Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 30545 nr. 86 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 30545 nr. 86 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2010
Conform mijn toezegging aan u in het algemeen overleg met de vaste commissie SZW over WWB-onderwerpen van 27 januari 2010 informeer ik u met deze brief over het gebruik van ESF middelen door gemeenten. Tevens ga ik in deze brief in op de maatregelen die ik heb genomen om de administratieve lasten zoveel mogelijk te beperken.
Benutting ESF middelen door gemeenten.
Gemeenten kunnen in de huidige programmaperiode (2007–2013) ESF subsidie aanvragen binnen prioriteit 1 (vergroten van het arbeidsaanbod). Naast gemeenten zijn ook het UWV en O&O-fondsen aanvrager binnen deze prioriteit. Onder deze prioriteit valt een tweetal acties. Het voor de programmaperiode beschikbare budget voor prioriteit 1 (€ 199 200 657) is verdeeld over deze twee Acties. Onderstaand treft u een korte beschrijving van de Acties aan en een tabel waarin de benutting van de beschikbare budgetten is beschreven.
Actie A: Additionele toerusting en bemiddeling van werklozen met een achterstand op of tot de arbeidsmarkt
Doelgroepen:
• niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers);
• arbeidsbelemmerden met een WWB uitkering, gedeeltelijk arbeidsgeschikten met een UWV uitkering en wajongeren;
• 55-plussers met een uitkering.
Aanvragers:
• gemeenten
• UWV
• O&O-fondsen
Totaal beschikbaar bedrag (2007–2013):
• € 124 200 657
Actie Jeugd: Toeleiding jeugdigen tot de arbeidsmarkt
Doelgroep:
• jongeren van 15 tot en met 27 jaar
Aanvragers:
• Actie Jeugd 1: 30 coördinerende gemeenten (Actieplan jeugdwerkloosheid)
• Actie Jeugd 2: O&O-fondsen
Totaal beschikbaar bedrag (2009–2011)
• € 75 000 000
Tabel: benutting ESF middelen Acties A en Jeugd
Aanvraagtijdvak | Aantal aanvragers | Actie A | Actie Jeugd | |
---|---|---|---|---|
2007 | Juni | 8 gemeenten | 5 824 470 | |
Oktober | 12 gemeenten | 11 027 280 | ||
2008 | Oktober | 26 gemeenten | 26 740 198 | |
2009 | Maart | 12 gemeenten | 17 887 768 | |
UWV | 18 000 940 | |||
2 O&O-fondsen | 13 101 185 | |||
November | 38 gemeenten | 44 573 777* | ||
UWV | 25 000 000* | |||
2 O&O-fondsen | 9 999 472* | |||
Oktober/December | 26 gemeenten | 23 741 292* | ||
7 O&O-fondsen | 18 627 926* | |||
Totaal | 172 155 090 | 42 369 218 |
* Dit zijn aangevraagde subsidies, deze moeten nog worden beoordeeld en beschikt.
In het kader van Actie A worden jaarlijks aanvraagtijdvakken opengesteld met een eigen subsidieplafond. In de aanvraagtijdvakken 2007 en 2008 is minder aangevraagd dan budgettair beschikbaar was. Deze middelen zijn niet verloren gegaan, maar doorgeschoven naar latere aanvraagtijdvakken. Het aantal gemeentelijke aanvragers en het budgettaire beslag stijgt gestaag. Met ingang van 1 januari 2009 zijn ook het UWV en O&O-fondsen toegelaten als aanvrager voor Actie A. Daarmee kan ESF subsidie worden ingezet voor alle oudere en gedeeltelijk arbeidsgeschikte uitkeringsgerechtigden (waaronder Wajongeren). Tevens is daarmee publiek-private samenwerking mogelijk gemaakt tussen gemeenten/UWV en de O&O-fondsen. Met de wijziging van de regeling per 1 januari 2009 zijn tevens diverse belemmeringen voor aanvragers wegenomen. De verplichte samenwerking tussen UWV en gemeenten is losgelaten en het minimumbedrag per aanvraag is verlaagd. In maart 2009 is ten behoeve van UWV en O&O-fondsen als nieuwe aanvragers een extra aanvraagtijdvak geopend. In dat aanvraagtijdvak hebben ook gemeenten die niet eerder hadden aangevraagd de weg naar ESF gevonden. In het reguliere aanvraagtijdvak van november 2009 is het aantal aanvragende gemeenten (waaronder de G4 en 14 van de G32) en het financiële beslag wederom gestegen. In dat tijdvak is meer subsidie aangevraagd dan op grond van het vastgestelde subsidieplafond beschikbaar was gesteld. Mede in het kader van de crisis heb ik daarom in december 2009 met terugwerkende kracht het subsidieplafond van 50 miljoen euro verhoogd naar 80 miljoen.
