30 560 VIII
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2006 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 4

In maart 2005 is door de Minister van Financiën met de Tweede Kamer overleg gevoerd over de uitkomsten van het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) regeldruk en controletoren en de naar aanleiding daarvan door het kabinet in december 2004 gedane voorstellen. Tijdens het algemeen overleg op 2 en 3 maart 2005 en in de brief van 9 maart 2005 (Kamerstukken II, 29 949 en 29 950, nr. 5) is toegezegd de getrouwbeeldverklaring van de departementale auditdiensten parallel aan de gewijzigde bedrijfsvoeringsparagraaf over het verslagjaar 2006 in te voeren. De departementen hebben sindsdien belangrijke voortgang geboekt met het treffen van de hiervoor noodzakelijke maatregelen. Om op het ingroeitraject naar met name de getrouwbeeldverklaring geen wettelijke obstakels te laten ontstaan, dienen enkele bepalingen in de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) te worden aangepast. Dat zal regulier gebeuren via het moderniseringsproject van die wet dat thans gaande is. Om de getrouwbeeldverklaring al over het jaar 2006 te kunnen toepassen is echter een tijdelijke – op het jaar 2006 gerichte – afwijking van de wet nodig. Dat gebeurt via het onderhavige wetsartikel. Het betreft concreet de aanpasing van artikel 66, vijfde en zesde lid, van de CW 2001. De gewijzigde insteek voor de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag leidt niet tot een aanpassing van de CW 2001. De inhoud van die paragraaf wordt in de Rijksbegrotingsvoorschriften geregeld.

Samengevat komen de wijzigingen in de bedrijfsvoeringsparagraaf en in de accountantsverklaring op het volgende neer.

Over eventuele rechtmatigheidsfouten en -onzekerheden die de terzake gestelde artikelsgewijze tolerantiegrenzen te boven gaan, zal door de betrokken minister in de bedrijfsvoeringsparagraaf van zijn departementaal jaarverslag worden gerapporteerd. De departementale auditdienst verstrekt bij het aldus opgestelde jaarverslag (en saldibalans) een getrouwbeeldverklaring in plaats van een zogenaamde eisenverklaring. De getrouwbeeldverklaring heeft betrekking op de elementen die onder a tot en met d van het nieuwe zesde lid van artikel 66 in de CW 2001 zijn opgenomen. Daarbij beoordeelt de auditdienst op grond van onderdeel b of de rapportage over de rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering klopt en op grond van onderdeel d of er in het jaarverslag eventueel sprake is van strijdigheid tussen de gepresenteerde financiële informatie en de opgenomen beleidsinformatie.

Om aan te sluiten bij de in artikel 58 gehanteerde terminologie wordt in lid 6 van artikel 66 gesproken van deugdelijke weergave in plaats van de in accountantskring gebruikelijke formulering van getrouwe weergave. Daarmee wordt echter hetzelfde bedoeld. Het is geen bezwaar dat de accountant in zijn verklaring het begrip getrouwe weergave gebruikt.

De oordeelsvorming van de Rekenkamer blijft ten opzichte van het verleden ongewijzigd.

In het oude vijfde lid van artikel 66 kan de reikwijdte van de accountantsverklaring (een verklaring omtrent de financiële informatie in het jaarverslag en de saldibalans) worden geschrapt. De reikwijdte staat thans geheel in het zesde lid.

De formulering van de aanhef van het onderhavige wetsartikel luidende: «...komt voor de accountantsdienst van het ministerie van ...voor het jaar 2007 als volgt te luiden» is zodanig gekozen, dat de accountantsdienst de gewijzigde reikwijdte van de verklaring zowel dient toe te passen met betrekking tot het departementale jaarverslag van het betrokken departement als met betrekking tot een eventueel niet-departementaal jaarverslag waarvoor de betrokken minister verantwoordelijk is (zoals bijvoorbeeld een jaarverslag van een begrotingsfonds of van een van de begrotingshoofdstukken I, II, IV of IXA).

Er wordt in de wettekst nog gesproken van accountantsdienst in plaats van auditdienst, omdat die terminologie in de Comptabiliteitswet 2001 nog wordt gehanteerd. Bij de voorziene modernisering van de Comptabiliteitswet zal accountantsdienst worden vervangen door auditdienst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1.Leeswijzer4
   
2.Het beleid4
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven en ontvangsten4
2.2Beleidsartikelen7
2.3Niet-beleidsartikelen28

B. TOELICHTING OP DE SUPPLETORE BEGROTING

1. Leeswijzer

In deze 1e suppletore begroting van OCW zijn de effecten van de besluiten van het Kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Als gevolg van de besluitvorming wordt in de OCW-begroting in 2006 een uitgavenpeil van € 29,2 miljard geraamd. Alleen de beleidsmatige en autonome mutaties groter dan € 2,2 miljoen worden toegelicht op de beleidsartikelen. Indien een mutatie politiek relevant is, wordt deze mutatie altijd toegelicht. De onderstaande generale mutaties worden niet meer op de beleidsartikelen toegelicht.

Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemene deel bevat een overzicht van toelichtingen op de volgende onderdelen:

– Per saldo generale wijzigingen in de begroting 2006 (paragraaf 2.1.1);

– Wijzigingen in de onderwijsdeelname (paragraaf 2.1.2);

– Uitdeling van de loon- en prijsbijstelling (paragraaf 2.1.3).

Aansluitend wordt ook per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen in de OCW-begroting gegeven, inclusief toelichting (paragraaf 2.2).

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

2.1.1 Generale wijzigingen in de begroting 2006

In de 1e suppletore begroting 2006 is de OCW-begroting per saldo generaal verhoogd met € 337,2 miljoen. Onderstaande tabel laat zien welke posten dit betreft. Na de tabel volgt een verdere toelichting.

Tabel 1: Overzicht belangrijkste suppletore mutaties 2006 (x € 1 miljoen)

 ArtikelUitgaven 2006Ontvangsten 2006
Belangrijkste suppletore generale mutaties:   
1) Leerlingen- en studentenaantallen1,3,4,6,7,11,12 en 1379,1 
2) Expansie hoger onderwijs6 en 72,4 
3) Volledige leerplicht voor 17-jarigen3,4 en 1216,0 
4) Risicoleerlingen mbo4 en 1830,0 
5) Stage- en simulatieplaatsen mbo435,0 
6) ESF (leerweg en dagarrangementen)1 en 4120,0 
7) Restitutie oorlogskunst / BTW-compensatie RACM147,1 
8) VF/PF1– 10,0 
9) Studiefinanciering11,12 en 1319,7 
    
Totaal 299,3 

Toelichting

Leerlingen- en studentenaantallen

De begroting van OCW wordt in 2006 verhoogd met € 79,1 miljoen In paragraaf 2.1.2 wordt dit nader toegelicht.

Expansie hoger onderwijs

Extra middelen worden beschikbaar gesteld voor een betere toerusting van het hoger onderwijs.

Volledige leerplicht voor 17-jarigen

In 2006 wordt € 16 miljoen beschikbaar gesteld voor het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten. Belangrijk onderdeel van de aanpak is verlenging van de leerplicht tot 18 jaar. Deze verlenging is voorzien vanaf schooljaar 2007. Over de invulling van maatregelen m.b.t. VSV vindt in het kader van de perspectievennota nader overleg plaats.

Risicoleerlingen mbo

Op MBO-niveau 1 en 2 is de schooluitval het grootst en bevinden zich verhoudingsgewijs de meeste risicoleerlingen. Voor extra begeleiding en ondersteuning van deze groep worden middelen beschikbaar gesteld. In 2006 wordt aan de bve-begroting € 30 miljoen toegevoegd.

Stage- en simulatieplaatsen mbo

In de werktop van najaar 2005 heeft het kabinet met de sociale partners afgesproken om met ingang van 2006 € 35 mln. in te zetten voor 20 000 stageplaatsen voor moeilijk plaatsbare leerlingen en simulatieplaatsen.

ESF (leerweg en dagarrangementen)

– Voor de regeling Dagarrangementen en Combinatiefunctie is voor de periode 2006–2008 € 100 miljoen aan het budget toegevoegd (€ 80 miljoen in 2006 en € 20 miljoen in 2008) zodat een doorlopend aanbod van opvang/onderwijs/activiteiten mogelijk is.

– Voor de projecten bestrijden voortijdig schoolverlaten en versterken beroepsbegeleidende leerweg (ESF) is € 40 miljoen in 2006 en € 10 miljoen in 2007 aan de bve-begroting toegevoegd.

