nr. 14
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN GENT C.S.
Ontvangen 20 september 2006
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, wordt in het eerste punt aan onderdeel d toegevoegd:
indien dergelijke arbeid niet of onvoldoende kan worden vermeden, wordt deze
door de werkgever door andersoortige arbeid of pauzes regelmatig afgewisseld;.
Toelichting
De oorspronkelijke tekst van dit onderdeel in de wetsvoorstel voor de
huidige Arbo-wet 1998 (25 879, nr. 2) luidde: «ongevarieerde
zich in een kort tijdsbestek herhalende arbeid en arbeid waarbij het tempo
door een machine of een lopende band op een zodanige wijze wordt beheerst
dat de werknemer zelf verhinderd wordt het tempo van de arbeid te beïnvloeden,
moeten, zoveel als redelijkerwijs kan worden gevergd, worden vermeden; indien
dergelijke arbeid niet of onvoldoende kan worden vermeden, moet de werkgever
deze door andersoortige arbeid of pauzes regelmatig afwisselen;».
De zinsnede «door een machine of een lopende band» is bij
de behandeling van dit wetsvoorstel door een amendement van de Tweede Kamer
geschrapt (25 879, nr. 23). In de huidige tijd worden RSI, stress
en werkdruk immers niet alleen veroorzaakt door een machine of lopende band,
maar ook door andere oorzaken als de bedrijfscultuur, bedrijfskenmerken, het
bedrijfsbeleid, bedrijfsstrategieën, tijdsdruk, aspecten van leidinggeven
en aspecten van onderlinge verhoudingen.
Klachten aan het bewegingsapparaat zijn nog steeds de voornaamste oorzaak
van ziekte en verzuim. RSI (CANS) ontstaat veelal vanwege ongevarieerde zich
in een kort tijdsbestek herhalende arbeid en arbeid waarbij het tempo op een
zodanige wijze wordt beheerst dat de werknemer zelf verhinderd wordt het tempo
te beïnvloeden.
In het voorliggende wetsvoorstel wordt uit de wet geschrapt de passage
dat, wanneer de betreffende arbeid niet kan worden vermeden, de werkgever
deze door andersoortige arbeid of regelmatige pauzes moet afwisselen. Ten
onrechte spreekt de regering in dit verband van middelvoorschriften. Veeleer
betreft het hier de arbeidshygiënische strategie: indien het onmogelijk
is om de betreffende vormen van gezondheidschadelijke arbeid te
voorkomen (bronaanpak), moet de werkgever de gezondheidschade beperken door
de genoemde alternatieven van afwisseling in het werk of regelmatige pauzes.
Juist bij dit type arbeid is afwisseling of het houden van pauzes een
absolute noodzaak om werknemers gezond te houden. In de praktijk wordt hier
nog onvoldoende naar gehandeld. Het aantal klachten als gevolg van dit type
arbeid is sinds de totstandkoming van de huidige Arbo-wet zelfs toegenomen.
Vanuit gezondheidskundig denken is er daarom geen enkele aanleiding om bedoelde
passage te schrappen.
Dit amendement strekt ertoe die passage in artikel 3 lid 1 onder d te
handhaven.
Van Gent
Stuurman
Gerkens