30 560 VI
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2006 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 13 juni 2006

De vaste commissie voor Justitie1 belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer de volgende vragen over de Wijziging van de begrotingsstaten van het ministerie van Justitie voor het jaar 2006 (30 560 VI) aan de regering voor te leggen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid. De vragen en de daarop door de regering gegeven antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

De Pater-van der Meer

Adjunct-griffier van de commissie,

Van Bemmel

1

Is er voor 2006 sprake van een volledige prijsbijstelling?

Ja, het ministerie van Financiën heeft voor de jaren 2006–2011 de prijsbijstelling volledig aan Justitie uitgekeerd op het artikel 92 «Nominaal en onvoorzien». Deze middelen worden bij ontwerp begroting 2007 verdeeld over de daarvoor in aanmerking komende Justitie-onderdelen om prijsstijgingen te compenseren.

2

Kan een uitsplitsing worden gegeven van het bedrag van € 24,4 miljoen «Asiel: IND Instroom», bezien naar de verwachte hogere asielinstroom en de extra instroom van asielbeoordelingen van 3 700 als gevolg van «14–1 brieven» en bezwaren?

Voor de hogere asielinstroom is een bedrag van circa € 4 miljoen benodigd en voor de extra instroom als gevolg van de «14-brieven» en bezwaren een bedrag van circa € 20,4 miljoen.

3

Welk gedeelte van het bedrag van € 33,1 miljoen is toe te rekenen aan het achterblijven van de uitplaatsing van statushouders?

Het bedrag van € 33,1 miljoen heeft betrekking op een hogere bezetting. Dit is het gevolg van de doorwerking vanuit het voorliggende jaar 2005. Als gevolg van een lagere uitstroom van circa 2 900 personen was aan het eind van dat jaar de bezetting hoger dan verwacht. Een van de oorzaken is dat er circa 1 800 minder statushouders (= 62% van de totale uitstroom) zijn gehuisvest dan eerder was geraamd. Kortom, een bedrag van € 20,5 miljoen (62% van € 33,1 miljoen) is toe te schrijven aan het achterblijven van de uitplaatsing van statushouders.

4

Hoeveel oudkomerstrajecten zouden er minder kunnen worden aangeboden als het bedrag van € 38,2 miljoen niet beschikbaar zou worden gesteld? Van welke trajectprijzen voor oudkomers en voor nieuwkomers wordt momenteel uitgegaan onder de huidige Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) en van welke onder de nieuwe Wet Inburgering?

Als het bedrag van € 38,2 miljoen niet beschikbaar zou worden gesteld, kunnen er afgerond 6000 oudkomerstrajecten minder worden uitgevoerd. Onder de Regelingen Oudkomers voor de G56 wordt uitgegaan van een trajectprijs van € 6 400; voor de overige gemeenten bestaat de vergoeding uit een vast deel van € 1 200 per traject met een maximum per gemeente van € 24 000 en een variabel deel van € 5 100 per traject. Voor een nieuwkomerstraject onder de WIN bedraagt de trajectprijs € 7 500.

In de nieuwe wet Inburgering worden verschillende rijksbijdragen gehanteerd voor het aanbod door gemeenten. Voor trajecten die worden aangeboden aan uitkeringsgerechtigden, waarbij sprake is van samenloop met een reïntegratietraject vanuit de Wet Werk en Bijstand, geldt een vergoeding van € 4 235; voor trajecten die gemeenten aanbieden aan niet werkenden en niet uitkeringsgerechtigden bedraagt dit € 6 180 (beide bedragen zijn incl. de netto – rekening houdend met oninbaarheid – eigen bijdrage van € 230).

5

Komt de genoemde € 8,5 miljoen tegemoet aan het door de Raad voor de rechtspraak gevraagde bedrag?