Restitutie oorlogskunst/BTW-compensatie RACM

– € 2 miljoen voor de kosten die voortvloeien uit de restitutie van de Goudstikker Collectie.

– De commissie Ekkart brengt adviezen uit inzake mogelijke restitutie van kunst(voorwerpen) die in de Tweede Wereldoorlog van eigenaar wisselden.

– € 5 miljoen is bedoeld voor advisering van de commissie Ekkart, de uitvoering van restitutie van cultuurgoederen uit de Tweede Wereldoorlog, en het wereldwijd bekendmaken van de termijn waarop nog restitutieverzoeken kunnen worden ingediend.

– € 0,1 miljoen voor ICT-diensten van de rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten (RACM).

VF/PF

In 2005 zijn extra middelen uitgetrokken voor verwachte werkloosheid van I/D-werknemers als gevolg van de vermindering van gesubsidieerde arbeid aan de gemeenten. Het aantal werklozen blijkt lager dan de raming. Dit werkt meerjarig door. Hiertoe is het budget voor de opslag voor werkloosheidskosten structureel met € 10 miljoen verlaagd.

Studiefinanciering

De raming voor de uitgaven studiefinanciering en WTOS is bijgesteld naar aanleiding van de realisatie 2005 en de eerste resultaten van de uitgaven in januari en februari 2006. Voor een groot deel is dit het gevolg van het feit dat studenten ho langzamer afstuderen dan verwacht. Hierdoor heeft de IB-Groep in 2005 en begin 2006 minder prestatiebeurs omgezet naar gift dan oorspronkelijk geraamd

2.1.2 Wijzigingen in de onderwijsdeelname 2006

Jaarlijks wordt een raming van het aantal leerlingen en studenten in de verschillende onderwijssectoren opgesteld. De wijzigingen in de onderwijsdeelname worden budgettair vertaald in de OCW-begroting. De effecten voor de OCW-begroting 2006 zijn weergegeven in de volgende tabel. Per saldo heeft dit een budgettair effect van € 79,1 miljoen voor 2006.

Bedrag x € 1 miljoen

 20062007200820092010
Primair onderwijs (artikel 1)87,1118,0118,0118,0118,0
Voortgezet onderwijs (artikel 3)– 14,3– 8,6– 8,6– 8,6– 8,6
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (artikel 4)1,227,434,538,041,2
Hoger beroepsonderwijs (artikel 6)7,98,09,811,410,7
Wetenschappelijk onderwijs (artikel 7)– 25,1– 36,6– 42,0– 40,9– 37,3
Studiefinanciering (artikel 11, 12 en 13)22,228,920,629,730,4
Raming leerlingenaantallen79,1137,2132,3147,6154,5
Expansie hoger onderwijs (artikel 6 en 7)2,442,866,1110,4172,7
Totaal81,4180,0198,5257,9327,2

Primair onderwijs

De nieuwe bevolkingsprognose en de leerlingentelling van 1 oktober 2005 hebben tot een bijstelling van de leerlingenraming geleid. Voor het overgrote deel gaat het om de groei in de geïndiceerde leerlingen, hetzij in het regulier onderwijs met rugzak en ambulante begeleiding, hetzij in de WEC-scholen. De uitgaven in 2006 nemen met € 87,1 miljoen toe en vanaf 2007 bedragen de meeruitgaven € 118 miljoen.

Voortgezet onderwijs

Voor het jaar 2006 is een bedrag van € 14,3 miljoen afgeboekt op basis van de meest recente leerlingenontwikkeling. Dit is vooral een gevolg van een correctie op de leerlingenraming doordat de in de raming van 2005 verwerkte voorlopige leerlingentelling 2004 te hoog was.

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Het totaal aantal deelnemers in het mbo is hoger dan vorig jaar geraamd. De stijging komt vooral voort uit het onverwacht hoge aantal getelde deelnemers in voltijd-bol per 1 oktober 2005. Per saldo resulteert dit in een verhoging van de begroting 2006 met € 1,2 miljoen.

Hoger beroepsonderwijs

De verhoging is toegepast omdat het aantal in 2005 getelde studenten wat meer is dan de raming van 2005. Deze verhoging heeft alleen betrekking op het voltijd-hbo, voor deeltijd-hbo is er juist sprake van een tegenvallende ontwikkeling. Per saldo wordt hierdoor de begroting in 2006 verhoogd met in totaal € 7,9 miljoen oplopend tot € 10,7 miljoen in 2010.

Wetenschappelijk onderwijs

De verlaging die verband houdt met het aantal studenten is toegepast omdat dit aantal in de referentieraming 2006 lager ligt dan de raming van 2005. De instroom van nieuwe wo-studenten is niet verlaagd, maar wel het aantal hogerejaars studenten. In 2006 leidt dit tot een verlaging van de begroting met € 25,1 miljoen oplopend tot € 37,3 miljoen in 2010.

Studiefinancieringsbeleid

Het totale aantal leerlingen en studenten in MBO 1 en MBO 2 is gestegen, hetgeen effect heeft op de ramingen voor studiefinanciering. Per saldo wordt de begroting voor 2006 met € 22,2 miljoen verhoogd.

2.1.3 Uitdeling van de loon- en prijsbijstelling

In deze 1e suppletore begroting is een groot aantal technische wijzigingen in de begroting opgenomen. Het betreft onder meer (interne) overboekingen tussen de artikelen in de OCW-begroting. Daarnaast worden de uitdeling van de loon- en prijsbijstelling tot de technische wijzigingen gerekend.

Loonbijstelling

De loonbijstelling tranche 2006 betreft een bedrag van € 432 miljoen in 2006.

De uitdeling van de loonbijstelling naar de verschillende beleidsterreinen wordt in de 2e suppletore begroting 2006 en de ontwerpbegroting 2007 verwerkt.

Prijsbijstelling

De prijsbijstelling tranche 2006 betreft een bedrag van € 107,7 miljoen. Op dit bedrag wordt ongeveer € 7 miljoen gekort in verband met de rijksbrede taakstelling van € 23 miljoen die voortvloeit uit de moties van Algemene Politieke Beschouwingen ter dekking van de nota wijziging begroting 2006. De uitdeling van de prijsbijstelling naar de verschillende beleidsterreinen wordt in de 2e suppletore begroting 2006 en de ontwerpbegroting 2007 verwerkt.

2.2 De beleidsartikelen

1 Primair onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 1 (x € 1 000)

 Stand ontwerpbegroting 2006 Mutaties via NvW en amendementen Mutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007 Mutatie 2008 Mutatie 2009 Mutatie 2010
Verplichtingen7 795 40310 176283 9268 089 505167 388155 888135 888135 888
Waarvan garantieverplichtingen        
Totaal uitgaven7 796 497 10 176 283 926 8 090 599167 388 155 888 135 888 135 888
Programma-uitgaven7 791 322 10 176 283 1538 084 651 167 008 156 003 136 003 136 003
         
– Stelselonderhoud 6 079 863 – 920 69 6976 148 640 45 519 4 204 – 16 278 – 16 420
– Kwaliteit en innovatie 83 034 0 3 200 86 2340 0 0 0
– school en omgeving 1 615 17511 136 144 507 1 770 818 121 489 151 799152 281 152 423
         
Programma-uitgaven overig:        
– IB-groep 16 989 – 40 3 094 20 043    
– CFI 23 812  73 23 885    
         
Voorcalculatorische uitdelingen– 27 551  62 582 35 031    
Apparaatsuitgaven5 175 7735 948420– 75– 75– 75
Ontvangsten23 306 51 09574 40131 500   

Toelichting

Voor het primair onderwijs is sprake van een stijging van de uitgaven en verplichtingen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2006 van € 284 miljoen. Voor € 144 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 140 miljoen gestegen.

De ontvangsten zijn met € 51,1 miljoen gestegen, dit betreft technische mutaties.

Toelichting uitgavenmutaties

Referentieraming 2006

De nieuwe bevolkingsprognose en de leerlingentelling van 1 oktober 2005 hebben tot een bijstelling van de leerlingenraming geleid. Voor het overgrote deel gaat het om de groei in de geïndiceerde leerlingen, hetzij in het regulier onderwijs met rugzak en ambulante begeleiding, hetzij in de WEC-scholen. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstellingen stelselonderhoud en school en omgeving.

