30 560 III
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken (III) voor het jaar 2006 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1, 2 en 4

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2006 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken;

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 3

In maart 2005 is door de Minister van Financiën met de Tweede Kamer overleg gevoerd over de uitkomsten van het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) regeldruk en controletoren en de naar aanleiding daarvan door het kabinet in december 2004 gedane voorstellen. Tijdens het algemeen overleg op 2 en 3 maart 2005 en in de brief van 9 maart 2005 (Kamerstukken II, 29 949 en 29 950, nr. 5) is toegezegd de getrouwbeeld-verklaring van de departementale auditdiensten parallel aan de gewijzigde bedrijfsvoeringsparagraaf over het verslagjaar 2006 in te voeren. De departementen hebben sindsdien belangrijke voortgang geboekt met het treffen van de hiervoor noodzakelijke maatregelen. Om op het ingroeitraject naar met name de getrouwbeeldverklaring geen wettelijke obstakels te laten ontstaan, dienen enkele bepalingen in de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) te worden aangepast. Dat zal regulier gebeuren via het moderniseringsproject van die wet dat thans gaande is. Om de getrouwbeeldverklaring al over het jaar 2006 te kunnen toepassen is echter een tijdelijke – op het jaar 2006 gerichte – afwijking van de wet nodig. Dat gebeurt via het onderhavige wetsartikel. Het betreft concreet de aanpasing van artikel 66, vijfde en zesde lid, van de CW 2001. De gewijzigde insteek voor de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag leidt niet tot een aanpassing van de CW 2001. De inhoud van die paragraaf wordt in de Rijksbegrotingsvoorschriften geregeld.

Samengevat komen de wijzigingen in de bedrijfsvoeringsparagraaf en in de accountantsverklaring op het volgende neer. Over eventuele rechtmatigheidsfouten en onzekerheden die de terzake gestelde artikelsgewijze tolerantiegrenzen te boven gaan, zal door de betrokken minister in de bedrijfsvoeringsparagraaf van zijn departementaal jaarverslag worden gerapporteerd. De departementale auditdienst verstrekt bij het aldus opgestelde jaarverslag (en saldibalans) een getrouwbeeldverklaring in plaats van een zogenaamde eisenverklaring. De getrouwbeeldverklaring heeft betrekking op de elementen die onder a tot en met d van het nieuwe zesde lid van artikel 66 in de CW 2001 zijn opgenomen.

Daarbij beoordeelt de auditdienst op grond van onderdeel b of de rapportage over de rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering klopt en op grond van onderdeel d of er in het jaarverslag eventueel sprake is van strijdigheid tussen de gepresenteerde financiële informatie en de opgenomen beleidsinformatie.

Om aan te sluiten bij de in artikel 58 gehanteerde terminologie wordt in lid 6 van artikel 66 gesproken van deugdelijke weergave in plaats van de in accountantskring gebruikelijke formulering van getrouwe weergave. Daarmee wordt echter hetzelfde bedoeld. Het is geen bezwaar dat de accountant in zijn verklaring het begrip getrouwe weergave gebruikt.

De oordeelsvorming van de Rekenkamer blijft ten opzichte van het verleden ongewijzigd.

In het oude vijfde lid van artikel 66 kan de reikwijdte van de accountantsverklaring (een verklaring omtrent de financiële informatie in het jaarverslag en de saldibalans) worden geschrapt. De reikwijdte staat thans geheel in het zesde lid.

De formulering van de aanhef van het onderhavige wetsartikel luidende: «... komt voor de accountantsdienst van het ministerie van Algemene Zaken voor het jaar 2007 als volgt te luiden» is zodanig gekozen, dat de accountantsdienst de gewijzigde reikwijdte van de verklaring zowel dient toe te passen met betrekking tot het departementale jaarverslag van het betrokken departement als met betrekking tot een eventueel niet-departementaal jaarverslag waarvoor de betrokken minister verantwoordelijk is (zoals bijvoorbeeld een jaarverslag van een begrotingsfonds of van een van de begrotingshoofdstukken I, II, IV of IXA).

Er wordt in de wettekst nog gesproken van accountantsdienst in plaats van auditdienst, omdat die terminologie in de Comptabiliteitswet 2001 nog wordt gehanteerd. Bij de voorziene modernisering van de Comptabiliteitswet zal accountantsdienst worden vervangen door auditdienst. Overigens wordt de controle van begroting III feitelijk uitgevoerd door de auditdienst van het ministerie van Economische Zaken.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

In navolgende paragrafen 2 en 3 zullen de voorgestelde mutaties worden toegelicht. In paragraaf 2 gebeurt dit op het niveau van begrotingsstaat. Paragraaf 3 geeft een overzicht op artikel- en artikelonderdeelniveau van het artikel 1 «Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid».

