgse Kempen en de uitbreiding van een bedrijfsterrein in Olst.

Ad 3: Kostenverhaal bodemsanering 2005

In 2005 zijn in het kader van de uitvoering van het kostenverhaal jegens particulieren, bedrijven en gemeenten ontvangsten verkregen voor een totaalbedrag van € 3,787 mln. Dit bedrag wordt in 2006 weer toegevoegd aan het uitgavenbudget voor bodemsanering.

Instrument: Bevorderen van gebiedsspecifieke milieumaatregelen in het landelijke gebied

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. FES-middelen voor luchtwassers2 2001 800
2. Overige mutaties– 19 307– 5 775
Totaal– 21 507– 3 975

Toelichting:

Ad 1: FES middelen voor luchtwassers

Vanuit het FES is budget overgeheveld naar VROM ten behoeve van onderzoek in de periode 2006–2009 naar het versneld beschikbaar en toepasbaar maken van gecombineerde luchtwassers voor de intensieve veehouderij in het kader van het «programma luchtwassers». Door de inzet van luchtwassers kan de emissie van fijn stof, ammoniak en geur uit stallen sterk worden verminderd.

Incidentele subsidies(Vermelding in 1e suppletore begroting voor wettelijke grondslag)

Aan de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) is voor 2006 een subsidie verleend van € 408 402,–. Tussen het ministerie van VROM en de SIKB is een subsidieovereenkomst voor de periode tot en met 2006 afgesloten. Het doel van deze subsidie is het versneld tot stand brengen van een in de bodembeheerssector dekkende structuur van normatieve documenten voor de kwaliteitsborging.

De gemeente Haarlem heeft een bijdrage van € 266 918 gevraagd voor het project Lokale Ambities Bodem. Het resultaat hiervan is het opstellen van een handreiking voor de lokale overheden voor het formuleren van integraal bodembeleid.

Artikel 8. Verbeteren van de milieukwaliteit in de bebouwde omgeving

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:35 063 35 17170 23479 80943 58018 88022 444
Uitgaven:40 733038 87579 60879 80943 58019 41622 980
Programma:36 258038 32474 58279 46443 20019 03522 600
 Geïntegreerd milieubeleid voor andere overheden:5 52802 8348 3622 9502 9502 9502 950
  Geïntegreerd milieubeleid voor andere overheden5 528 2 8348 3622 9502 9502 9502 950
         
 Verbeteren van de lokale luchtkwaliteit:00000000
  Verbeteren van de lokale luchtkwaliteit  0     
         
 Verminderen van geluidhinder:30 730069031 42011450– 615– 1 250
  Verminderen van geluidhinder30 730 69031 42011450– 615– 1 250
         
 Bevorderen van duurzame mobiliteit:0034 80034 80076 40040 20016 70020 900
  Bevorderen van duurzame mobiliteit  34 80034 80076 40040 20016 70020 900
Apparaat:4 47505515 026345380381380
 Apparaat:        
  Apparaat artikel 8 (DGM)4 475 5515 026345380381380
Ontvangsten:0 34 80034 80076 40040 20016 70020 900

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Bevorderen van duurzame mobiliteit

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. FES-middelen t.b.v. uitvoering luchtkwaliteit34 80034 800
Totaal34 80034 800

Toelichting:

Ad 1: FES middelen t.b.v. uitvoering luchtkwaliteit

In de brief van 2 november jl. (TK, vergaderjaar 2005–2006, 30 175, nr. 12) is aangegeven welke maatregelen worden genomen t.b.v. bronmaatregelen in het verkeer. Met deze mutatie wordt budget aan de VROM-begroting toegevoegd vanuit het FES t.b.v. maatregelen als roetfilters, retrofit roetfilters en schone vuilniswagens.

Incidentele subsidies (Vermelding in 1e suppletore begroting voor wettelijke grondslag)

De stichting LAOZ heeft een bijdrage van € 100 000 gevraagd voor de Week van de Vooruitgang, die van 16 t/m 22 september 2006 in Nederland gehouden zal worden. Het doel hiervan is het uitvoeren van concrete activiteiten gericht op de verbetering van de duurzaamheid van het mobiliteitsgedrag en van de leefbaarheid van de woonomgeving.

De stichting Natuur en Milieu ontvangt een bijdrage van € 70 000 voor het project Auto van de Toekomst, waarvan de inzendingen tijdens de AutoRAI tentoongesteld en beoordeeld zullen worden. Het doel is om het belang en de mogelijkheden van schonere, stillere en zuiniger auto’s in brede kring aan de orde te stellen.