Technische mutaties personele uitgaven

– Op de begroting van PO staan de gelden gereserveerd voor kinderopvang voor het funderend onderwijs en de beroeps- en volwasseneducatie (PO, VO en BVE). Omdat bij BVE de arbeidsvoorwaarden (w.o. kinderopvang) gedecentraliseerd zijn, is € 2 miljoen structureel vanaf 2006 naar artikel 4 overgeboekt voor kinderopvang in die sector. De mutatie doet zich voor bij de doelstelling stelselonderhoud.

– In de nota van wijziging is een structurele vermindering van de uitgaven van € 4,8 miljoen in 2006 tot € 5,0 miljoen in 2010. De mutatie doet zich voor bij de doelstellingen stelselonderhoud en school en omgeving.

Voorcalculatorische uitdelingen

In 2006 wordt het personele artikel ten gevolge van de doorwerking van de afloop van de interim vergoeding ziektekosten uit algemene middelen bijgesteld met € 65 miljoen. Daarnaast is in oktober 2005 een CAO afgesproken met de onderwijssector VO/PO waarvoor een kasschuif nodig was van € 2,4 miljoen van 2006 naar 2005.

Vervangingsfonds en Participatiefonds

In 2005 zijn extra middelen uitgetrokken voor verwachte werkloosheid van I/D-werknemers als gevolg van de vermindering van gesubsidieerde arbeid aan de gemeenten. Het aantal werklozen blijkt lager dan de raming. Dit werkt meerjarig door. Met deze mutatie wordt het budget voor de opslag voor werkloosheidskosten structureel met € 10 miljoen verlaagd. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling stelselonderhoud.

Tussenschoolse opvang, brede school

Vanaf 2006 wordt € 30 miljoen geïnvesteerd in het (laten) organiseren van de tussenschoolse opvang. Hiervoor is € 30 miljoen overgeboekt van SZW. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling school en omgeving.

Verlaging klassengrootte VSO-ZMLK

In de nota van wijziging wordt de personele en materiële vergoeding met € 13,2 miljoen verhoogd om de groepsgrootte in het voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen te verkleinen. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling school en omgeving.

Zwemvaardigheid, onderwijsnummer

De regeling voor gemeenten voor het verbeteren van het zwemonderwijs wordt niet per 1 augustus 2006 gestopt, maar met ingang van 1 januari 2006. Met deze mutatie wordt het budget voor zwemvaardigheid daarom verder verlaagd. Deze middelen worden ingezet voor de invoering van het onderwijsnummer. Deze mutaties doen zich voor bij de doelstellingen stelselonderhoud en school en omgeving.

Innovatie

In de najaarsnota 2005 is het innovatiebudget met € 3,2 miljoen verlaagd ten gunste van het budget voor de regeling bestuur en management. Met de opgenomen mutatie wordt dit bedrag in 2006 weer aan het innovatiebudget toegevoegd ten laste van het budget voor bestuur en management.

Brede school en arbeidspleksimulaties in VSO

Voor de regeling Dagarrangementen en Combinatiefunctie is voor de periode 2006–2008 € 100 miljoen aan het budget toegevoegd (€ 80 miljoen in 2006 en € 20 miljoen in 2008). In verband met de kosten voor de huisvesting voor brede scholen en de verbetering van de arbeidspleksimulaties in het voortgezet speciaal onderwijs is zowel voor 2006 als voor 2007 een uitgavenverhoging van € 31,5 miljoen opgenomen in de vorm van een desaldering. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling school en omgeving.

OALT

In 2005 is een bedrag van € 19,6 miljoen aan OALT-ontvangsten niet gerealiseerd; dat bedrag wordt dit jaar ontvangen.

Toelichting ontvangstenmutaties

– In 2005 is een bedrag van € 19,6 miljoen aan OALT-ontvangsten niet gerealiseerd; dat bedrag wordt dit jaar ontvangen.

– In verband met de kosten voor de huisvesting voor brede scholen en arbeidsplek-simulaties in het VSO is zowel voor 2006 als voor 2007 een ontvangstenverhoging van € 31,5 miljoen opgenomen in de vorm van een desaldering. Deze ontvangstenverhoging wordt verrekend met het Fonds Economische Structuurversterking (FES).

3. Voortgezet onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 3 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2006 Mutaties via NvW en amendementenMutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1ee suppletore begroting 2006 Mutatie 2007 Mutatie 2008 Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen5 654 6321 029– 36 7585 618 903– 15 19432 57132 77132 871
Waarvan garantieverplichtingen        
Totaal uitgaven5 686 5751 029– 36 7585 650 846– 15 19432 57132 77132 871
Programma-uitgaven5 681 4351 029– 37 3545 645 110– 15 14332 67232 87232 972
         
Stelselonderhoud5 539 098 – 3 491 – 41 790 5 493 817– 16 143 31 672 31 872 31 972
Aantrekkelijk onderwijs 25 000   25 000    
Leerlingen specifiek 90 200  90 200     
Gericht leeraanbod 4 2545 000  9 254     
         
Programma-uitgaven overig:        
Uitvoeringsorganisatie IBG 13 989– 480 3 406 16 915 1 000 1 000 1 0001 000
Uitvoeringsorganisatie CFI 8 894  1 0309 924     
         
Apparaatsuitgaven5 140 5965 736– 51– 101– 101– 101
Ontvangsten151 361 – 39 665111 696– 39 665   

Toelichting

Voor het voortgezet onderwijs is sprake van een daling van de uitgaven en de verplichtingen met € 36,8 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2006.

Referentieraming (stelselonderhoud)

Voor het jaar 2006 is een bedrag van € 14,3 miljoen afgeboekt op basis van de meest recente leerlingenontwikkeling (zie verder het algemeen deel).

Vmbo (stelselonderhoud)

Beleidsmatig is voor 2006 € 8,9 miljoen en vanaf 2007 € 22,4 miljoen toegevoegd inzake functie- en beloningsdifferentiatie vmbo uit de enveloppemiddelen arbeidsmarktknelpunten en vermindering werkdruk.

Voortijdig Schoolverlaten (stelselonderhoud)

In verband met de invoering van de volledige leerplicht tot 18 jaar wordt voor 2007 € 5,7 miljoen en vanaf 2008 circa € 14 miljoen aan de begroting van artikel 3 toegevoegd.

Tenslotte is beleidsmatig het budget van de uitvoeringsorganisatie IBG verhoogd, in 2006 met € 3 miljoen en vanaf 2007 met € 1 miljoen, in verband met de kosten van systeemaanpassingen als gevolg van de invoering van de volledige leerplicht tot 18 jaar.

Voor het overige (€ 34,4 miljoen) zijn de mutaties voornamelijk technisch van aard. Voor € 39,7 miljoen betreft het het aandeel van artikel 1 (Primair onderwijs) (€ 31,5 miljoen) en LNV (€ 8,2 miljoen) in de ontvangen middelen uit het Fonds Economische Structuurversterking, die in eerste instantie op artikel 3 waren geboekt en nu worden overgeboekt naar artikel 1 en LNV (zie ook de ontvangsten artikel 3).

De ontvangsten zijn ten opzichte van de ontwerpbegroting 2006 met € 39,7 miljoen neerwaarts bijgesteld. Dit betreft het aandeel van artikel 1 (€ 31,5 miljoen) en LNV (€ 8,2 miljoen) in de ontvangen middelen uit het Fonds Economische Structuur-versterking, die in eerste instantie op artikel 3 waren geboekt en nu worden overgeboekt naar artikel 1 en LNV (zie ook de uitgaven artikel 3).