2. BELANGRIJKSTE SUPPLETORE MUTATIES

Overzicht suppletore uitgavenmutaties (EUR 1 000)

 uitgavenartnr.
Stand ontwerpbegroting 200641 095 
   
Suppletore mutaties:  
1) Loon- en prijsbijstelling 200685201
2) Financiering moties Algemene Politieke Beschouwingen najaar 2005– 1901
3) Kasoverloop 2005/200653201
4) Actieprogramma Overheidscommunicatie1 06701
5) Beëindiging distributie foto’s Koninklijk Huis– 3501
6) Overboekingen BZK en OC&W– 5701
   
Stand na 1e suppletore begroting 200643 435 

Toelichting

1) Loon- en prijsbijstelling 2006

Toevoeging loon- en prijscompensatie 2006 (2007: 773; 2008: 771; 2009 e.v.: 776).

2) Financiering moties Algemene Politieke Beschouwingen najaar 2005

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen bij de begroting 2006 is een aantal moties ingediend en door het kabinet overgenomen. De financiering van de moties wordt deels omgeslagen over de verschillende begrotingen (2006 e.v.: – 19).

3) Kasoverloop 2005/2006

Toevoeging van de eindejaarsmarge 2005. Hiermee worden uitgaven gefinancierd die oorspronkelijk voor 2005 zijn geraamd, maar pas in 2006 zijn gedaan.

4) Actieprogramma Overheidscommunicatie

Het Actieprogramma Overheidscommunicatie (AOC) wordt gefinancierd door o.a. een opslag op de media-inkoop. Aangezien de media-inkoop van jaar tot jaar fluctueert kan doorgaans pas gedurende het uitvoeringsjaar het totaal van de voor het AOC beschikbare middelen worden bepaald. Voorgestelde mutatie houdt verband met de verwachte media-inkoop voor 2006 en de daaruit voortvloeiende additionele middelen.

5) Beëindiging distributie foto’s Koninklijk Huis

Ramingsbijstelling in verband met de stopzetting van de (fysieke) distributie van foto’s van het Koninklijk Huis (2006 e.v.: – 35).

6) Overboekingen BZK en OC&W

Budgettaire overboeking van de begroting van AZ naar die van OC&W in verband met de financiering van de compensatieregeling vermiste kunstwerken (- 47) en naar die van BZK als bijdrage in de opbouw van het HRM ontwikkel- en expertisecentrum (- 10).

Overzicht suppletore ontvangstenmutaties (EUR 1 000)

 ontvangstenartnr.
Stand ontwerpbegroting 20064 375 
   
Suppletore mutatie:  
1) Ontvangsten media-fees1 06701
2) Beëindiging distributie foto’s Koninklijk Huis– 3501
   
Stand na 1e suppletore begroting 20065 407 

Toelichting

1) Ontvangsten media-fees

Raming van additionele ontvangsten van media-fees, bedoeld voor de financiering van het Actieprogramma Overheidscommunicatie (zie ook de toelichting bij de uitgaven).

2) Beëindiging distributie foto’s Koninklijk Huis

Ramingsbijstelling in verband met de beëindiging van de (fysieke) distributie van foto’s van het Koninklijk Huis (2006 e.v.: – 35).

3. BELEIDSARTIKEL «BEVORDEREN VAN DE EENHEID VAN HET ALGEMEEN REGERINGSBELEID»

Budgettaire gevolgen beleidsartikel 01 «Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid» (EUR 1 000)

Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleidStand ontwerpbegr. (1) Mutaties 1e suppl. begr. (2) Stand 1e suppl. begr. (3)=(1+2) Mutatie 2007Mutatie 2008 Mutatie 2009 Mutatie 2010
Verplichtingen41 0952 34043 435719717722722
Uitgaven41 0952 34043 435719717722722
Programma-uitgaven       
Coördinatie van het algemeen regeringsbeleid2 138– 2191 919341– 34– 34– 34
Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid8 5765259 101705705705705
Leveren bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid6520652202202202202
Apparaatsuitgaven29 7292 03431 763– 529– 156– 151151
Ontvangsten4 3751 0325 407– 35– 35– 35– 35

Toelichting

De weergegeven mutaties in kolom (2) en de eventuele meerjarige doorwerking daarvan zijn op hoofdlijnen reeds toegelicht in paragraaf 2. Daarnaast is sprake van enkele reallocaties tussen de verschillende operationele doelstellingen resp. de programma- en apparaatsbudgetten.

Naar boven