Naast de genoemde € 8,5 mln. zijn ook andere extra middelen ingezet voor de rechtspraak. Bij voorjaarsnota wordt de bijdrage aan de raad met in totaal € 18,5 mln. verhoogd. Daarvan is in totaal € 13,5 mln. bestemd voor de ontwikkelingen in de sectoren civiel, bestuur, kanton en straf. Daarnaast is € 3,9 mln. extra beschikbaar gesteld voor de ontwikkelingen bij de vreemdelingenkamers en € 1,1 mln. voor overige ontwikkelingen (met name de commissies van toezicht). Met deze aanvullende middelen in 2006 is niet de volledige instroomverwachting van de Raad voor de Rechtspraak gefinancierd. Het moet echter niet realistisch worden geacht om op dergelijk korte termijn de productiecapaciteit van de gerechten hier reeds volledig op in te stellen. In overleg met de Raad is dan ook gekeken naar een haalbare meerjarige oplossing. In dat licht is de Raad tevreden met het resultaat voor 2006. In de komende justitiebegroting zal ik aangeven hoe hiermee wordt omgegaan.

6

Kan de regering aangeven in hoeverre er na de verhoging van de bijdrage van € 8,5 miljoen aan de Raad voor de rechtspraak nog sprake zal zijn van een capaciteitstekort?

Zoals ik in het antwoord op vraag 5 heb aangegeven, is met de aanvullende middelen voor 2006 niet de gehele instroomverwachting van de Raad voor de Rechtspraak voor 2006 gefinancierd. Het moet echter niet realistisch worden geacht om op dergelijk korte termijn ook de productiecapaciteit van de gerechten hier reeds volledig op in te kunnen stellen. In overleg met de Raad is dan ook gekeken naar een haalbare meerjarige oplossing. In dat licht is de Raad tevreden met het resultaat voor 2006. In de komende justitiebegroting zal ik aangeven hoe hiermee wordt omgegaan.

7

Kan het extra geld dat wordt uitgetrokken voor het verbeterprogramma «Versterking Opsporing en Vervolging» worden uitgesplitst per betrokken organisatie?

In het verbeterprogramma zijn voorstellen opgenomen die per organisatie zijn uitgesplitst: Openbaar Ministerie, Politie en NFI. De verdeling van het geld per organisatie zal in de ontwerp begroting van 2007 kenbaar worden gemaakt.

8

Gaat het bij het extra geld voor het verbeterprogramma «Versterking Opsporing en Vervolging» om structurele gelden?

Ja, bij het extra geld voor het verbeterprogramma gaat het om structurele gelden. De voorgestelde maatregelen zoals opgenomen in het verbeterprogramma beogen een structurele kwaliteitsverbetering op het terrein van de opsporing en de vervolging en vergen een structurele investering.

9

Wordt bij de sector Straf geen toename van de instroom verwacht? Zo neen, waarom niet?

Ten opzichte van de gerealiseerde instroom in 2005 wordt er in 2006 een beperkt hogere instroom in de sector straf verwacht. Ten opzichte van de eerdere instroomverwachting voor 2006 wordt een beperkt hogere instroom verwacht bij de rechtbanken en de hoven maar daarnaast een beperkt lagere instroom in de sector kanton. In absolute aantallen is het de verwachting dat deze ontwikkelingen ongeveer met elkaar in evenwicht zijn.

10

Is er bij de sector Straf naar verwachting daling van de instroom ten opzichte van 2005? Zo ja, in hoeverre kan het daarmee bespaarde budget worden ingezet ten behoeve van de hogere instroom bij andere sectoren?

Ten opzichte van de gerealiseerde instroom in 2005 wordt er in 2006 een beperkt hogere instroom in de sector straf verwacht. Ten opzichte van de eerdere instroom verwachting voor 2006 wordt een beperkt hogere instroom verwacht bij de rechtbanken en de hoven maar daarnaast een lagere instroom in de sector kanton. In overleg met de Raad zijn de beperkte besparingen in de sector kanton (ten opzichte van de eerdere ramingen) gesaldeerd met de ontwikkelingen in de andere sectoren. Ook de productieafspraken zijn hierop aangepast. Het is aan de Raad om ervoor zorg te dragen dat de middelen dan wel de capaciteit dusdanig wordt ingezet dat de productieafspraken worden gerealiseerd.