4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 4 (x € 1 000)

 Stand ontwerp begroting 2006 Mutaties NvW en amendementen Mutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006Mutaties 2007 Mutaties 2008 Mutaties 2009 Mutaties 2010
Verplichtingen2 903 8554 948318 9763 227 779240 770290 420294 120297 120
Waarvan garantieverplichtingen        
Uitgaven2 886 099– 1 552134 5793 019 126193 870261 920289 920293 120
         
Programma uitgaven:2 882 585– 1 552134 6093 015 642189 037262 087290 087293 287
Instandhouding van het stelsel2 395 307– 2 33235 9312 428 906121 187176 087182 087185 287
Bekostiging ROC’s en KBB’s 2 395 307– 2 332 35 931 2 428 906 121 187 176 087182 087 185 287
         
Voldoende geschikt onderwijspersoneel dat ondernemend is richting de eigen loopbaan4 274  4 274    
Budget toevoegen decentraal instellingsbudget 4 274   4 274    
         
Meer innovatie en rendement door samenwerking tussen instellingen107 800 – 4 260103 540    
Innovatiearrangement beroepskolom 20 000  20 000     
Innovatiebox 0  0     
Cultuur en school 400  400     
Kenniscirculatie MKB 6 000  6 000     
Kenniscentrum SenterNovem400   400     
Innovatiebox FES middelen81 000  – 4 260 76 740    
         
Meer aandacht voor een variëteit leerloopbanen, verhoging rendement74 525 50 000125 52531 80050 00072 00072 000
Regeling impuls beroepskolom 36 165   36 165    
Voortijdig schoolverlaten 38 360  38 360     
ZAT’s MBO (n.a.v. IBO mbo)   0 10 000 10 000 10 000 10 000
Nieuwe voorzieningen i.k.v. leerplichtverlenging    0 17 000 17 000 17 000
Handhaving leerplichtverlenging    0 5 800 13 00013 000 13 000
Convenanten VSV   10 00010 000 6 000    
ESF/VSV/BBL   40 00040 000 10 000    
Maatwerk/evaluatie/uitrol (n.a.v. IBO mbo)    0  10 000 32 00032 000
         
Aantrekkelijke onderwijsinhoud die aansluit op de arbeidsmarkt16 300 35 00051 30035 00035 00035 00035 000
Herontwerp kwalificatie-structuur/mbo 5 000  5 000     
Examens mbo 11 300  11 300     
Stage- en simulatieplaatsen0  35 000 35 000 35 000 35 000 35 00035 000
         
De instellingen zijn breed toegankelijk24 100– 5 60010 03328 53350   
Algemeen 6 300  6 300     
Programmalijn duale trajecten4 000   4 000     
Programmalijn leerwerkloket 13 300   13 300     
Programmalijn drempels slechten 500   500    
         
Meedoen in de samenleving245 0166 500 251 516    
Inkoop educatie activiteiten 244 616  244 616     
Alfabetisering 400  400     
Gehandicapten 0 6 500 6 500     
         
Meer eigen verantwoordelijkheid van de deelnemers5 715  5 715    
Versterking loopbaan oriëntatie en begeleiding 2 859   2 859    
Medezeggenschap 1 600   1 600    
Overige instrumenten 1 256   1 256    
         
Programma uitgaven overig9 548– 1207 90517 3331 0001 0001 0001 000
IBG 2 232 – 120 3 000 5 1121 000 1 000 1 000 1 000
CFI 7 316 4 905 12 221    
         
Apparaatsuitgaven3 514 – 303 484– 167– 167– 167– 167
Ontvangsten81 000 – 4 26076 7400000

Toelichting mutaties

Voor het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie is sprake van een stijging van de uitgaven met € 134,6 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2006.

Voor € 2,8 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 131,7 miljoen gestegen.

De ontvangsten zijn met € 4,2 miljoen gedaald. Dit betreft een technische mutatie.

Toelichting per operationele doelstelling

In het algemene deel van deze suppletore wet worden de mutaties die als gevolg van de Voorjaarsnotabesluitvorming hebben plaatsgevonden tevens toegelicht.

Instandhouding van het stelsel

De verhoging van € 36 miljoen voor het onderdeel «Instandhouding van het stelsel» is onder andere het gevolg van:

– Een verhoging van € 4,8 miljoen structureel vanaf 2006 voor lerarenbeleid en tolk- en vertalingdiensten. Deze verhoging is het gevolg van een overboeking van het bestedingsplan naar de lumpsum binnen het beleidsartikel van bve en vindt hierdoor budgettair neutraal plaats.

– Een verhoging in 2006 van € 1,2 miljoen voor de toename van het aantal deelnemers aan het beroepsonderwijs. In 2007 bedraagt deze verhoging € 27,4 miljoen, in 2008 € 34,5 miljoen, in 2009 € 38,0 miljoen, in 2010 € 41,2 miljoen en in 2011 € 45,2 miljoen.

– Naar aanleiding van de Voorjaarsnotabesluitvorming wordt in 2006 € 30 miljoen aan de bve-begroting toegevoegd. Op MBO niveau 1 en 2 is de schooluitval het grootst en bevinden zich verhoudingsgewijs de meeste risicoleerlingen. Voor extra begeleiding en ondersteuning van deze groep worden middelen beschikbaar gesteld.

Overig:

– Naar aanleiding van de Voorjaarsnotabesluitvorming wordt in 2007 € 34,2 miljoen aan de bve-begroting toegevoegd voor de bekostiging van het extra aantal leerlingen als gevolg van de leerplichtverlenging tot 18 jaar. In 2007 en volgende jaren bedraagt deze verhoging € 82 miljoen.

Meer innovatie en rendement door samenwerking tussen instellingen

Een verlaging van € 4,2 miljoen is het gevolg van een overboeking naar het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van een deel van de middelen uit het Fonds Economische Structuurversterking voor lesmateriaal, docentstages en leren in bedrijf.

Meer aandacht voor een variëteit aan leerloopbanen, verhoging rendement

De verhoging van € 50 miljoen voor het onderdeel «Meer aandacht voor een variëteit aan leerloopbanen, verhoging rendement» is onder andere het gevolg van:

– Het verhogen van het budget voor het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten met € 10 miljoen in 2006 en € 6,0 miljoen in 2007. Met deze middelen worden op korte termijn convenanten gesloten met contactgemeenten van tien rmc-regio’s met de grootste aantallen voortijdig schoolverlaters.

– Het vroegtijdig sluiten van het ESF-loket; daarom is € 40 miljoen in 2006 en € 10 miljoen in 2007 toegevoegd aan de bve-begroting voor de projecten bestrijden voortijdig schoolverlaten en versterken beroepsbegeleidende leerweg.

Verder zijn van belang:

– Een verhoging van € 10 miljoen structureel vanaf 2007 voor zorgadvies teams in het mbo. Deze middelen zijn aan de begroting toegevoegd naar aanleiding van de uitkomsten van het Interdepartementaal beleidsonderzoek mbo.

– Een verhoging van € 17 miljoen structureel vanaf 2008 voor het inrichten van nieuwe voorzieningen in het kader van de invoering van de leerplichtverlenging tot 18 jaar.

– Een verhoging van € 5,8 miljoen in 2007 en € 13 miljoen structureel vanaf 2008 voor het handhaven van de leerplicht als gevolg van de leerplichtverlenging tot 18 jaar.

– Een verhoging van € 10 miljoen in 2008 en € 32 miljoen structureel vanaf 2009 voor meer maatwerk en evaluatie van deelnemers op de niveau’s 1 en 2 van het mbo. Deze middelen zijn aan de begroting toegevoegd naar aanleiding van de uitkomsten van het Interdepartementaal beleidsonderzoek mbo.

Aantrekkelijke onderwijsinhoud die aansluit op de arbeidsmarkt

Een verhoging van € 35 miljoen structureel vanaf 2006 is bestemd voor stage- en simulatieplaatsen.

De instellingen zijn breed toegankelijk

De verhoging van € 10 miljoen betreft met name een intertemporele compensatie voor het project Leren en Werken van € 9,7 miljoen. Voor deze middelen is in 2005 een juridische verplichting aangegaan. De uitgaven vinden in 2006 plaats.

IBG

Een verhoging van € 3 miljoen in 2006 en € 1 miljoen vanaf 2007 is bestemd voor de invoering van de leerplichtverlenging tot 18 jaar.

CFI

De verhoging van € 4,9 miljoen op dit onderdeel betreft onder andere een intertemporele compensatie vanuit 2005 ad € 2,2 miljoen voor de uitvoeringskosten ESF. Dit bedrag moet alsnog in 2006 worden betaald.

Ontvangsten

Dit betreft het aandeel van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit in de ontvangen FES-middelen voor de beroepskolom.

5. Technocentra

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 16 (x € 1 000)

 Stand ontwerp begroting 2006 Mutaties NvW en amendementen Mutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006Mutaties 2007 Mutaties 2008 Mutaties 2009 Mutaties 2010
Verplichtingen0 9 1369 1369 1369 1369 1360
Waarvan garantieverplichtingen         
Totaal uitgaven0 9 1369 1369 1369 1369 1360
         
Programma uitgaven        
Technocentra  9 136 9 136 9 136 9 136 9 136 
Ontvangsten0 9 1369 1369 1369 1369 1360

Toelichting mutaties

Voor de technocentra is sprake van een stijging van de uitgaven en ontvangsten met € 9,1 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2006.

Technocentra

Dit betreft een ontvangst ad € 9,1 miljoen uit het Fonds Economische Structuurversterking ten behoeve van de technocentra onder gelijktijdige verhoging van de uitgaven.