Artikel 9. Verminderen van risico’s van stoffen, afval, straling en GGO’s

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:19 601– 2 00011 65229 253– 758– 697– 648– 1 769
Uitgaven:40 196– 2 000– 86337 3331 6152 9033 3521 538
Programma:35 199– 2 000– 95432 2451 5282 8133 2611 448
 Veilig gebruik van chemische stoffen:13 07301 22614 2991 1601 1601 1600
  Veilig gebruik van chemische stoffen13 073 1 22614 2991 1601 1601 1600
         
 Reductie van milieubelasting door afvalstoffen:18 814– 2 000– 1 15915 655– 1 514– 1 379– 1 331– 1 284
  Reductie van milieubelasting door afvalstoffen18 814– 2 000– 1 15915 655– 1 514– 1 379– 1 331– 1 284
         
 Bescherming tegen straling:1 22103921 613632632632632
  Bescherming tegen straling1 221 3921 613632632632632
         
 Verantwoorde toepassing van ggo’s:2 0910– 1 4136781 2502 4002 8002 100
  Verantwoorde toepassing van ggo’s2 091 – 1 4136781 2502 4002 8002 100
Apparaat:4 9970915 08887909190
 Apparaat:        
  Apparaat artikel 9 (DGM)4 997 915 08887909190
Ontvangsten:002002001 2502 4002 8002 100

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Verantwoorde toepassing van ggo’s

Op dit instrument heeft de volgende mutatie plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. FES-middelen m.b.t. Biotechnologie200200
2. Overige mutaties9 911– 1 613
Totaal10 111– 1 413

Toelichting:

Ad 1: FES middelen m.b.t. Biotechnologie

Voor de uitvoering van het Ecologisch Onderzoekprogramma Biotechnologie is door de Minister van Economische Zaken een bijdrage toegekend ten bedrage van € 10 mln voor de periode 2006 t/m 2012. Op 23 maart 2006 is met de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek een convenant ondertekend om dit onderzoekprogramma uit te voeren.

Artikel 10. Versterken van het (inter)nationale milieubeleid

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:85 683 – 10 09875 585– 15 387– 17 167– 17 555– 17 583
Uitgaven:90 641091491 555– 10 023– 14 452– 15 205– 17 583
Programma:82 1370– 43181 706– 11 800– 16 302– 17 054– 19 355
 Strategieontwikkeling en adequaat generiek instrumentarium:69 9970– 86769 130– 12 460– 17 094– 17 208– 19 159
  Strategieontwikkeling en adequaat generiek instrumentarium69 997 – 86769 130– 12 460– 17 094– 17 208– 19 159
         
 Internationaal milieubeleid:4 84201 5466 3881 3701 418543193
  Internationaal milieubeleid (HGIS-deel)4 842 5805 422– 447– 449– 449– 249
  Internationaal milieubeleid (niet HGIS-deel)0 9669661 8171 867992442
         
 Gecoördineerd milieubeleid voor industrie en MKB:7 2980– 1 1106 188– 710– 626– 389– 389
  Gecoördineerd milieubeleid voor industrie en MKB7 298 – 1 1106 188– 710– 626– 389– 389
         
 Overheidsbeleid voor duurzame ontwikkeling:00000000
  Overheidsbeleid voor duurzame ontwikkeling0  0    
Apparaat:8 50401 3459 8491 7771 8501 8491 772
 Apparaat:        
  Apparaat artikel 10 (DGM)8 504 – 3 2685 236– 3 055– 3 137– 3 138– 3 215
  Apparaat internationale Zaken (IZ)  4 6134 6134 8324 9874 9874 987
Ontvangsten:917010 18011 0976 5372 0002 0000

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Strategieontwikkeling en adequaat generiek instrumentarium

Op dit instrument heeft de volgende mutatie plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. FES-middelen BSIK-kennisnetwerk KSI02 319
2. FES-middelen Milieutechnologie (ProMT)4 5374 537
3. I.v.m. overdracht MNP– 22 043– 22 043
4. Overige mutaties1 82514 320
Totaal– 15 681– 867

Toelichting:

Ad 1: FES-middelen BSIK-kennisnetwerk KSI

Het kabinet is in 2004 akkoord gegaan om FES-middelen via het BSIK aan te wenden voor bovenvermeld project. De toezegging betrof € 10 mln verdeeld over 5/6 jaar. De uitfinanciering betrof ca. € 2 mln per jaar. In 2005 is t.b.v. dit project € 1,681 mln aan voorschotten verstrekt. Het verschil ad. € 0,319 mln zal als voorschot boven op de jaarlijkse kasverwachting ad € 2 mln in 2006 betaalbaar worden gesteld. Dit bedrag is overeenkomstig de planning van KSI.

Ad 2: FES-middelen Milieutechnologie (ProMT)

De FES-middelen ProMT 2005 ad € 7,403 mln zijn niet volledig uitgeput. Het verschil ad € 3,324 mln is doorgeschoven naar 2006. De uitfinanciering ProMT is gemiddeld drie tot vier jaar, waardoor pas in 2006/2007 de maximale uitgaven gaan plaatsvinden.

Ad 3: Overdracht Milieu en Natuur Planbureau (MNP)

Het kabinet heeft eind 2005 beslist dat het MNP wordt losgemaakt van het RIVM en ondergebracht zal worden bij VROM per 1-1-2006. Hiermee is een bedrag gemoeid van ca 22 mln dat bij VROM centraal is ondergebracht.

