nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID GRIFFITH
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel I, onderdeel Y, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
Z
Na artikel 104 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 104a
De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur op grond van de
artikelen 17a, 28, 29a, 29b, of 62 van deze wet wordt niet eerder gedaan
dan vier weken nadat het ontwerp daarvoor aan beide kamers der Staten-Generaal
is overgelegd.
Toelichting
Dit amendement ziet erop toe dat alle in de wijziging van de Wet op de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 genoemde algemene maatregelen van
bestuur/uitvoeringsregelingen, in ontwerp aan de kamers der Staten-Generaal
worden voorgelegd.
Juist met het oog op de met deze wet te realiseren verstrekkende bevoegdheden
van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is het van groot belang dat inbreuken
in de persoonlijke levenssfeer voor betrokkenen voorzienbaar en kenbaar zijn.
Tevens komt helderheid ten aanzien van de in de wet genoemde categorieën
en begrippen de verantwoording en rechtvaardiging van het gebruik van de betreffende
bevoegdheden ten goede.
In de wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
2002 wordt verwezen naar verscheidene nader uit te werken regelingen, middels
algemene maatregelen van bestuur. Het betreft nadere concretisering van de
in de wet opgenomen categorieën en omschrijvingen van;
– «bestuursorganen» (art. 17a);
– «communicatiegegevens» (art. 28);
– «personen of instanties die beroeps- of bedrijfsmatige
financiële diensten verlenen, of beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam zijn
als vervoerder» (art. 29 a);
– nader te regelen termijnen waarbinnen de gegevens verstrekt
dienen te worden en vergoeding van de kosten (art. 29b) en;
– nadere regels met betrekking tot de te treffen technische
en organisatorische maatregelen (art. 62).
Dit zijn een aantal zeer essentiële onderdelen waarvan de nadere
concretisering van groot belang is voor de kenbaarheid en voorzienbaarheid
voor betrokkenen. Om die reden achten wij het noodzakelijk dat deze lagere
regelgeving in de nog te ontwerpen algemene maatregelen van bestuur in ontwerp
aan de kamers der Staten-Generaal wordt voorgelegd.
Griffith