6. Hoger beroepsonderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 6 (x € 1 000)

 Stand ontwerp begroting 2006 Mutaties NvW en amen-dementen Mutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006Mutaties 2007 Mutaties 2008 Mutaties 2009 Mutaties 2010
Verplichtingen1 868 2714 19771 8761 944 34463 91794 748128 804161 990
Waarvan garantieverplichtingen        
Uitgaven1 823 7503 63610 7811 838 16746 25964 39594 748128 804
         
Programma uitgaven:1 819 2373 63610 3571 833 23046 04264 17894 531128 587
         
Stelsel1 711 9005 3908 3891 725 67944 81263 52893 881127 937
Toerusting van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek 1 711 900 5 390 8 389 1 725 67944 812 63 528 93 881 127 937
         
Getalenteerde studenten (binnen en buiten Nederland) aantrekken met uitdagend en excellent hoger onderwijs5 616005 6160000
Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs 3 307   3 307    
Internationalisering in het hoger onderwijs 309  309     
Voortzetting Delta-beurzen2 000   2 000    
         
Versterken innovatief vermogen van Nederland door optimale benutting hoger onderwijs81 832– 1 474880 3660000
Lectoren en kenniskringen 38 435 – 1 474 36 961     
Zorgopleidingen in het hoger onderwijs 9 300   9 300     
Deltaplan bèta/techniek 25 297  8 25 305    
Regionale Actie en Aandacht voor Kennisinnovatie5 000   5 000     
Versterking kennisinfrastructuur publieke sector 3 800   3 800    
         
Werken aan een goed opgeleide beroepsbevolking door maximale participatie aan hoger onderwijs5 85001 4007 2501 230650650650
Studiekeuze informatie voor het hoger onderwijs 800  1 400 2 200 1 230 650 650650
E-learning 3 300   3 300    
Verhoging deelname allochtone studenten/Ambassadeursnetwerk 1 650   1 650    
Emancipatie 100   100    
         
Meer onderzoekers van meer kwaliteit door verbeteren en aantrekkelijker maken van onderzoekersopleidingen1 000001 0000000
Professional doctorates 1 000  1 000     
Programma-uitgaven overig13 039– 28056013 3190000
IBG 8 073 – 280  7 793    
CFI 4 966  560 5 526    
Apparaatsuitgaven hoger onderwijs4 513 4244 937217217217217
Ontvangsten17 0170000

Toelichting mutaties

Voor het hoger beroepsonderwijs is sprake van een stijging van de uitgaven met € 10,8 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2006.

Voor € 2,1 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 8,7 miljoen gestegen.

De ontvangsten zijn niet gewijzigd.

Toelichting per operationele doelstelling

Stelsel

De verhoging van € 8,4 miljoen in 2006 voor het onderdeel «toerusten van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek» is met name het gevolg van een verhoging met € 7,9 miljoen voor de toename van het aantal studenten in het hbo. De verhoging is toegepast omdat het aantal studenten in de Referentieraming 2006 hoger ligt dan de raming van 2005 (zie ook de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting). In 2007 bedraagt de verhoging € 8,0 miljoen, in 2008 € 9,8 miljoen, in 2009 € 11,4 miljoen en in 2010 € 10,7 miljoen.

Gelet op het belang dat wordt gehecht aan de verdere versterking van de kenniseconomie en het innovatief vermogen van Nederland is besloten tot een extra investering in het hoger onderwijs. Vanaf 2007 vindt een structurele verhoging plaats van het macrobudget voor het hoger onderwijs. Voor 2007 bedraagt de verhoging voor het hbo € 37,3 miljoen, voor 2008 € 53,7 miljoen, voor 2009 € 82,5 miljoen en voor 2010 € 117,2 miljoen. Dit heeft een positieve ontwikkeling op de uitgaven per student.

Met de HBO-raad en de VSNU zullen nadere afspraken worden gemaakt over de beleidsmatige invulling van de middelen voor respectievelijk het hbo en het wo.

7. Wetenschappelijk onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 7 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2006 Mutaties via NvW en amendementenMutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006 Mutaties 2007 Mutaties 2008 Mutaties 2009Mutaties 2010
Verplichtingen3 572 264– 1 652– 136 6823 433 930– 20 168– 3 62927 45769 123
Waarvan garantieverplichtingen        
Programma-uitgaven3 366 769– 2 721– 12 1343 351 914– 21 706– 20 1683 62927 657
         
Stelsel3 324 693– 2 721– 11 4843 310 488– 21 174– 19 636– 3 12228 307
Toerusting van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek3 303 196 – 2 721 – 11 484 3 288 991– 21 174 – 19 636 – 3 122 28 307
Toerusting van faciliterende organisaties gericht op het hoger onderwijs 21 497  0 21 497    
         
Getalenteerde studenten (binnen en buiten Nederland) aantrekken met uitdagend en excellent onderwijs9 625009 6250000
Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs 1 645  01 645     
Ruim baan voor talent        
International centres of excellence5 000  0 5 000    
Internationalisering in het hoger onderwijs1 980  0 1 980     
Voortzetting Deltabeurzen 1 000  0 1 000    
         
Versterken innovatief vermogen van Nederland door optimale benutting hoger onderwijs6 473006 4730000
Zorgopleidingen in het hoger onderwijs 2 675  0 2 675    
Dynamisering eerste geldstroom wetenschappelijk onderzoek 3 798  0 3 798     
Numerus fixus geneeskundeopleidingen in het wetenschappelijk onderwijs*        
Sectorplan technische universiteiten        
Sectorplan wiskunde        
         
Werken aan een goed opgeleide beroepsbevolking door maximale participatie aan hoger onderwijs9 0450– 6508 395– 532– 532– 507– 650
Studiekeuze-informatie voor het hoger onderwijs 650  – 650 0 – 650 – 650– 650 – 650
Surf Educatiefonds in het hoger onderwijs4 000  0 4 000     
Digitale universiteit in het hoger onderwijs 1 700  0 1 700    
Verhoging deelname studenten met een handicap2 695  0 2 695 118 118 143 
         
Meer onderzoekers van meer kwaliteit door verbeteren en aantrekkelijker maken van onderzoekersopleidingen16 9330016 9330000
Jonge universiteiten6 000  0 6 000     
Onderzoeksmasters in het wetenschappelijk onderwijs 9 933  0 9 933    
Professional doctorate 1 000 0 1 000     
Programma-uitgaven overig00000000
IBG0  0 0     
CFI 0  0 0    
         
Apparaatsuitgaven00000000
Ontvangsten1 400010 06611 46610 06610 06610 06610 066

* Vanaf 2005 maken de middelen deel uit van toerusting (lumpsum).

Toelichting mutaties

Voor het wetenschappelijk onderwijs is sprake van een daling van de uitgaven met € 12,1 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2006. Voor technische mutaties is er sprake van een verhoging van € 10,6 miljoen. Als gevolg van autonome mutaties is de begroting met € 22,7 miljoen gedaald. De ontvangsten zijn met € 10,1 miljoen gestegen.

Toelichting per operationele doelstelling

Stelsel

De verlaging van € 11,5 miljoen in 2006 voor het onderdeel «toerusting van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek» wordt met name verklaard door:

– Een verlaging van € 25,1 miljoen in 2006 als gevolg van de ontwikkeling van het aantal studenten. Deze verlaging is toegepast omdat het aantal studenten in de Referentieraming 2006 lager ligt dan de raming van 2005 (zie ook de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting). In 2007 bedraagt de verlaging € 36,6 miljoen, in 2008 € 42 miljoen, in 2009 € 40,9 miljoen en in 2010 € 37,3 miljoen.

– Een verhoging met € 10,1 miljoen (inclusief prijsbijstelling 2006) uit het Fonds Economische Structuurversterking (zie de toelichting hieronder bij Ontvangsten).

– Een verhoging in 2006 van € 2,4 miljoen. Gelet op het belang dat wordt gehecht aan de verdere versterking van de kenniseconomie en het innovatief vermogen van Nederland is besloten tot een extra investering in het hoger onderwijs. Vanaf 2006 vindt een structurele verhoging plaats van het macrobudget voor het hoger onderwijs. Voor 2007 bedraagt de verhoging voor het wo € 5,4 miljoen, voor 2008 € 12,4 miljoen, voor 2009 € 27,9 miljoen en voor 2010 € 55,5 miljoen. Dit heeft een positieve ontwikkeling op de uitgaven per student.