Artikel 11. Vergroten van de externe veiligheid

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:12 897 99 005111 902-960– 412– 254– 213
Uitgaven:14 454013 77528 22918 96619 53219 89119 757
Programma:10 432014 53624 96819 60520 19420 02619 892
 Bepalen van de aanvaardbaarheid van risicovolle situaties:9040– 3295755393809– 31
  Bepalen van de aanvaardbaarheid van risicovolle situaties904 – 3295755393809– 31
         
 Oplossen van niet-aanvaardbare risicovolle situaties:8 3330– 1 1577 176– 425– 40– 1 040400
  Oplossen van niet-aanvaardbare risicovolle situaties8 333 – 1 1577 176– 425– 40– 1 040400
         
 Preventie tegen nieuwe risicovolle situaties:896015 62216 51819 72219 76920 06119 490
  Preventie tegen nieuwe risicovolle situaties896 15 62216 51819 72219 76920 06119 490
         
 Milieu en veiligheidsaspecten in ruimtelijke planvorming betrekken:299040069925537219633
  Overige instrumenten en milieu en veiligheid299 40069925537219633
  Schadeclaims   0    
Apparaat:4 0220– 7613 261– 639– 662– 135– 135
 Apparaat:        
  Apparaat artikel 11 (DGR)1 033 – 231802– 225– 219– 218– 218
  Apparaat artikel 11 (DGM)2 989 – 5302 459– 414– 4438383
Ontvangsten:0  0    

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Preventie tegen nieuwe risicovolle situaties

Op dit instrument heeft de volgende mutatie plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Uit aanvullende Post Fin programma financiering EV100 00015 000
2. Overige mutaties– 660622
Totaal99 34015 622

Toelichting

Ad 1: Uit aanvullende Post Fin programma financiering Externe Veiligheid

Het kabinet Balkenende I heeft eind 2002 in het Strategisch Akkoord € 300 mln voor de periode tot en met 2010 beschikbaar gesteld voor het EV-beleid. Van dit bedrag is € 150 mln bestemd voor het versterken van de uitvoering en handhaving van het externeveiligheidsbeleid. Voor de periode 2006 t/m 2010 is jaarlijks € 20 mln, in totaal € 100 mln gereserveerd voor provincies en gemeenten (programmafinanciering). Dit bedrag is bij 1e suppletore aan de VROM begroting toegevoegd.

Artikel 12. Handhaving en toezicht

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:63 344 3 51866 862– 1 362– 1 685– 1 578– 1 654
Uitgaven:63 56402 35565 919– 1 362– 1 685– 1 578– 1 654
Programma:21 42801 54522 973– 2 027– 2 331– 2 331– 2 331
 Naleving van nationale en internationale regelgeving bevorderen (Primair toezicht):9 82402 69612 520– 1 683– 1 647– 1 647– 1 647
  Naleving van nationale en internationale regelgeving vallend onder VROM-toezicht bevorderen (Primair toezicht)9 824 2 69612 520– 1 683– 1 647– 1 647– 1 647
         
 Rijkstoezicht handhaven en interbestuurlijk toezicht uitvoeren (Interbestuurlijk toezicht):1 3210– 461 275– 70– 70– 70– 70
  Rijkstoezicht handhaven en interbestuurlijk toezicht uitvoeren op gemeenten en provincies ( Interbestuurlijk toezicht)1 321 – 461 275– 70– 70– 7070
         
 Wettelijke taken prioriteren en relevante maatschappelijke signalen selecteren (Strategie/maatschappelijke signalen):3 0740– 1022 972– 153– 153– 153– 153
  Wettelijke taken prioriteren en relevante maatschappelijke signalen selecteren (Strategie/maatschappelijke signalen)3 074 – 1022 972– 153– 153– 153– 153
         
 Crisismanagement organiseren:5 8460– 7825 064– 51– 391– 391– 391
  Crisismanagement organiseren5 846 – 7825 064– 51– 391– 391– 391
         
 Opsporen en bestrijden van fraude:1 3630– 2211 142– 70– 70– 70– 70
  Opsporen en bestrijden van fraude1 363 – 2211 142– 70– 70– 70– 70
Apparaat:42 136081042 946665646753677
 Apparaat:        
  Apparaat artikel 12 (IG)42 136 81042 946665646753677
Ontvangsten:88200882    

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Naleving van nationale en internationale regelgeving (primair toezicht)

Op dit instrument heeft de volgende mutatie plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Samenwerkende inspecties4 5004 500
2. Overige mutaties– 1 651– 1 804
Totaal2 8492 696

Ad 1: Samenwerkende inspecties

De Tweede Kamer heeft recent gesproken over de samenwerking van de Rijksinspecties en heeft geconcludeerd dat de ambities veel hoger moeten liggen. Gestreefd zal worden per domein naar één loket en één duidelijke sturing van het toezicht. Met deze aanpak per domein, zoals chemische industrie, horeca, wegtransport en aannemers, komen de verschillende ondernemers in de verschillende sectoren centraal te staan. De middelen (€ 4,5 mln) is het totaal van alle betrokken ministeries. De Tweede Kamer verlangt op korte termijn resultaat. Tezamen met het VNO-NCW en MKB Nederland wordt deze opdracht uitgewerkt. De uitwerking omvat onder andere de volgende elementen: het opstellen van vereenvoudigingsvoorstellen voor reductie van de toezichtlast, het ontwerp en de organisatie van de één-loket functie, het meten van de toezichtslast, het verwerven van draagvlak in overleg met bedrijven, inspecties en andere overheden, het monitoren van reducties per domein en aansturing resultaten in de domeinen van toezicht. De insteek is dat de terugdringing van de toezichtslast met 25% of wat redelijkerwijs mogelijk is in de te benoemen domeinen gerealiseerd wordt.

