30 545 Uitvoering Wet Werk en Bijstand

Nr. 91 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 17 augustus 2010

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft een aantal vragen (2010Z11412) voorgelegd aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar aanleiding van het persbericht op de website van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: «In 2010 minder extra bijstandsgeld naar gemeenten».

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 13 augustus 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Van Gent

Adjunct-griffier van de commissie,

Esmeijer

1

Waarom is er geen bestuurlijk overleg geweest met de gemeenten over de verlaging van het WWB-budget?

De aanpassing van het macrobudget is conform de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt (TK, 2006–2007, 30 800 B, nr. 17 en TK, 2007–2008, 30 545 en 29 674, nr. 36), en waarbij expliciet is opgenomen dat deze gelden in voor- en tegenspoed. Het gaat bij de huidige bijstelling van het budget nadrukkelijk om uitvoering van gemaakte afspraken en niet om een nieuwe beleidsbeslissing. Onderdeel van de uitvoering van de gemaakte afspraken is de verwerking van de actuele inzichten in conjunctuur, loon- en prijsongevoeligheid en effecten rijksbeleid in het macrobudget. Een voorlopig macrobudget wordt in het najaar voorafgaand aan het budgetjaar bekend gemaakt, halverwege het jaar wordt een nader voorlopig macrobudget bekendgemaakt en het definitieve budget volgt in het najaar van het budgetjaar zelf. Zoals gebruikelijk heeft over de bijstelling en bekendmaking van het nader voorlopig budget 2010 geen bestuurlijk overleg plaatsgevonden. Voorafgaand aan de bekendmaking van de aanpassing van het budget heb ik gemeenten op 16 juli via gemeenteloket geïnformeerd dat zij in verband met de nieuwe CPB raming van de werkloze beroepsbevolking rekening moesten houden met een neerwaartse bijstelling van het macrobudget 2010. De VNG is hierover ambtelijk geïnformeerd. Het nader voorlopig budget is vervolgens op 27 juli bekend gemaakt. Hierbij merk ik op dat gemeenten bij de bekendmaking van de voorlopige budgetten 2010 in het najaar van 2009 er uitdrukkelijk op zijn gewezen dat het budget, gezien de onzekere economische omstandigheden, uiteindelijk lager zou kunnen uitvallen.

2

Wat is uw reactie op de brief van VNG d.d. 30 juli 2010?

Ik heb naar aanleiding van de brief contact gehad met de VNG om een datum voor een bestuurlijk overleg zo spoedig mogelijk in te plannen. Op verzoek van de VNG wordt een bestuurlijk overleg begin september gepland.

3

Bent u alsnog bereid om in bestuurlijk overleg te gaan?   

Zie antwoord op vraag 2.

4

Hoe verhoudt deze korting zich met de eerder gemaakte bestuurlijke afspraken?

Er is geen sprake van een korting, maar een aanpassing van het budget op basis van de gemaakte bestuurlijke afspraken, waarbij de daling van het budget vooral het gevolg is van de forse neerwaartse bijstelling van de CPB raming van de werkloze beroepsbevolking.

5

Waarom wordt deze maatregel genomen door een demissionaire minister?

De aanpassing van de budgetten betreft uitvoering van staand beleid, conform de gemaakte bestuurlijke afspraken. Er is geen sprake van een nieuwe maatregel.

6

Wat is uw reactie op de protesten van gemeenten op de korting op het bijstandsbudget?

Zie antwoord op vraag 4.

7

Hoe kijkt u aan tegen de argumenten – van onder andere de wethouder van Rotterdam- om te gaan korten op de budgetten van de schuldhulpverlening?