Met de HBO-raad en de VSNU zullen nadere afspraken worden gemaakt over de beleidsmatige invulling van de middelen voor respectievelijk het hbo en het wo.

Ontvangsten

Uit het Fonds Economische Structuurversterking heeft het kabinet totaal € 50 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode 2006–2010 (€ 10,1 miljoen per jaar, inclusief de prijsbijstelling 2006) voor de drie technische universiteiten om samen vijf toponderzoeksinstituten op te richten. Met dit geld kunnen zij dertig nieuwe hoogleraren aanstellen voor deze «Centers of Excellence». Deze mutatie is geboekt onder gelijktijdige verhoging van de uitgaven (zie hiervoor).

Artikel 8 Internationaal onderwijsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel X (x € 1 000)

 Stand ontwerpbegroting 2006 Mutaties via NvW en amendementen Mutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007 Mutatie 2008 Mutatie 2009 Mutatie 2010
Verplichtingen15 809– 91139315 291– 1 037– 950– 800– 800
Waarvan garantieverplichtingen        
Totaal uitgaven15 977– 9111 35216 418    
Programma-uitgaven13 164– 9111 30013 553    
         
Stimuleren van Internationalisering7 742– 25517 768    
Programma’s voor internationale mobiliteit4 819   4 819     
Ondersteunen van bilaterale samenwerkingsverbanden 2 923 – 25 512 949     
         
Ondersteuning van Internationaal opererende organisaties in binnen- en buitenland5 422– 8861 2495 785    
Ondersteunen van internationaal opererende organisatie in Nederland 4 332   4 332    
Participatie in internationale organisaties 96  96     
OCW-vertegenwoordiging bij de EU te Brussel en beleidsonderzoek 994 – 886 1 2491 357     
Apparaatsuitgaven2 813 522 865    
Ontvangsten99  99    

9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 9 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2006 Mutaties via NvW- en amendementenMutaties 1e Suppletore begroting 2006 Stand 1e Suppletore begroting 2006 Mutatie 2007 Mutatie 2008 Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen217 00911 249– 13 271214 987– 26 493– 26 493– 26 49326 493
Waarvan garantieverplichtingen        
Totaal uitgaven217 00911 249– 13 271214 987– 26 493– 26 493– 26 49326 493
Programma-uitgaven213 61711 249– 13 396211 470– 26 440– 26 440– 26 440– 26 440
Arbeidsmarkt 164 681 11 249– 13 396 162 534 – 26 440 – 26 440– 26 440 – 26 440
ZVOO 46 942  46 942    
         
Programma-uitgaven overig:        
Uitvoeringsorganisatie CFI 1 994   1 994    
Apparaatsuitgaven3 392 1253 517– 53– 53– 53– 53
Ontvangsten0  0    

Toelichting mutaties

Voor het artikel arbeidsmarkt- en personeelsbeleid is sprake van een daling van de uitgaven met € 13,3 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2006.

Voor € 4,6 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting per saldo met € 8,7 miljoen gedaald.

Toelichting operationele doelstelling

Arbeidsmarkt:

Beleidsmatig is voor 2006 vanuit artikel 9 (arbeidsmarkt- en personeelsbeleid) een bedrag van € 8,9 miljoen aan artikel 3 (voortgezet onderwijs) toegevoegd voor het convenant beloningsdifferentiatie vmbo uit de enveloppemiddelen arbeidsmarkt-knelpunten en vermindering werkdruk. Vanaf 2007 is hiervoor € 22,4 miljoen structureel beschikbaar.

Overigens treedt in 2007 nog een tijdelijk effect op door een stijging van het budget met € 17,0 miljoen voor de uitvoering van de motie voor het behouden van pas afgestudeerde leraren voor het onderwijs door hen boven de formatie aan te stellen en het bevorderen van de doorstroming van leraren van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. In 2006 is voor deze motie € 12,0 miljoen beschikbaar.

10. Informatie- en communicatietechnologie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 10 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2006 Mutaties via NvW en amendementenMutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006 Mutatie 2007 Mutatie 2008 Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen33 707– 6326 36439 439– 55– 50– 50– 50
Waarvan garantieverplichtingen        
Totaal uitgaven33 707– 6326 36439 439– 55– 50– 50– 50
Programma-uitgaven33 707– 6326 36439 439– 55– 50– 50– 50
         
Ict-bijdrage per leerling, inclusief internetvoorziening        
Ict ondersteunings-en stimuleringsactivi-teiten 22 042   22 042    
         
Innovatie en versterking kennisinfrastructuur        
Innovatie Balkenende II 3 000  3 000 6 000    
Overige innovatieve projecten 632 – 6322 644 2 644 – 5    
Centrale voorzieningen7 800  720 8 520 – 50 – 50 – 50– 50
Doorlopende verplichtingen 233  233     
Apparaatsuitgaven0  0    
Ontvangsten47 776 2 00049 776    

Toelichting mutaties:

Bij suppletore wet wordt het Ict-artikel verhoogd met € 6,4 miljoen. Het beschikbare bedrag van de begroting Ict komt daarmee op een bedrag van € 39,5 miljoen. De belangrijkste mutaties zijn intertemporele compensaties 2005/2006 ter grote van € 4,4 miljoen voor onder andere het innovatieprogramma kennisrotonde en projecten internetvoorziening. Daarnaast vindt er een desaldering plaats ad € 2,0 miljoen in verband de verrekening van een bijdrage van het Nationaal Actie Programma (NAP) van EZ.

11. Studiefinanciering

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 11 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2006 Mutaties via NvW en amendementenMutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006 Mutaties 2007 Mutaties 2008 Mutaties 2009Mutaties 2010
Verplichtingen3 085 05544 760389 0353 518 850– 166 767150 420179 870214 011
Waarvan garantieverplichtingen        
Totaal uitgaven3 085 05544 760389 0353 518 850– 166 767150 420179 870214 011
         
Programma-uitgaven3 017 989 47 000 388 634 3 453 623– 167 045 150 107 179 371 213 172
         
Uitvoeringsorganisatie IB-Groep65 907 – 2 240 431 64 098 297 332 518858
         
Apparaatsuitgaven 1 159 0 – 301 129 – 19 – 19 – 19 – 19
Ontvangsten363 8000– 22 900340 900– 17 300– 11 900– 6 100100

Toelichting mutaties

Voor studiefinanciering is sprake van een stijging van de uitgaven met € 389,0 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2006. Voor € 46,4 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 342,6 miljoen gestegen.

Programma-uitgaven

De programma-uitgaven stijgen per saldo met € 342,6 miljoen als gevolg van:

– toenemende leerlingenaantallen (€ 28,3 miljoen). Voor een toelichting wordt verwezen naar de algemene toelichting bij deze suppletore begroting;

– bijstelling van de autonome raming 2006, ondermeer als gevolg van de doorwerking van de diverse realisaties over 2005 en de eerste resultaten in januari 2006. In deze mutatie zijn ook de gevolgen van de meer exacte berekeningen van de invoering van het zorgstelsel per 1 januari 2006 en de effecten van de bijgestelde raming van de uitgaven aan deelnemers bol die nog onder de giftsystematiek vallen begrepen (€ 14,3 miljoen);

– een mutatie van € 300,0 miljoen vanwege het kasbeleid op de begroting om het beeld in 2007 niet te belasten. De begroting van 2007 wordt hiervoor met dit bedrag verlaagd. Daardoor is het mogelijk om de betalingen aan de gezamenlijke OV-bedrijven gedeeltelijk te vervroegen.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn gedaald met € 22,9 miljoen. Voor € 1,3 miljoen betreft dit technische mutaties. Als gevolg van de doorwerking van de realisaties in 2005 en de eerste resultaten in januari 2006 zijn de ontvangsten verder met € 21,6 miljoen gedaald.

12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 12 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2006 Mutaties via NvW en amendementenMutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006 Mutaties 2007 Mutaties 2008 Mutaties 2009Mutaties 2010
Verplichtingen311 273– 600– 15 599295 074– 12 423– 7 681– 5 565– 4 970
Waarvan garantieverplichtingen         
Totaal uitgaven311 273– 600– 15 599295 074– 12 423– 7 681– 5 5654 970
         
Programma-uitgaven 293 9000 – 15 400 278 500 – 11 900 – 7 300– 5 200 – 4 600
Uitvoeringsorganisatie IB-Groep 17 373 – 600 – 199 16 574 – 523– 381 – 365 – 370
Ontvangsten13 2000– 70012 500– 3 700– 3 700– 3 700– 3 700

Toelichting mutaties

Voor tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten is sprake van een daling van de uitgaven met € 15,6 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2006.