Artikel 13. Rijkshuisvesting en architectuur

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:97 756 29 413127 16916 17618 03131 83513 218
Uitgaven:97 756029 413127 16916 17618 03131 83513 218
Programma:97 756029 413127 16916 17618 03131 83513 218
 Het adviseren en implementeren beleid rijkshuisvestingsstelsel:6 7240– 1 5265 198– 1 442– 1 399– 656– 658
  Beleid (mede) van toepassing op de rijkshuisvesting en de doelmatige werking van het rijkshuisvestingsstelsel2 963 – 3032 660– 468– 671– 671– 671
  Onderzoek Rgd577  577    
  Coördinatie rijksopdrachtgeverschap in de bouw2 412 – 1 2231 189– 974– 7281513
  Energiebesparing rijkshuisvesting772  772    
  Duurzaam bouwen rijkshuisvesting   0    
         
 De architectonische kwaliteit stimuleren en monumenten beheren:17 81102817 839190407813752
  Stimuleren architectonische kwaliteit4 433 3164 749478680679663
  Beheer monumenten in rijksbezit13 378 – 28813 090– 288– 27313489
         
 Huisvesten van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken:73 221030 911104 13217 42819 02331 67813 124
  Onderhoud HCvS/AZ6 384 – 5345 850– 150– 159– 158– 172
  Investeringen HCvS/AZ28 154 24 03852 19215 84317 00030 22512 833
  Huren HCvS/AZ2 563 2312 794274276276– 111
  Asbestsanering   0    
  Paleizen28 517 7 10035 6171 3851 8531 281540
  Functionele kosten Koninklijk Huis7 603 767 67976535434
Ontvangsten:357 4 5004 857    

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Investeringen HCvS/AZ

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Herhuisvesting Raad van State2 4002 400
2. Afkoop erfpacht Pleingarage8 7188 718
3. Actualisering ramingen inversteringsprojecten5 0915 091
4. Overige mutaties7 8297 829
Totaal24 03824 038

Toelichting:

Ad 1: Herhuisvesting Raad van State

In 2006 start de 2e fase in de renovatie en nieuwbouw van huisvesting voor de Raad van State ten bedrage van ruim € 66 miljoen. Het resultaat na nieuwbouw en renovatie is een efficiënt ingedeeld complex en beter ruimtelijk gebruik, aangepast aan de (arbo) eisen van deze tijd voor met name veiligheid, flexibele inrichting en klimaatbeheersing.

Ad 2: Afkoop erfpacht Pleingarage

Met de gemeente Den Haag is overeengekomen om het opstalrecht van de parkeergarage aan het Plein eeuwigdurend af te kopen. Voor de afkoop van het deel van de Pleingarage dat door de Binnenhofgebruikers wordt gebruikt is € 8,7 mln benodigd. Verder wordt geïnvesteerd in installaties voor ventilatie, verlichting, brandmelding en omroepen en wordt het wegdek aangepast (€ 0,5 mln in 2006, in totaal € 2,2 mln ten laste van dit artikel).

Ad 3: Actualisering ramingen inversteringsprojecten

De kasramingen van de investeringsprojecten worden periodiek geactualiseerd waardoor kasmiddelen verschuiven tussen de verschillende jaren. Verschuivingen hangen bijvoorbeeld samen met een langere duur van het vergunningentraject van een project dan was voorzien en met de betalingen van het moederdepartement aan de baten- en lastendienst.

Instrument: Paleizen

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Tijdelijke bestemming Paleis Soestdijk3 8003 800
2. Grondaankoop Soestdijk2 5002 500
3. Overige mutaties800800
Totaal7 1007 100

Toelichting:

Ad 1: Tijdelijke bestemming Paleis Soestdijk

Paleis Soestdijk en de omliggende paleistuinen worden tijdelijk opengesteld voor het publiek. De openstelling van het paleis en omliggende park is voor de duur van 3 jaar. Het kabinet beslist in deze periode over de definitieve bestemming. Paleis Soestdijk en het bijbehorende park zijn Rijksmonumenten van de hoogste categorie. Om het openstellen van het Paleis voor het grote publiek mogelijk te maken realiseert de Rijksgebouwendienst een aantal voorzieningen. Het betreft aanpassingen ten behoeve van de toegankelijkheid, brandveiligheid en de bescherming van de historische interieurs. Daarnaast wordt het paleis zelf in gereedheid gebracht voor de bezoekers.

