30 552
Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 en enige andere wetten in verband met het vergroten van de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers voor het arbeidsomstandighedenbeleid

nr. 25
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER SANDE EN KOOPMANS

Ontvangen 21 september 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel O komt te luiden:

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel d, vervalt onder vervanging aan het slot van onderdeel c van de puntkomma door een punt.

2. Onder vernummering van het elfde lid tot dertiende lid, worden na het negende lid twee leden lid ingevoegd, luidende:

11. Het eerste lid, aanhef en onderdeel a, is niet van toepassing ten aanzien van de werkgever:

a. die werknemers arbeid laat verrichten voor een tijdsduur van in totaal ten hoogste 40 uur per week, of

b. met in de regel ten hoogste 25 werknemers, indien gebruik wordt gemaakt van een model voor het opstellen van een risico-inventarisatie en -evaluatie.

12. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor:

a. de tijdsduur van arbeid die buiten beschouwing wordt gelaten bij de toepassing van het elfde lid, onderdeel a;

b. het model, bedoeld in het elfde lid, onderdeel b.

3. Het dertiende lid komt luiden:

13. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de bijstand bij een of meer taken als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, niet verplicht is met inachtneming van bij of krachtens die algemene maatregel van bestuur gegeven voorschriften.

II

Na artikel I, onderdeel O wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Oa

Artikel 14a, zesde lid, komt te luiden:

6. Artikel 14, derde tot en met vijfde lid, elfde tot en met dertiende lid.

Toelichting

In artikel 14 is de uitzondering die thans is opgenomen in artikel 2.14b Arbobesluit met betrekking tot de inschakeling van een gecertificeerde deskundige bij het toetsen van de risico-inventarisatie en -evaluatie opgenomen, waarbij het getalscriterium van 10 werknemers is opgehoogd naar 25. In het twaalfde lid is geregeld dat er nadere eisen worden gesteld aan de tijdsduur die niet meetelt voor de berekening als bedoeld in het elfde lid, onderdeel a (bijvoorbeeld arbeid van vrijwilligers en directeur-grootaandeelhouder), en aan het model, bedoeld in het elfde lid, onderdeel b (zie het huidige artikel 2.14b, derde lid Arbobesluit).

Van der Sande

Koopmans

Naar boven