Voor € 4,8 miljoen betreft het technische mutaties.

Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties dalen de uitgaven met € 20,4 miljoen.

De ontvangsten dalen met € 0,7 miljoen.

Uitgaven

Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties daalt de begroting per saldo met € 20,4 miljoen door:

– toenemende leerlingenaantallen (€ 0,2 miljoen). Voor een toelichting wordt verwezen naar de algemene toelichting bij deze suppletore begroting;

– bijstelling van de autonome raming 2006, voornamelijk als gevolg van de doorwerking van de realisaties op de diverse WTOS-onderdelen over 2005 (– € 20,6 miljoen);

13. Lesgeld

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 13 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2006 Mutaties via NvW en amendementenMutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006 Mutaties 2007 Mutaties 2008 Mutaties 2009Mutaties 2010
Verplichtingen7 248– 240– 1 6955 313– 1 514– 1 545– 1 529– 1 749
Waarvan garantieverplichtingen        
Totaal uitgaven7 248– 240– 1 6955 313– 1 514– 1 545– 1 529– 1 749
         
Uitvoeringsorganisatie IB-Groep 7 248 – 240 – 1 695 5 313– 1 514 – 1 545 – 1 529 1 749
Ontvangsten191 8000900192 700– 5 200– 10 600– 11 700– 9 600

Toelichting mutaties

Voor het lesgeld is sprake van een daling van de uitgaven met € 1,7 miljoen en een stijging van de ontvangsten met € 0,9 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2006 als gevolg van autonome ontwikkelingen.

Uitgaven

Bijstelling met € 1,7 miljoen van het budget van de IB-Groep, dat gedeeltelijk afhankelijk is van de ontwikkeling in het aantal lesgeldplichtigen. Door het afschaffen van het lesgeld voor minderjarige leerlingen is het aantal lesgeldplichtigen fors gedaald.

Ontvangsten

De ontvangsten stijgen met € 0,9 miljoen als gevolg van:

– toenemende leerlingenaantallen (€ 6,3 miljoen). Voor een toelichting wordt verwezen naar de algemene toelichting bij deze suppletore begroting;

– aanpassing van de raming op grond van de realisatie 2005 en een meer exacte berekening van de financiële effecten van het afschaffen van het lesgeld voor leerlingen in het vo en deelnemers bol van 16 en 17 jaar, op basis van de laatste gegevens (– € 5,4 miljoen).

14. Cultuur

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 14 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2006 Mutaties via NvW en amendementenMutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1ee suppletore begroting 2006 Mutatie 2007 Mutatie 2008 Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen576 7438 08019 868604 69123 17222 54521 47321 438
Waarvan garantieverplichtingen148 600        
Totaal uitgaven770 4448 08019 868798 39223 17222 54521 47321 438
Programma-uitgaven726 3008 08016 710751 09020 38919 97119 15619 156
         
Cultuurnota 2005–2008  8 114435 02620 50020 09520 04020 040
Cultuurproducerende instellingen 312 148– 478 8 136 319 806 20 500 20 095 20 04020 040
Cultuurondersteunende instellingen 35 810 – 22 35 788     
Fondsen 79 432 0 79 432    
         
Behoud en Beheer Cultureel Erfgoed  9 433186 3731 95595500
Subsidies Monumentenzorg 68 989 – 105 68 884 – 45 – 45   
Archieven23 935  0 23 935     
Huisvesting53 769  – 65 53 704     
Musea (Niet-CuNo) 3 706 9 000 0 12 706     
Behoud en Beheer (overig) 4 241  8 469 12 7102000 1 000   
Verdrag van Malta en subsdies archeologie 13 300  1 134 14 434    
         
Bibliotheken  – 1 05927 616– 1 147– 1 147– 1 147– 1 147
Subsidies 14 635 – 1 059 13 576 – 1 147 – 1 147– 1 147 – 1 147
Monitoring en evaluatie 1 380 0 1 380     
RVP Blinden en slechtzienden12 660  0 12 660    
         
Verbreden inzet cultuur  057 090 1 0001 0001 000
Regionale Dynamiek 30 895   30 895    
Cultuur en Ruimte 2 293   2 293    
Cultuur en School 16 148   16 148    
Cultuur en ICT 4 850   4 850 1 000 1 000 1 000
Cultuur en Economie 1 434  1 434     
Internationaal Cultuurbeleid (HGIS) 1 470   1 470    
         
Overig30 492– 44215430 204– 894– 903– 711– 711
         
Nationaal Archief14 713 6814 781– 25– 29– 26– 26
         
Apparaatsuitgaven44 144 3 15847 3022 7832 5742 3172 282
Bestuursdepartement 7 853  2 35610 203 2 044 2 062 2 062 2 062
Uitvoeringsdiensten 36 291  808 37 099739 512 255 220
Ontvangsten3 4942 51000    

Voor artikel 14 is sprake van een stijging van de uitgaven met € 27,9 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2006.

Voor € 1,0 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van mutaties via nota van wijziging en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 26,9 miljoen gestegen.

Toelichting per operationele doelstelling

Cultuurnota 2005–2008

Ten behoeve van de stimulering van de artistieke Nederlandse film is er € 7,5 miljoen toegevoegd aan het budget van Kunsten.

Tevens wordt vanaf 2007 een bedrag van € 20 mln structureel toegevoegd aan het filmbudget. Dit geld komt van het Ministerie van Financiën. De fiscale faciliteit voor de film wordt met ingang van 2007 afgeschaft.

Behoud en beheer Cultureel Erfgoed

In totaal is in 2006 € 18,4 miljoen aan het budget toegevoegd, waaronder:

– € 9 miljoen voor de financiering van de bouw van de Amsterdamse vestiging van de Hermitage via nota van wijziging onder gelijktijdige verhoging van de Ontvangsten Cultuur met € 2,5 miljoen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 VIII, nr 52);

– € 1,1 miljoen per kasschuif ten behoeve van de vergoeding van bestuurslasten Malta en gemeenten en provincies;

– € 2 miljoen voor de kosten die voortvloeien uit de claim met betrekking tot de restitutie van de Goudstikker Collectie;

– € 5 miljoen voor restitutie van cultuurgoederen uit de Tweede Wereldoorlog;

– € 1,7 miljoen per kasschuif uit 2005. Dit betreft de tegenwaarde van de cultuurgoederen uit voormalig joods bezit die om diverse redenen niet meer gerestitueerd kunnen worden aan de eigenaren. Deze middelen worden beschikbaar gesteld aan de Stichting Cultureel Erfgoed Portugees-Israëlitische Gemeente en het Joods Historisch Museum (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 25 839, nr. 36).

Toelichting bij de Ontvangsten Cultuur

Bij Nota van Wijziging zijn de ontvangsten verhoogd met € 2,5 miljoen ten behoeve van de financiering van de bouw van de Amsterdamse vestiging van de Hermitage (Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 VIII, nr 52).

15. Media

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 15 (x € 1 000)

 Stand ontwerpbegroting 2006 Mutaties via NvW en amendementen Mutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007 Mutatie 2008 Mutatie 2009 Mutatie 2010
Verplichtingen798 531 – 65 910732 621– 43 800– 58 400– 53 400– 53 400
Waarvan garantieverplichtingen        
Totaal uitgaven794 984 – 65 910729 074– 43 800– 58 400– 53 400– 53 400
Programma-uitgaven        
         
Gevarieerd Media-aanbod 790 944  – 65 910 725 034– 43 800 – 58 400 – 53 400 – 53 400
Evenwichtige representatie 3 703   3 703    
Pluriformiteit pers        
Electronische infrastructuur 337   337    
Apparaatsuitgaven0       
Ontvangsten264 781 – 40 911223 870– 44 100– 58 100– 53 100– 53 100

Toelichting:

Uitgaven:

De mutatie voor publieke omroep betreft enerzijds de daling van het beschikbare budget als gevolg van lagere reclame ontvangsten van € 51 miljoen. Daarnaast is door tegenvallende reclame ontvangsten in 2005 het budget voor 2005 met € 13,9 miljoen overschreden. Dit bedrag is in mindering gebracht op het budget voor 2006.

Ontvangsten:

De daling van de ontvangsten heeft te maken met de daling van het beschikbare budget in verband met lagere reclame ontvangsten van € 51 miljoen. Het budget in 2006 is daarnaast met € 10 miljoen verhoogd in verband met de verwachte opbrengst voor de verkoop van NOB.

