Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30557 nr. 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30557 nr. 6 |
Vastgesteld 27 juni 2006
De vaste commissie voor Justitie1 belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inleiding 1
Opsporingsbevoegdheid 2
Mensensmokkel en identiteitsfraude 2
Bijstand aan de KMar 3
De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het voorliggende wetsontwerp, dat ertoe strekt om de taakomschrijving van de Koninklijke Marechaussee (KMar) aan te passen aan de huidige werkelijkheid, om bijstand door politieonderdelen aan de KMar bij diverse handhavingstaken mogelijk te maken en om de (algemene) opsporingsbevoegdheid van de KMar beter te omschrijven.
De leden van de PvdA-fractie merken op dat de bestaande beperkingen in de opsporingsbevoegdheid van de KMar worden opgeheven. Het niet in acht nemen van de instructienorm kan disciplinaire repercussies hebben. Kan de regering toelichten hoe de procedure verloopt nadat een militair van de KMar in strijd handelt met de instructienorm?
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging van de Politiewet 1993 en het Wetboek van Strafvordering in verband met de taken en bevoegdheden van de KMar en de bijstand aan de KMar. Deze leden onderschrijven het belang van duidelijke en relevante wetten, zeker waar dit de veiligheid ten goede komt.
De leden van de SP-fractie kunnen de doelstelling van de regering om de KMar te betrekken in de strijd tegen mensenhandel en criminaliteit in zijn algemeenheid onderschrijven. Deze leden constateren dat dit het onderscheid tussen de KMar en de politie vrijwel nihil maakt. Ze pleiten er voor om de KMar in zijn geheel op te laten gaan in de politie. Zij verzoeken de regering om voor de behandeling van dit wetsvoorstel een afgewogen analyse van de mogelijkheden hiertoe aan de Kamer te sturen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de voorgestelde nieuwe taakomschrijving de taken aangeeft zoals zij reeds worden uitgeoefend. Probleem hierbij kan wel zijn dat de KMar, die niet direct door het openbaar ministerie (OM) wordt aangestuurd, op eigen houtje grote onderzoeken gaat opstarten en vervolgens al snel bij een Officier van Justitie moet aankloppen. De regering erkent dat ook wel in de memorie van toelichting. De regering stelt daarbij dat grote onderzoeken worden geprioriteerd en besproken in het regionale driehoeksoverleg. Maar wanneer een dienst als de KMar, die mogelijk niet meedraait in de prioriteitsvaststelling van (boven)regionale aan te pakken strafzaken – er is immers geen gezagsverhouding met de politie –, tegen een zaak aanloopt moet die toch opgepakt kunnen worden, zo vragen deze leden.
Hoe zal daarin worden voorzien en hoe zullen mogelijke competentieverschillen worden voorkomen? Het is immers geen geheim dat concurrentie soms een goede samenwerking in de weg staat. Hetzelfde geldt voor de informatie-uitwisseling. De regering meldt in de memorie van toelichting dat het College van procureurs-generaal verzocht is aan te geven hoe de gezagsrol moet worden ingevuld. Is daarin inmiddels voorzien?
Hoe gaat de regering ervoor zorgdragen dat dat zoveel mogelijk gewaarborgd is, gezien in het licht van de moeizame informatie-uitwisseling waar de Kamer meerdere malen van diverse zijde op is gewezen?
De leden van de PvdA-fractie vragen wie constateert dat een militair van de KMar in strijd handelt met de instructienorm. Wat is de positie van de burger in dezen?
Met betrekking tot mensensmokkel en identiteitsfraude zijn zowel een pro- als contra stelling verdedigbaar dat KMar bevoegd is om strafrechtelijk onderzoek in te stellen. Heeft de rechter in deze ooit uitspraak gedaan? In hoeverre is deze onduidelijkheid een probleem in de praktijk?
De leden van de VVD-fractie constateren dat door onderhavige wetswijziging de opsporingsbevoegdheid van de KMar wordt uitgebreid, zonder de wettelijke kaders van de bestaande politietaken van de KMar te wijzigen. De rechtmatigheid van het optreden van de KMar militairen kan op dat punt dan niet ter discussie worden gesteld. Echter, het niet-inachtnemen van de instructienormen kan disciplinaire repercussies voor de optredende KMar militair hebben. Deze leden vragen om een nadere instructie. Het is namelijk van groot belang dat juist ook bij de militairen van de KMar duidelijkheid bestaat over de wettelijke kaders van hun optreden. Onduidelijkheid leidt tot krampachtigheid, hetgeen weer onveiligheid in de hand werkt.
Mensensmokkel en identiteitsfraude
De bestrijding van mensensmokkel en identiteitsfraude zal geen exclusieve taak voor de KMar worden, zo constateren de leden van de PvdA-fractie. Wanneer de KMar in de bestrijding van mensensmokkel en identiteitsfraude op enigerlei wijze gaat samenwerken met de politie, wie zal dan de verantwoordelijke minister zijn?
De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre de voorgestelde bestrijding en opsporing van mensensmokkel, juist ook te lande, zich verhouden met de huidige capaciteit (menskracht/personeelbezetting) van de KMar.