11

Gelden er als gevolg van de brand op Schiphol-Oost striktere eisen voor brandveiligheid of alleen striktere eisen met betrekking tot de naleving van eisen van brandveiligheid? Als dat laatste het geval is; worden de additionele gelden in dat geval toegevoegd voor iets wat altijd al had moeten gebeuren?

Naar aanleiding van de brand in het detentiecentrum Schiphol-Oost in oktober 2005 hebben verschillende brandweerkorpsen de eisen op het gebied van brandveiligheidsvoorzieningen voor justitiële inrichtingen binnen de desbetreffende gemeenten aangescherpt. De gemeenten hebben daartoe een eigenstandige bevoegdheid binnen de algemene kaders van het brandbeveiligingsconcept cellen en cellengebouwen van het ministerie van BZK. Deze eisen worden gesteld als (aanvullende) voorwaarden voor de verleende gebruiksvergunningen voor de bewuste gebouwen en dienen derhalve onverkort te worden nagevolgd.

12

Komt het additionele budget van € 1,9 miljoen voor eerwraak ten goede aan het voorkomen en bestrijden van eerwraak of is dit budget nodig in verband met de organisatie van het groot project «Eergerelateerd geweld»?

Het additionele budget van euro 1,9 miljoen is beschikbaar voor het programma eergerelateerd geweld. Met dit – tijdelijke – programma wordt de aanpak van eergerelateerd geweld geïntensiveerd. Het budget wordt ingezet voor zowel de organisatie van het programma als voor de beleidsmaatregelen. Het additionele budget is logischerwijs bestemd voor een combinatie van beide uitgaven. In de brief van 28 maart (Tweede Kamer 2005–2006, 30 388, nr. 3) is aangegeven hoe voor deze intensivering een tijdelijke organisatie wordt ingericht. Op het programmabureau is een functie vervallen doordat de rapportage niet hoeft te worden opgezet cf. de eisen van het groot project. Dit heeft echter geen consequenties voor het totaal beschikbaar budget voor het programma. In dit budget is nu euro 825 000 gereserveerd voor de uitgaven voor de organisatie en euro 1,1 miljoen voor beleid.

13

Wordt de verhoging van het budget met circa € 1,9 miljoen bijgesteld nu over het onderwerp «Eergerelateerd geweld» op een alternatieve wijze gerapporteerd zal worden, en dus niet langer binnen het kader van een groot project?

Het budget voor het programma eergerelateerd geweld blijft volledig intact ten behoeve van het programma. Het besluit van de Tweede Kamer om de groot-project-status in te trekken leidt er weliswaar toe dat de programma-organisatie minder zwaar wordt, maar dit heeft geen consequenties voor het totaal beschikbare budget. De prioriteit voor de problematiek van eergerelateerd geweld blijft immers ongewijzigd, hetgeen een goede aansturing vereist.

14

Hoeveel geld wordt in totaal uitgegeven aan de Dienst Speciale Interventies (DSI)?

De formele oprichting van de Dienst Speciale Interventies (DSI) staat gepland op 1 juli 2006. Voor het jaar 2006 wordt voor de DSI in totaal een bedrag begroot van circa 8 miljoen, inclusief de uitgaven voor de Bijzondere Bijstands Eenheid-Snelle Interventie Eenheid (BBE-SIE) die tot 1 juli 2006 operationeel is. Verantwoording van dit budget vindt plaats zowel op de begroting van BZK als op die van Defensie.

15

Om hoeveel mensen gaat het bij de hogere bezetting in de COA-opvang?

Het gaat om gemiddeld circa 2 500 bezette plaatsen meer.

16

Wat is de oorzaak van de lagere uitplaatsing van statushouders en het aantal verwijderingen? Is er sprake van minder statushouders en gevallen die in aanmerking komen voor verwijdering of is er sprake uitvoeringsproblemen?