Met betrekking tot schuldhulpverlening is in het bestuurlijk akkoord tussen VNG en SZW de ambitie vastgelegd dat SZW en VNG een extra impuls zullen geven aan het terugdringen van het aantal huishoudens met problematische schulden. SZW heeft naar aanleiding daarvan via het Gemeentefonds extra middelen beschikbaar gesteld. In het kader van de crisis wordt bovendien extra budget via een specifieke uitkering voor schuldhulpverlening aan gemeenten beschikbaar gesteld. Ik ga er vanuit dat gemeentelijke bestuurders hun verantwoordelijkheid nemen voor de afspraken die zijn gemaakt en dat zij met effectief beleid en uitvoering kansen zullen benutten en creëren om mensen te activeren nu de conjuncturele ontwikkelingen gunstiger zijn dan vorig jaar verwacht.

Daarbij merk ik op dat voor het opvangen van eventuele tekorten de mogelijkheden over de breedte van de gemeentelijke begroting kunnen worden bezien. In dit verband wil ik er tevens op wijzen dat sinds de introductie van de WWB in 2004 het macrobudget forse overschotten heeft laten zien die ten goede zijn gekomen aan de gemeentelijke begroting.

8

Wat is uw reactie op het feit dat Divosa – de vereniging van managers van sociale diensten – deze korting onnodig en onfatsoenlijk vindt (zie www.divosa.nl)?

Zie antwoord op vraag 4.

9

Wat is uw reactie op het argument van Divosa dat de onderbouwing van deze korting op het bijstandsbudget rammelt?

De aanpassing van het macrobudget voor conjunctuur is gebaseerd op de raming van het CPB. Dit is conform de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt. Voor het argument van Divosa zie ik geen onderbouwing.

10

Hoe verhoudt deze korting zich tot andere kortingen op het gemeentefonds?

Het betreft een aanpassing van het gebundelde budget voor uitkeringen dat gemeenten ontvangen. Dit is geen onderdeel van het gemeentefonds.

11

Kan er een opsomming worden gegeven van alle ministeriële maatregelen die gemeenten raken?

De aanpassing van de budgetten betreft uitvoering van staand beleid, conform de gemaakte bestuurlijke afspraken. Er is geen sprake van een nieuwe maatregel. Onderdeel van de bestuurlijke afspraak is dat de macrobudgetten worden aangepast voor de doorwerking van effecten van rijksbeleid. De neerwaartse bijstelling is evenwel geen gevolg van de doorwerking van rijksbeleid. Het enige rijksbeleid dat in deze bijstelling een rol speelt, uitstel van de maatregel partneralimentatie (inning door Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen, leidt juist tot een beperkte verhoging van het budget met € 1,8 miljoen.

12

Welke extra inspanningen verwacht u van gemeenten om mensen met een uitkering aan het werk te helpen (zoals uit het persbericht van het ministerie kan worden gesuggereerd).

Gemeenten hebben in de beginjaren van de WWB forse overschotten op de bijstand gerealiseerd. Ook de afspraken uit het bestuursakkoord werkten in eerste instantie in het voordeel van gemeenten. Gemeenten en Rijk hebben in het bestuursakkoord afspraken gemaakt waarvan op dat moment helder was dat deze in laagconjunctuur financieel ongunstig zouden uitpakken voor gemeenten. Ik ben mij er zeer van bewust dat dit in de huidige situatie extra inspanningen van gemeenten vergt om mensen aan het werk te helpen en de kans op een tekort op het WWB-budget zoveel mogelijk te beperken. Door de decentralisatie van de WWB ligt de verantwoordelijkheid om mensen aan het werk te helpen bij gemeenten en schrijft het Rijk niet voor hoe gemeenten dat moeten doen. Gemeenten ontvangen daartoe wel middelen van het Rijk. Zij hebben in 2010 € 1,9 mld. participatiebudget tot hun beschikking. Er is in de periode van 2009 t/m 2011 in het kader van het Actieplan Jeugdwerkloosheid bovendien € 250 mln. extra budget aan gemeenten beschikbaar gesteld ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Tevens is het macrobudget 2010 voor WWB en WIJ nu € 490 mln. hoger dan bij start van het bestuursakkoord was afgesproken. Zoals al bij vraag 7 aangegeven ga ik er van uit dat gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen en met effectief beleid en uitvoering kansen zullen benutten en creëren om mensen te activeren nu de conjuncturele ontwikkelingen gunstiger zijn dan vorig jaar verwacht.