16. Onderzoek en wetenschapsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 16 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2006 Mutaties via NvW en amendementenMutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006 Mutaties 2007 Mutaties 2008 Mutaties 2009Mutaties 2010
Verplichtingen816 618– 56728 022844 07332 63924 8189 6583 398
Waarvan garantieverplichtingen   30 772     
Totale uitgaven869 319– 85628 022896 48532 63924 8189 6583 398
Programma-uitgaven865 710– 85628 235893 08932 75824 9379 7773 517
         
Operationele doelstelling 16.3.1: Zorgen voor een goede toerusting en bekostiging van het onderzoeksbestel        
NWO301 520   301 520     
KNAW 85 991  85 991     
Koninklijke Bibliotheek35 528   35 528     
Stichting Anno2 300   2 300     
KNAW bibliotheek2 305   2 305     
LF TUD bibliotheek6 861   6 861     
IISG 265  265     
SURF 2 270   2 270    
CPG 454   454     
TNO193 667   193 667     
BPRC/Stichting AAP 9 288   9 288     
Nationaal Herbarium 1 081   1 081     
NLR 833  833     
Waterloopkundig Laboratorium1 291   1 291     
Grondmechanica Delft770   770     
MARIN 870  870     
STT 185   185    
EMBC 724   724    
EMBL 2 898   2 898    
ESA 31 050   31 050    
CERN 28 635   28 635    
ESO 5 915   5 915    
EG-Liaison 191   191    
NTU/INL 1 476   1 476    
EIB 1 168   1 168    
COS 495  – 495  – 493– 494 – 494 – 494
Nader te verdelen 496– 703 835 379 359 359 359 359
         
Operationele doelstelling 16.3.2: Zorgen voor specifieke stimulering voor kennisopbouw voor de toekomst        
FES – BSIK 44 947 3 548 48 495     
FES – cleanrooms nanotechnologie 17 000   17 000     
FES – TNO automotive 10 700   10 700    
FES – grootschalige infrastructuur PM 29 472 29 472 30 642 22 822 10 1623 902
Genomics 11 345   11 345    
Kennisenveloppe 22 881  – 5 00017 881 2 500 2 500   
EET 7 509  7 509     
         
Operationele doelstelling 16.3.3: Zorgen voor instroom, behoud van talentvolle onderzoekers        
Vernieuwingsimpuls 17 613  17 613     
Aspasia 2 000  2 000     
Rubicon-programma 4 000  4 000     
         
Operationele doelstelling 16.3.4: Intensivering van wetenschap- en techniekcommunicatie        
WeTeN        
Uitvoering WTC-beleid 1 670  1 670    
         
Operationele doelstelling 16.3.5: Bevorderen nationale coördinatie en internationale samenwerking in wetenschappelijk onderzoek        
Nationale coördinatie2 367 – 83 – 125 2 159 – 250 – 250– 250 – 250
Bilaterale samenwerking 4 885– 70  4 815    
         
Programma uitgaven overig        
CFI266   266    
Apparaatuitgaven3 609 363 645– 119– 119– 119– 119
Ontvangsten150 912 33 622184 53431 00123 18110 5214 261

Toelichting mutaties

Voor onderzoek en wetenschapsbeleid is sprake van een stijging van de uitgaven met € 28,3 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2006.

Voor € 28,1 miljoen betreft het technische mutaties.

De ontvangsten zijn met € 33,6 miljoen gestegen. Het betreffen hier uitsluitend technische mutaties.

Toelichting operationele doelstelling

Zorgen voor specifieke stimulering voor kennisopbouw voor de toekomst

De twee belangrijkste mutaties betreffen ontvangsten uit het Fonds Economische Structuurversterking:

– € 100 miljoen voor de periode 2006 t/m 2011 die op basis van het advies van NWO geconcentreerd en grootschalig worden ingezet voor investeringen in de researchinfrastructuur. De vijf geselecteerde projecten zijn:

1) een digitale databank voor kranten bij de Koninklijke Bibliotheek (€ 12,3 miljoen);

2) een e-science Grid voor Nederland (€ 28,8 miljoen);

3) een geadvanceerde multidiciplinaire faciliteit voor het doen van metingen en expirimenten in de sociale wetenschappen (€ 13,9 miljoen),

4) de oprichting/inrichting van een centrum voor geadvanceerde spectroscopie (€ 25,9 miljoen);

5) een Nationaal hersenonderzoekfaciliteit (€ 18,9 miljoen).

– € 3,5 miljoen vanuit 2005 voor het BSIK-project Delft Cluster.

Beide mutaties zijn geboekt onder gelijktijdige verhoging van de ontvangsten.

2.3 De niet-beleidsartikelen

17. Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 17 (x € 1 000)

 Stand ontwerpbegroting 2006 Mutaties via NvW en amendementen Mutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006Mutatie 2007 Mutatie 2008 Mutatie 2009 Mutatie 2010
Verplichtingen33 3410537 982571 323463 444440 199440 022434 526
Waarvan garantieverplichtingen        
Uitgaven33 3410537 982571 323463 444440 199440 022434 526
Loonbijstelling 2 200 0432 049 434 249 360 884 335 954 334 498328 218
Prijsbijstelling 0 0 101 020 101 020102 560 104 245 105 524 106 308
Nominaal en onvoorzien 31 141 0 4 913 36 054 0 0 00
Asielzoekers 0 0 0 0 0 00 0
Ontvangsten42 000035 63577 6350000

Toelichting:

Loonbijstelling

De mutatie van € 498,5 miljoen op de post loonbijstelling betreft de loonbijstelling tranche 2006. Door de invoering van het nieuwe ziektekostenstelsel wordt de interimvergoeding ziektekosten voor het onderwijs- en rijkspersoneel versneld uitbetaald. Door een kasschuif is er vanuit 2005 in 2006 € 66,5 miljoen aan de OCW-begroting toegevoegd. Het bedrag is verdeeld over de volgende beleidsterreinen primair onderwijs (€ 65 miljoen) en voortgezet onderwijs (€ 1,5 miljoen). Het restant van de uitdeling loonbijstelling tranche 2006 naar de verschillende beleidsterreinen wordt in de 2e suppletore begroting 2006 en de ontwerpbegroting 2007 verwerkt.

Prijsbijstelling

De prijsbijstelling tranche 2006 betreft een bedrag van € 107,7 miljoen. Daarnaast heeft OCW ook een aandeel (ongeveer € 7 miljoen structureel) in de taakstelling van € 23 miljoen voortvloeiende uit de moties van Algemene Politieke Beschouwingen ter dekking van de nota wijziging begroting 2006. De uitdeling van de prijsbijstelling naar de verschillende beleidsterreinen wordt in de 2e suppletore begroting 2006 en de ontwerpbegroting 2007 verwerkt.

Nader te verdelen

De mutatie wordt grotendeels verklaard door de eindejaarsmarge 2005/2006 van € 13,3 miljoen.

18. Ministerie algemeen

Budgettaire gevolgen artikel 18 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2006 Mutaties via NvW en amendementenMutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1ee suppletore begroting 2006 Mutatie 2007 Mutatie 2008 Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen124 062827 882132 026– 2 3891691 4811 816
Waarvan garantieverplichtingen        
Uitgaven124 062827 882132 026– 2 3591691 4811 816
Ontvangsten567  567    

Toelichting

Via de eindejaarsmarge zijn middelen overgeheveld voor o.a. het geïntegreerd toezicht en het project archieven.

19. Inspecties

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 19 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2006 Mutaties via NvW en amendementenMutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1ee suppletore begroting 2006 Mutatie 2007 Mutatie 2008 Mutatie 2009Mutatie 2010
Verplichtingen46 479 1 38647 8657222
Waarvan garantieverplichtingen        
Uitgaven46 479 1 38647 8657222
         
Erfgoedinspectie 2 625 142 2 767 2 2 2 2
Onderwijsinspectie 43 854  1 244 45 0985    
Ontvangsten0 000000

20. Adviesraden

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 20 (x € 1 000)

 Stand ontwerpbegroting 2006Mutaties via NvW en amendementen Mutaties 1e suppletore begroting 2006 Stand 1e suppletore begroting 2006 Mutatie 2007Mutatie 2008 Mutatie 2009 Mutatie 2010
Verplichtingen6 714 1 0887 802    
Waarvan garantieverplichtingen        
Uitgaven6 714 1 0887 802    
Onderwijsraad2 563  150 2 713     
Raad voor Cultuur 3 245  222 3 467    
AWT 906  716 1 622    
Ontvangsten0 00    
Naar boven