De oorzaak ligt vooral het niet voldoende beschikbaar stellen van geschikte woningen. Het aanbod van woningen voor gezinnen verhoudt zich niet met de vraag voor woningen te behoeve van alleenstaande asielzoekers.

In sommige gevallen was sprake van een gebrek aan medewerking in de relevante omgeving van uitgeprocedeerde asielzoekers, met name bij de gemeenten van verblijf. Waar daadwerkelijke verwijdering gerealiseerd kon worden, werd dit geëffectueerd; ontruimingen zonder daadwerkelijke verwijdering uit Nederland bleken door gebrek aan medewerking van bepaalde gemeenten in een aantal gevallen moeilijk realiseerbaar.

17

Wat onderneemt de regering om de besparing, opgenomen uit hoofde van het doorberekenen van de kosten van de procesvertegenwoordigers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in de leges, alsnog (juridisch) mogelijk te maken en op welke termijn denkt de regering dat het mogelijk is?

De oplossing wordt niet gezocht in directe doorberekening van de proceskosten aan de burger. Momenteel wordt namelijk onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van een algehele verhoging van de kostendekkendheid van de leges. Bij deze eventuele algehele verhoging zal het herijken van de kostprijzen worden betrokken.

18

Hoe kan het dat er (per saldo) minder kosten aan ODA worden toegerekend terwijl de verwachte asielinstroom stijgt? Moet dit zo worden begrepen dat de vermindering volledig is toe te schrijven aan de verwachte verkorting van de gemiddelde verblijfsduur van twee maanden? Of zijn er – gegeven de woorden «onder andere» – andere factoren in het spel en zo ja, welke?

In 2005 is als gevolg van dalende instroom van asielzoekers de ODA-ontvangstenraming neerwaarts bijgesteld. Bij nader inzien lijkt deze neerwaarts bijstelling niet voldoende te zijn geweest, derhalve wordt de ontvangstenraming verder neerwaarts bijgesteld.

19

Zijn de meerjarige budgetten voor het CBP inmiddels zodanig aangepast dat de in 2004 toegezegde groei naar 75 fte in het kader van de handhaving daadwerkelijk in 2007 kan worden gerealiseerd?

De meerjarige budgettaire kaders voor het CBP zijn toereikend om de door het CBP gewenste uitbreiding naar 75 fte in 2007 te kunnen realiseren.

20

Hoeveel geld wordt in totaal extra ter beschikking gesteld van de Raad voor de rechtspraak?

Bij voorjaarsnota wordt er in totaal € 18,5 miljoen extra beschikbaar gesteld aan de Raad voor de rechtspraak.

21

Waarom is het aantal civiele toevoegingen met circa vijf procent gestegen?

De toename van het aantal afgegeven toevoegingen doet zich op elk rechtsgebied binnen de sector civiel voor. De grootste stijging is echter waarneembaar op het terrein van het bestuursrecht, specifiek die zaken die betrekking hebben op sociale voorzieningen en sociale zekerheid. Binnen deze groep is de grootste stijging waarneembaar bij de Wet Werk en Bijstand. De stijging van het aantal civiele toevoegingen wordt voor ruim 60% door dit specifieke punt verklaard. De toename is het gevolg van de vervanging per 1 januari 2004 van de Algemene bijstandswet (Abw) door de Wet werk en Bijstand (WWB). Doel van de WWB is ondersteuning bij arbeidsinschakeling en verlening van bijstand door gemeenten. Werk gaat voor inkomen: oogmerk is om mensen op de kortste weg naar betaald werk te kunnen zetten. De gemeenten vervullen hierin een hoofdrol. Een belangrijk doel dat wordt nagestreefd is het beperken van de instroom en het bevorderen van de uitstroom. Uiteraard heeft dit tot gevolg dat het aantal bezwaren/beroepen tegen beslissingen van de gemeenten toeneemt. Vanaf 1 januari 2004 is het aantal afgegeven toevoegingen die samenhangen met deze wet fors gestegen. In 2004 bedroeg de stijging reeds 30% (van 9 400 naar 12 200 toevoegingen). In 2005 is het aantal met 43% nog verder gestegen tot ruim 17 300 toevoegingen.