Ad 2: Grondaankoop Soestdijk

Voor grondaankoop wordt € 2,5 mln extra ter beschikking gesteld. Met de grondaankoop wordt bewerkstelligd dat een aaneensluitend terrein rondom Paleis Soestdijk, met belangrijke cultuurhistorische waarde, in handen van de Staat komt.

2.3. De niet-beleidsartikelen

Artikel 14. Algemeen

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:166 084 84 852250 93626 12028 51428 49525 322
Uitgaven:370 502095 263465 76522 45925 24024 94621 773
Programma:205 550062 762268 312– 573– 1 360– 455– 4 409
 Betaalbare woonkeuze koop- en huursector24 326 – 15924 167– 5 731– 5 656– 5 612– 5 565
 Budget BWS 1992–1994149 082 1 100150 1821 1001 1001 1001 100
 Woningbouw en duurzame kwaliteit   0    
 Huisvesting gehandicapten en woonzorg16 267 2 80019 0670000
 Communicatie-instrumenten7 815  7 815    
 Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StaB)4 759 584 81758585756
 Overige vastgoedinformatievoorziening2 000 2 0004 0004 0003 1384 0000
 Ruimtelijk Planbureau1 301 01 301    
 Programma/onderzoek Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB)0       
 Programma/onderzoek Milieu en Natuur Planbureau (MNP)0  0    
 Afkoop subsidies DGW regelingen0 56 96356 963    
Apparaat:164 952032 501197 45323 03226 60025 40126 182
 Departementsleiding, control, expertdiensten en overige staf:35 701021 68557 38622 00224 79422 82823 957
  Apparaat DGW2 374 – 6651 709– 1 317– 1 241– 1 04134
  Apparaat DGR2 409 1 9604 3691 8661 8201 8311 830
  Apparaat DGM2 458 182 47617181818
  Apparaat Inspectie304 – 3040– 304– 9– 304– 304
  Apparaat departementsleiding, control en overig staf22 822 – 1 39021 432– 2962 170290354
  Apparaat Ruimtelijk Planbureau (RPB)5 334 235 357– 7– 7– 9– 18
  Apparaat Milieu en Natuur Planbureau (MNP)0 22 04322 04322 04322 04322 04322 043
         
 Raden:6 9810– 2 0504 931– 2 135– 788171170
  VROM-Raad1 989 472 03654535252
  Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronzoek1 133 – 153980– 162– 166– 162– 162
  Waddenadviesraad (WAR)601 10770816161615
  Kenniscentrum Aanbesteding bouw (KCAB)2 316 – 2 3160– 2 308– 95600
  Nederlandse Emissie Autoriteit (NEA)  0     
  Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS)942  942    
  Technische Commissie Bodembescherming (TCB)0 265265265265265265
  Gemeenschappelijk OntwikkelingsBedrijf (GOB)0  0    
         
 Postactieven:6 23303046 5373049304304
  Postactieven DGW2 876  2 876    
  Postactieven DGR369  369    
  Postactieven DGM1 270  1 270    
  Postactieven Inspectie0 3043043049304304
  Postactieven RPB0  0    
  Postactieven GD/CSt1 718  1 718    
         
 Gemeenschappelijke voorzieningen:116 037012 562128 5992 8612 5852 0981 751
  Gemeenschappelijke voorzieningen90 185 12 562102 7472 8612 5852 0981 751
  Huurbijdrage aan RGD25 852  25 852    
Ontvangsten:22 424 4 00026 42410 56212 30013 1629 162

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Overig vastgoedinformatievoorziening

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Bijdrage FES tbv BSIK project GEO informatie4 0004 000
2. Overige mutaties– 2 000– 2 000
Totaal2 0002 000

Toelichting:

Ad 1: De bijdrage uit het FES tbv BSIK project GEO informatie is meerjarig t/m 2009 naar de VROM-begroting overgeboekt.

Instrument: Afkoop subsidies DGW-regelingen

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Afkoopsom subsidies PHW 198739 15039 150
2. Afkoopsom subsidies PHW 19857 8007 800
3. Afkoop bijdragen stedelijke vernieuwing Lelystad10 00010 000
4. Afkoopsom subsidies VPW 19791313
Totaal56 96356 963

Toelichting:

In het kader van kabinetsstandpunt op het rapport van de commissie Brinkman – het terugdringen van de verantwoordingsbureaucratie – worden de volgende specifieke uitkeringen in 2006 afgekocht:

Ad 1: Afkoopsom subsidies PHW 1987

De mutatie betreft een raming van de afkoopsommen van de ultimo 2006 af te kopen jaarlijkse bijdragen Particuliere Huurwoningen 1987.

Ad 2: Afkoopsom subsidies PHW 1985

De mutatie betreft een raming van de afkoopsommen van de ultimo 2006 af te kopen jaarlijkse bijdragen Particuliere Huurwoningen 1985.

Ad 3: Afkoop bijdragen stedelijke vernieuwing Lelystad

De mutatie betreft een raming van de afkoopsom van de ultimo 2006 af te kopen bijdragen Stedelijke vernieuwing Lelystad.