De leden van de CDA-fractie merken op dat een en ander een soepele bijstandsverlening bij de uitvoering van belangrijke taken mogelijk dient te maken. Het is daarbij wenselijk dat met de onderlinge bijstandsverleningen op soepele en flexibele wijze kan worden omgegaan.
Daarbij valt wel op dat de procedures om de diverse vormen van bijstand in gang te zetten nogal bureaucratisch overkomen. Wellicht zal het in de praktijk wel meevallen, maar wie de in het wetsvoorstel voorgeschreven procedure beziet kan niet anders concluderen dat er wel veel schijven gepasseerd moeten worden. Zo zijn achtereenvolgens de instanties die zich moeten gaan bemoeien met de bijstandsverlening door een regionaal korps aan de KMar wanneer het gaat om de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde: officier van justitie, de minister van Defensie, het College van procureurs-generaal en de betrokken korpsbeheerder – waarna vervolgens het College van procureurs-generaal de ministers van Justitie, van Defensie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van dat alles in kennis gesteld moeten worden.
Hoe zien de betrokken ministers er op toe danwel kunnen zij achtereenvolgens garanderen dat dit allemaal uiterst soepel verloopt en dat deze omslachtige wegen nimmer een belemmering voor een goede en snelle bijstand kunnen vormen? Was er geen eenvoudiger manier mogelijk?
De leden van de CDA-fractie vragen tot slot waarom dit wetsontwerp zo’n vertraging heeft opgelopen.
De leden van de PvdA-fractie vragen of de behoefte aan het opnemen van de mogelijkheid dat de politie bijstand verleent aan de KMar nader kan worden gemotiveerd. De memorie van toelichting motiveert deze mogelijkheid nauwelijks en maakt slechts melding van één hypothetisch geval. Wil de regering in haar beantwoording ook ingaan op de volgende vragen? Waaruit blijkt de behoefte aan omgekeerde bijstand? Bij wie leeft die behoefte? Zijn er voorbeelden uit het verleden te noemen waaruit blijkt dat het op deze wijze voorzien van deze behoefte noodzakelijk is?
In 2005 werd het rapport Cultuur en Integriteit afgerond. De kritische bevindingen van de onderzoekscommissie richten zich op drie terreinen, te weten: de werkdruk, het personeel & organisatiemanagement en de kwaliteit van het leidinggeven. De commissie benadrukt de betekenis van een snelle en daadkrachtige aanpak om de gesignaleerde knelpunten weg te nemen. Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot deze drie terreinen?
Wanneer de politie bijstand zal verlenen aan de KMar, valt zij ook onder de leiding van de KMar. Uit het eerder genoemde onderzoek bleek echter dat de kwaliteit van leidinggeven in de KMar te laag is. We zijn nu nog geen jaar verder. Is dit niveau inmiddels verbeterd? Is het wenselijk de politiekorpsen of de KLPD onder de leiding te stellen van een staf die zo kort geleden onder vuur heeft gelegen? Is het niet beter de bijstandsbepalingen pas dan in werking te laten treden wanneer onomstotelijk vaststaat dat de cultuur en integriteit binnen de KMar weer op niveau zijn? Geldt de nu in het leven te roepen omgekeerde bijstand enkel en alleen voor de wettelijk aan de KMar toebedeelde taken?
Met dit wetsvoorstel krijgt de KMar wettelijk een onbeperkte opsporingsbevoegdheid en een nieuwe wettelijke taak. Bovendien wordt omgekeerde bijstand mogelijk. Er lijkt niet voorzien in een evaluatie van dit wetsvoorstel. De leden van de PvdA-fractie vragen of dat wenselijk is, gezien de aard van de voorstellen. Immers, de wet wordt gewijzigd teneinde problemen in de praktijk weg te nemen. Een evaluatie geeft inzicht of het wetsvoorstel effectief is. Is de regering bereid dit wetsvoorstel twee jaar na de inwerkingtreding te evalueren? Kan daarin bijzondere aandacht worden besteed aan het aantal, aard en het procedurele verloop van de instructienormschendingen? Ook zijn deze leden geïnteresseerd in de aard en omvang van de omgekeerde bijstand en hoe dat wederzijds bevalt.
Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), De Vries (PvdA), Dittrich (D66), Rouvoet (CU), De Wit (SP), Albayrak (PvdA), vacature algemeen, Wilders (Groep Wilders), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Çörüz (CDA), Verbeet (PvdA), ondervoorzitter, Wolfsen (PvdA), De Vries (CDA), Van Haersma Buma, Eerdmans (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), Van Fessem (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn) , Visser (VVD), Azough (GL), Van Egerschot (VVD), Meijer (PvdA), Özütok (GL), Wagner (PvdA) en vacature SP.
Plv. leden: Jonker (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Lambrechts (D66), Van der Staaij (SGP), Van Velzen (SP), Tjon-A-Ten (PvdA), Van Baalen (VVD), Blok (VVD), vacature algemeen, Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Van Heteren (PvdA), Wolfsen (PvdA) Arib (PvdA), Buijs (CDA), Sterk (CDA), Kraneveldt (LPF), Joldersma (CDA), Van As (LPF), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Van Schijndel (VVD), Karimi (GL), Örgü (VVD), Kalsbeek (PvdA), Halsema (GL), Timmer (PvdA) en Vergeer (SP).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30557-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.