22

Is het bedrag van € 6 miljoen, dat benodigd is op operationele doelstelling 12.2 «Adequate toegang tot het rechtsbestel»daar ook voor de capaciteitsstijging gereserveerd (binnen uitgaven «overige»)?

Het bedrag van € 6 miljoen is bestemd voor de dekking van de kosten verbonden aan de toename van het aantal civiele toevoegingen en is als zodanig gereserveerd op de operationele doelstelling 12.2.1 Raden voor Rechtsbijstand.

23

Waaruit vloeit de eenmalige verlaging van € 18 miljoen aan Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) precies voort?

Ter compensatie van de budgettaire problematiek van Justitie was het noodzakelijk om binnen de kaders van de begroting voor 2006 een bedrag van € 18 mln. te financieren. De dekking is gevonden door incidenteel de bijdrage aan het agentschap DJI te verlagen. Gelet ook op de stand van de exploitatiereserve en het resultaat 2005 van het agentschap, is het verantwoord deze compensatie – bij een gelijkblijvende productie van DJI – eenmalig op de voorgestelde wijze te leveren.

24

Waarom wordt de bijdrage aan DJI eenmalig met € 18 miljoen verlaagd?

Ter compensatie van de budgettaire problematiek van Justitie was het noodzakelijk om binnen de kaders van de begroting voor 2006 een bedrag van € 18 miljoen te financieren. De dekking is gevonden door incidenteel de bijdrage aan het agentschap DJI te verlagen. Gelet ook op de stand van de exploitatiereserve en het resultaat 2005 van het agentschap, is het verantwoord deze compensatie – bij een gelijkblijvende productie van DJI – eenmalig op de voorgestelde wijze te leveren.

25

Is er al een bedrag gereserveerd om eventueel gevolg te geven aan en maatregelen te nemen naar aanleiding van het rapport «Tbs, vandaag over gisteren en morgen» van de tijdelijke commissie onderzoek tbs»?

In de kabinetsreactie op het rapport «Tbs, vandaag over gisteren en morgen» dat binnenkort naar u wordt gestuurd, zal in hoofdlijnen beschreven worden welke gevolgen het kabinet aan het rapport verbindt en hoe met de financiële gevolgen van de te nemen maatregelen wordt omgegaan.

26

In hoeverre zal de «Overboeking productiemiddelen jeugdzorg naar VWS» effect hebben op de wachtlijsten en plaatsingsproblematiek binnen de justitiële jeugdinrichtingen?

Via de overboeking productiemiddelen jeugdzorg wordt VWS in staat gesteld nieuw zorgaanbod te ontwikkelen als alternatief voor de opvang en behandeling van civielrechtelijke jongeren in de JJI’s. Uiteraard is daarvoor tijd nodig. Uiteindelijk zullen in beginsel alle civielrechtelijke jongeren in (gesloten) jeugdzorgvoorzieningen worden behandeld. Dat zal ertoe leiden dat de wachtlijsten en plaatsingsproblematiek ten aanzien van de civielrechtelijke doelgroep binnen de JJI’s zullen verdwijnen.

27

Waardoor wordt de vertraagde uitstroom uit de Voorwaardelijke Vergunning tot Verblijf (VVTV) veroorzaakt?

De procedures bij de IND en de rechtbanken duren langer dan voorzien. De hierdoor veroorzaakte vertraagde afhandeling van zaken leidt tot een langzamer dan gedachte daling van het aantal mensen in de VVTV.

28

Wat is precies de betekenis van het bedrag van € 8,3 miljoen «Ex-amv’s: leefgelden»? Betekent dit bijvoorbeeld dat het project beëindiging leefgelden ex-amv’s achterligt op schema? Of betekent het dat er meer ex-amv’s zijn ingestroomd dan aanvankelijk werd verwacht?

Het bedrag van € 8,3 miljoen heeft betrekking op leefgelden aan ex-AMV’s. In 2006 is het aantal ex-AMV’s gemiddeld circa 650 hoger dan verwacht.