Ad 4: Afkoopsom subsidies VPW 1979

De mutatie betreft de raming van de afkoopsommen van de ultimo 2006 af te kopen jaarlijkse bijdragen Verbetering Particuliere Huurwoningen 1979.

Instrument: Apparaat Milieu en Natuur Planbureau (MNP)

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. I.v.m. overdracht MNP22 04322 043
Totaal22 04322 043

Toelichting:

Ad 1: Apparaat Milieu en Natuur Planbureau (MNP)

Het Milieu en Natuur Planubureau is per 1 januari 2006 overgekomen van VWS/RIVM naar VROM. De reguliere P&M middelen (ca. € 22 mln per jaar) betreffen uitgaven voor de going concern van het MNP en bestaan uit uitgaven voor ambtelijk personeel (totaal ca. 220 fte).

De totale loonsom bedraagt ca. € 15 mln. Verder betreft het apparaatsuitgaven voor huisvesting, energie, catering, onderhoud, schoonmaak en uitgaven voor ICT licenties en persoonsgebondenuitgaven zoals op opleidingen en reis en verblijfskosten.

Instrument: Gemeenschappelijke voorzieningen

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting  
1. Uitvoering opdracht BAG2 0002 000
2. Overige mutaties3 90710 562
Totaal5 90712 562

Toelichting:

Ad 1: Uitvoering basisregistratie voor adressen en gebouwen (BAG)

VROM voert het project uit als onderdeel van Programma Andere Overheid (PAO).

Artikel 15. Nominaal en onvoorzien

(Bedragen x € 1 000,–)(1)(2)(3)(4)=(1+2+3) 
 Stand ontwerp-begroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementMutaties 1e sup-pletore begroting 2006Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007Mutatie 2008Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen:– 682 17 47116 7894 2944 3324 31011 867
Uitgaven:1 81809 62011 4384 2944 3324 31011 867
Programma:1 81809 62011 4384 2944 3324 31011 867
 Loonbijstelling:3 70701 5285 235755646670707
  Loonbijstelling3 707 1 5285 235755646670707
         
 Prijsbijstelling:5 80802 5708 3782 5932 3822 1274 137
  Prijsbijstelling5 808 2 5708 3782 5932 3822 1274 137
         
 Onvoorzien:3 6840– 2 2321 452– 2 232– 2 232– 2 232– 2 232
  Onvoorzien3 684 – 2 2321 452– 2 232– 2 232– 2 232– 2 232
         
 Nog te verdelen:– 11 38107 754– 3 6273 1783 5363 7459 255
  Nog nader te verdelen taakstellingen– 8 872 – 3 246– 12 118– 7 822– 7 564– 7 394– 7 033
  Nog nader te verdelen overig– 2 509 11 0008 49111 00011 10011 13916 288

Toelichting relevante mutaties:

Instrument: Nog nader te verdelen taakstellingen

Op dit instrument hebben de volgende mutaties plaatsgevonden:

Bedragen * € 1000,–VerplichtingenUitgaven
Mutaties 1e suppletore begroting:  
1. Tegenboeking taakstelling PIA 2006 ev5 4275 427
2. Ramingsbijstelling– 18 000– 18 000
3. Eindejaarsmarge16 1226 271
2. Overige mutaties1 0563 056
Totaal4 605– 3 246

Toelichting:

Ad 1: Tegenboeking taakstelling PIA

Het kabinet wilde in totaal € 150 miljoen bezuinigen op inkoopactiviteiten. De taakstelling voor VROM loopt uiteindelijk op tot € 8,145 mln per jaar. De taakstelling PIA zal worden gerealiseerd door voor een aantal productgroepen interdepartementaal gecoördineerde inkoop in te voeren. Een klein deel dat betrekking heeft op VROM is uitgedeeld bij Miljoenennota 2005, een deel is uitgedeeld bij Najaarsnota 2005 en het laatste deel nu bij Voorjaarsnota 2006.

Ad 2: Vrom levert d.m.v. ramingsbijstellingen en ombuigingsmaatregelen jaarlijks m.i.v. 2006 € 18 mln in.

Ad 3: Van de totaal uitgekeerde eindejaarsmarge van € 25 mln zal € 6,2 mln dit jaar nog toebedeeld worden aan diverse instrumenten.

Wetsartikel 2 (begroting Baten-lastendiensten)

3. Baten-lastendienst «Rijksgebouwendienst»

Begroting Baten-Lastendienst (Rijksgebouwendienst)

Baten-lastenoverzicht

Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Voorjaarsnota (bedragen in € * 1 000)

OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingMutaties (+ of –) 1e suppletore begrotingTotaal geraamd
Baten   
Leveren producten/diensten:   
Opbrengst departementen1 125 61473 0001 198 614
Opbrengst moeder97 75629 413127 169
Opbrengst derden9 7619 761
    
