30 559
De situatie rondom de nationaliteit van mw. A. Hirsi Ali

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2006

Uw Kamer heeft het kabinet om een reactie verzocht op de motie van het lid Halsema c.s. (kamerstuk 30 559, nr. 7) die hedenochtend door uw Kamer niet is aanvaard.

Het kabinet is er van doordrongen dat de vraagstukken die aanleiding zijn geweest voor het debat in uw Kamer hedenochtend, voor alle betrokkenen ingrijpend en lastig zijn geweest. Uw Kamer heeft dat nadrukkelijk aan de orde gesteld.

Het is tegen deze achtergrond dat het kabinet de debatten in uw Kamer op 16 mei jl. en op 28 en 29 juni jl. heeft gevoerd.

De ministers zijn gezamenlijk tot het oordeel gekomen dat de hedenochtend niet aanvaarde motie geen gevolgen heeft voor het functioneren van het kabinet.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

Naar boven