Het project Beëindiging Leefgelden ligt niet geheel op schema maar alle inspanningen zijn er op gericht om het project uiterlijk 31 december 2006 af te sluiten.

29

Hoeveel Tijdelijke noodvoorziening (TNV)-plaatsen zijn er momenteel in totaal beschikbaar? Waar bevinden die zich? Wat is momenteel de gemiddelde verblijfsduur in de TNV? Heeft het bedrag van € 5,5 miljoen betrekking op het scheppen van de extra TNV-plaatsen, of ook op de kosten van opvang?

De TNV maakt gebruik van 400 opvangplekken in AC ter Apel en 350 opvangplaatsen in Bellingwolde.

De gemiddelde verblijfsduur was gedurende de eerste vier maanden van het jaar 11 dagen. Het bedrag van € 5,5 miljoen heeft betrekking op de verhoging van de TNV capaciteit.

Door de verhoogde instroom van het aantal asielzoekers en de «beperkte» verwerkingscapaciteit op het AC is de huidige capaciteit van de TNV te laag.

30

Hoe groot is momenteel de groep ex-amv’s die via het Nidos leefgelden ontvangt? Op welke termijn verwacht de regering dat het COA een beëindigingsbesluit heeft opgesteld voor deze groep?

Uit de overzichten van het Nidos blijkt dat in april 2 539 ex-amv’s leefgeld hebben ontvangen. De verwachting is dat de laatste persoon uit deze groep uiterlijk 31 december 2006 een beëindigingsbesluit heeft ontvangen.

31

Zijn er sinds de herinvoering van de 28-dagentoets in bewaringszaken relatief meer vreemdelingen in beroep gegaan?

De effecten van de wijziging van het stelsel van rechterlijke toetsing bij vrijheidsontnemende maatregelen heb ik per brief d.d. 14 december 2005 aan de Eerste Kamer (Kamerstuk 28 749, D) gezonden.

32

Verwacht de regering dat de kosten ten gevolge van de vertraging van de nieuwbouw voor Europol zullen toenemen, en zo ja, in welke mate?

De vertraging in het nieuwbouwproject is met name veroorzaakt door knelpunten bij de inpassing van het ontwerp van het gebouw in de directe omgeving. Inmiddels is er overeenstemming bereikt met de betrokken partijen en worden aanpassingen in het ontwerp verwerkt. Het aangepaste ontwerp is gereed in oktober 2006.

Als gevolg van de vertraging ontstaan rentekosten. Deze kosten worden samen met de geactualiseerde investeringskosten in een financieel totaaloverzicht ondergebracht. Op basis van het aangepaste ontwerp (inclusief bezuinigingsvoorstellen) en het financiële overzicht worden in oktober aanvullende besluiten genomen. Op basis van de huidige inzichten wordt er vanuit gegaan dat er binnen het beschikbare budget wordt gebleven.

De huisvestingskosten voor Europol komen ten laste van het HGIS budget.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), De Vries (PvdA), Dittrich (D66), Rouvoet (CU), De Wit (SP), Albayrak (PvdA), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Çörüz (CDA), Verbeet (PvdA), ondervoorzitter, Wolfsen (PvdA), De Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Eerdmans (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), Van Fessem (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Visser (VVD), Azough (GL), Van Egerschot (VVD), Meijer (PvdA), Özütok (GL), Wagner (PvdA) en Vacature (SP).

Plv. leden: Jonker (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Lambrechts (D66), Van der Staaij (SGP), Van Velzen (SP), Tjon-A-Ten (PvdA), Van Baalen (VVD), Blok (VVD), Vacature (algemeen), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Van Heteren (PvdA), Arib (PvdA), Buijs (CDA), Sterk (CDA), Kraneveldt (LPF), Joldersma (CDA), Van As (LPF), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Van Schijndel (VVD), Karimi (GL), Örgü (VVD), Kalsbeek (PvdA), Halsema (GL), Timmer (PvdA) en Vergeer (SP).

Naar boven