Bedrijfsvoering:   
Rentebaten4 0004 000
Overige baten5 0005 000
Totaal baten1 242 131102 4131 344 544
Lasten   
Product Huisvesting:   
Apparaatskosten (netto)56 1852 00058 185
Huren vanuit de markt258 30845 231303 539
Rentelasten296 112– 10 000286 112
Afschrijvingen286 912286 912
Dagelijks onderhoud100 4226 354106 776
Mutaties voorzieningen83 74983 749
Belastingen en heffingen23 0121 00024 012
Investeringen buiten gebruiksvergoedingen78 92654 038132 964
Overige producten:   
Services23 58710 00033 587
Adviezen10 462– 5 0005 462
Beleid10 385– 1 2109 175
Overige lasten5 0005 000
Totaal lasten1 233 060102 4131 335 473
Saldo9 0719 071

Toelichting:

De hogere opbrengst departementen (plus € 73 mln) is met name het gevolg van afspraken die in 2005 al zijn gemaakt met de klanten van de Rijksgebouwendienst. Doordat de bijbehorende kosten (met name huren vanuit de markt, rentelasten, dagelijks onderhoud, investeringen buiten de gebruiksvergoeding en services) in dezelfde mate stijgen, heeft de verhoogde omzet geen invloed op het verwachte resultaat.

De gestegen opbrengst moeder komt met name voort uit niewe investeringsprojecten die worden uitgevoerd voor klanten buiten het huur-verhuurmodel (zie hierover ook artikel 13 «Rijkshuisvesting en architectuur»). Deze stijging van de begrote opbrengsten houdt gelijke tred met de stijging van de begrote kosten voor deze activiteiten.

Begrotingsstaat Rgd Voorjaarsnota

Begrotingsstaat

 Totaal batenTotaal lastenSaldo van baten en lasten
Oorspronkelijk vastgestelde begroting1 242 1311 233 0609 071
Mutaties (+ of –) 1e suppletore begroting   
 Totaal kapitaaluitgaven Totaal kapitaalontvangsten
Oorspronkelijk vastgestelde begroting726 941 510 000
Mutaties (+ of –) 1e suppletore begroting111 405 100 000

Kasstroomoverzicht Rgd

Kasstroomoverzicht per 31 december 2005 bedragen in € * 1 000

OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingMutaties (+ of –) 1e suppletore begrotingStand 1e suppletore begroting
1.  Rekening-courant RHB 1 januari 2006373 905– 102 925270 980
    
2. Operationele kasstroom217 077217 077
    
3a. Investeringen– 500 000– 100 000– 600 000
3b. Desinvesteringen10 00010 000
3. Investeringskasstroom– 490 000– 100 000– 590 000
    
4a. Afdracht– 1 604– 11 405– 13 009
4b. Aflossing– 225 337– 225 337
4c. Beroep op leenfaciliteit500 000100 000600 000
4. Financieringskasstroom273 05988 595361 654
    
5. Rekening-courant RHB 31 dec. 2006374 041– 114 330259 711

Toelichting:

De beginstand van de rekening-courant RHB is aangepast op de realisatie ultimo 2005.

De investeringskasstroom is hoger vanwege nieuwe aankopen en extra nieuwbouwprojecten die leiden tot extra investeringen in 2006. Deze leiden ook tot een extra beroep op de leenfaciliteit in 2006 met € 100 mln. De financieringskasstroom is verder aangepast als gevolg van de afdracht aan het moederdepartement. Het eigen vermogen wordt verlaagd middels de afdracht aan de moeder omdat de maximaal toegestane hoogte van het eigen vermogen het voorgaand jaar is overschreden.

4. Baten-lastendienst «Nederlandse Emissieautoriteit»

Begrotingsstaat 2006 (in € x 1 000)

Totaal batenTotaal lastenSaldo baten en lasten
5 1085 1080
Totaal kapitaaluitgavenTotaal kapitaalontvangsten 
1030 

Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting 2006 naar de stand van de Voorjaarsnota:

(bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)=(1)+(2)
Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Mutaties (+ of –) 1e suppletore begrotingTotaal geraamd
Baten   
Opbrengst moederdepartement4 3337755 108
Opbrengst overige departementen   
Opbrengsten derden   
Buitengewone baten   
Exploitatiebijdrage   
Totaal baten4 3337755 108
Lasten   
Apparaatskosten:3 9988254 823
– personele kosten2 1245142 638
– materiële kosten1 8743112 185
Rentelasten65– 3530
Afschrijvingskosten   
– materieel270– 2664
– immaterieel 251251
Dotaties voorzieningen   
Buitengewone lasten   
Totale lasten4 3337755 108
Saldo000

Toelichting:

Opbrengst moederdepartement

De opbrengst van het moederdepartement wordt bepaald door de afspraken die met de opdrachtgever over de werkzaamheden en taken van de NEa worden gemaakt. Daarvoor worden door de NEa tarieven in rekening gebracht.

Personele kosten

De NEa is een vraaggestuurde organisatie. Dat betekent dat de omvang van het personele bestand bepaald wordt door de taken en werkzaamheden die de NEa moet uitvoeren. Deze mutatie wordt veroorzaakt doordat de NEa meer interne (fte) en externe capaciteit nodig heeft om aan opdracht te kunnen voldoen.

Materiële kosten

Deze mutatie in de materiële kosten hangt direct samen met de mutatie bij de personeelskosten. Dit betreft onder andere de huisvesting, de technische ondersteuning en de bureaukosten.