13

Hoe verhoudt deze korting van 10% zich met één van de uitgangspunten van de methodiek, het vergroten van stabiliteit van budgetten? Immers, onderkend is dat alle gemeenten belang hebben bij stabiele budgetten die gedurende het jaar geen forse wijzigingen meer ondergaan, zodat zij goed kunnen sturen op resultaat.

De aanpassing van de budgetten betreft uitvoering van staand beleid, conform de gemaakte bestuurlijke afspraken. Stabiliteit van de budgetten is onderdeel van de bestuurlijke afspraken, maar tegelijkertijd ook dat bij grotere conjuncturele schommelingen wel aanpassing van de macrobudgetten plaatsvindt, met inachtneming van een conjunctuurbandbreedte. Deze conjunctuurbandbreedte houdt in dat het macrobudget slechts wordt aangepast voor conjuncturele schommelingen indien en voorzover het volume door de conjunctuur 12 500 uitkeringen hoger of lager ligt dan de basisraming die bij het bestuursakkoord is afgesproken. Het macrobudget voor 2010 is in oktober 2009 fors verhoogd vanwege overschrijding van deze conjunctuurbandbreedte. De huidige aanpassing is ook een gevolg van deze afspraak om buiten de conjunctuurbandbreedte de macrobudgetten wel aan te passen. Zoals bij vraag 12 is aangegeven is het netto resultaat een macrobudget 2010 dat nu € 490 mln. hoger ligt dan bij start van het bestuursakkoord was afgesproken. Als het budget stabiel was gebleven was dit dus in het nadeel van gemeenten geweest.

14

Wat is in dat kader uw reactie op de bezwaren van de gemeenten op de termijn waarop dit naar buiten is gebracht?

Zie antwoord op vraag 1.

15

Welke gevolgen zullen deze korting met zich mee gaan brengen in het kader van bestrijding van werkloosheid en armoede door gemeenten, mede gelet op de recente reacties van de gemeenten?

Zie antwoord op vraag 7 en vraag 12.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Gent, W. van (GL), Fng voorzitter, Hamer, M.I. (PvdA), Blok, S.A. (VVD), Smeets, P.E. (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Hijum, Y.J. van (CDA), Koşer Kaya, F. (D66), Ulenbelt, P. (SP), Ortega-Martijn, C.A. (CU), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Burg, B.I. van der (VVD), Koppejan, A.J. (CDA), Dijck, A.P.C. van (PVV), Spekman, J.L. (PvdA), Vermeij, R.A. (PvdA), Thieme, M.L. (PvdD), Fritsma, S.R. (PVV), Karabulut, S. (SP), Dijkstra, P.A. (D66), Dijkgraaf, E. (SGP), Venrooy-van Ark, T. (VVD), Jong, L.W.E. de (PVV) en Klaver, J.F. (GL).

Plv. leden: Voortman, L.G.J. (GL), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Krom, P. de (VVD), Klijnsma, J. (PvdA), Aptroot, Ch.B. (VVD), Smilde, M.C.A. (CDA), Ham, B. van der (D66), Kooiman, C.J.E. (SP), Vacature, (CU), Uitslag, A.S. (CDA), Elias, T.M.Ch. (VVD), Toorenburg, M.M. van (CDA), Dille, W.R. (PVV), Çelik, M. (PvdA), Dijsselbloem, J.R.V.A. (PvdA), Ouwehand, E. (PvdD), Gerbrands, K. (PVV), Irrgang, E. (SP), Vacature, (D66), Staaij, C.G. van der (SGP), Weekers, F.H.H. (VVD), Klaveren, J.J. van (PVV) en Sap, J.C.M. (GL).

Naar boven