Materieel en immaterieel

Dit betreft een technische mutatie. In de Begroting 2006 is het totaal aan materieel en immaterieel abusievelijk op de post materieel weergegeven.

Kasstroomoverzicht voor het jaar 2006:

Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting 2006 naar de stand van de Voorjaarsnota (bedragen in € 1000)

 (1)(2)(3)=(1)+(2)
OmschrijvingOorspronkelijk vastgestelde begrotingMutaties (+ of –) 1e suppletore begrotingStand 1e suppletore begroting
1. Rekening-courant RHB 1 januari 2006000
    
2. Totaal operationele kasstroom358– 103255
    
Totaal investeringen– 1 350239– 1 111
Totaal boekwaarde desinvesteringen   
3. Totaal investeringskasstroom– 1350239– 1 111
    
Eenmalige uitkering aan moederdepartement   
Eenmalige storting door moederdepartement   
Aflossingen op leningen– 27015– 255
Beroep op leenfaciliteit1 350– 2391 111
4. Totaal financieringskasstroom1 080– 224856
    
5. Rekening-courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4)88– 880
(maximale roodstand 0,5 miljoen euro)   

Toelichting:

Het beroep op de Leenfaciliteit is op basis van voortschrijdend inzicht naar beneden bijgesteld en is als volgt opgebouwd:

a. De financiering van de initiële lening per 1-1-3006 (€ 1 010 806,–), bestaande uit:

• De financiering van de materiële vaste activa (€ 4 667,–);

• De financiering van de immateriële vaste activa (€ 1 006 139,–).

a. Een aanvraag ter financiering van nieuwe investeringen die in de loop van 2006 nodig zijn (€ 100 292,–). Dit zijn zowel vervangingsinvesteringen als nieuwe investeringen voor voornamelijk inventaris en (zelf ontwikkelde) software.

De definitieve openingsbalans per 1 januari 2006

Openingsbalans Baten-lastendienst

Baten-lastendienst Nederlandse Emissieautoriteit 
  
Balans per 1 januari 2006 
Bedragen in EUR 1 0001 januari 2006
  
Activa 
Vaste activa 
Materiële vaste activa5
Immateriële vaste activa1 006
 1 011
Vlottende activa 
Debiteuren/overige vorderingen1 937
Overlopende activa0
 1 937
  
Liquide middelen0
  
Totaal activa2 948
Passiva 
  
Eigen vermogen 
Exploitatiereserves0
Onverdeeld resultaat0
 0
Langlopende schulden 
Lening bij het MvF1 011
 1 011
Kortlopende schulden en overige passiva 
Crediteuren28
Overlopende passiva1 879
Omzetbelasting30
 1 937
  
Totaal passiva2 948

Toelichting

Toegelicht worden de belangrijkste wijzigingen in de definitieve openingsbalans per 1 januari 2006, ten opzichte van de indicatieve openingsbalans zoals gepresenteerd in de Begroting.

Materiële vaste activa

In de indicatieve openingsbalans is een bedrag opgenomen van € 1 350 000,– onder de post installatie en inventarissen. Dit had echter moeten worden verantwoord onder de post immateriële vaste activa. Deze post heeft een directe relatie met de (hoogte van de) lening bij het Ministerie van Financiën.

Debiteuren en exploitatiereserve

De post debiteuren was in de indicatieve openingsbalans opgenomen voor € 88 000,– en had een directe relatie met de post exploitatiereserve waarbij het uitgangspunt was dat dit de zgn. «Bruidschat» betrof. De NEa start echter per 1 januari 2006 zonder eigen vermogen. Overeenkomstig de Regeling Vermogensvoorschriften Baten-lastendiensten 2001 is het mogelijk dat het moederministerie de baten-lastendienst een bedrag meegeeft als steun in de rug om eventuele negatieve exploitatieresultaten op te vangen. Deze dotatie van het moederdepartement is gemaximeerd tot 5% van de verwachte omzet in het startjaar. In dat geval is sprake van een zogenaamde bruidschat.

Bij de besprekingen rond de start van de NEa zijn uiteindelijk geen afspraken gemaakt over een bruidschat. Het onderwerp is overigens wel aan de orde geweest. Vandaar dat deze in eerste instantie was opgenomen in de indicatieve openingsbalans.

Lening bij het Ministerie van Financiën

Op basis van nieuwe inzichten is de lening bij het Ministerie van Financiën van € 1 350 000,– (indicatieve openingsbalans) naar beneden bijgesteld. De initieel af te sluiten lening bij het Ministerie van Financiën per 1 januari 2006 bedraagt € 1 011 (x € 1 000,–). Deze lening is, conform de Regeling Leen- en depositofaciliteit, gelijk aan de boekwaarde van de (im)materiële vaste activa per 1 januari 2006. De lening heeft een maximale looptijd van 5 jaar en wordt afgelost al naar gelang de afschrijving op de gefinancierde activa plaats vindt. Met het afsluiten van de leenovereenkomst wordt het rentepercentage behorende bij de lening bepaald.

Naar boven