Zoals bovenstaande tabel laat zien is momenteel voor een groter bedrag aan subsidiebeschikkingen afgegeven dan hetgeen voor de totale programmaperiode beschikbaar voor Actie A. Bij het openstellen van de subsidieplafonds voor de aanvraagtijdvakken wordt rekening gehouden met een onderrealisatie van projecten. De ervaring leert dat gedurende een programmaperiode gemiddeld een realisatie wordt gehaald van circa 60%. Door meer subsidie toe te kennen dan er geld is (rekening houdend met onderrealisatie) wordt voorkomen dat geld op de plank blijft liggen en uiteindelijk terug moet naar «Brussel». Uiteraard worden de realisatiecijfers nauwkeurig gemonitord en zal in de tweede helft van de programmaperiode voorzichtigheidshalve rekening worden gehouden met hogere realisatiecijfers. Dit maakt dat de middelen voor het einde van de programmaperiode worden uitgeput. Wanneer eventueel toch nog middelen beschikbaar zijn kunnen deze middelen in 2013 ter beschikking worden gesteld aan aanvragers. Uitgaande van een realisatie van 60% is er voor de komende jaren nog een budget van circa € 40 mln beschikbaar. Verwacht mag derhalve worden dat benutting van de Actie A-middelen geen enkel probleem zal opleveren.
Na akkoord van de Europese Commissie heb ik in het kader van de crisis per 1 september 2009 een nieuwe ESF-Actie opengesteld ter voorkoming van jeugdwerkloosheid. Deze Actie bestaat uit twee delen. Ten behoeve van de uitvoering van de regionale actieplannen jeugdwerkloosheid konden de 30 coördinerende gemeenten in de maanden oktober tot en met december een ESF-aanvraag indienen voor activiteiten opgenomen in deze regionale actieplannen. 26 van de 30 gemeenten hebben een aanvraag ingediend.
Om ook sectorale initiatieven te ondersteunen heb ik het eveneens mogelijk gemaakt dat O&O-fondsen voor sectoren, die een sectorarrangement met de VNG afsluiten, ESF kunnen aanvragen om een deel van activiteiten uit deze arrangementen te financieren. Het animo voor deze sectorale initiatieven is groter geweest dan het initieel beschikbaar gestelde budget. Om alle sectorale aanvragen te kunnen ondersteunen heb ik in december 2009 met terugwerkende kracht het subsidieplafond voor deze Actie opgehoogd.
De overige beschikbare middelen voor actie Jeugd worden in de loop van 2010 en 2011 beschikbaar gesteld aan de coördinerende gemeenten en sectorale initiatieven.
Rondom ESF is het beeld ontstaan van zeer hoge administratieve lasten en een moeilijk uitvoerbare regeling. Het klopt dat de administratieve lasten van ESF hoger zijn dan op basis van Nederlandse regelgeving gebruikelijk. ESF-middelen zijn echter geen nationale middelen, maar Europese middelen die aan Europese verantwoordingseisen moeten voldoen.
De ESF-regeling wordt in medebewind met de Europese Commissie uitgevoerd en ESF-subsidie wordt verstrekt voor werkelijk gemaakte en uitbetaalde kosten. De Europese regelgeving schrijft kort gezegd voor dat het Agentschap SZW als managementautoriteit de projecten controleert op een directe link met de deelnemers en controleert dat de facturen ook daadwerkelijk zijn betaald. Dit maakt dat de projectadministraties gedetailleerd moeten zijn en controles door het Agentschap strikt moeten worden uitgevoerd. Op basis van een steekproef moet de Auditautoriteit (Rijksauditdienst van het Ministerie van Financiën) vervolgens een deel van de projecten voor een tweede keer controleren. De werkzaamheden van de managementautoriteit en Auditautoriteit worden gecontroleerd door auditors van de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer.
Bovenstaande laat onverlet dat ik waar mogelijk het verder terugdringen van ESF-bureaucratie als een blijvende opgave zie. De herziening van de subsidieregeling op 1 september 2009 heb ik benut om kritisch te kijken naar mogelijkheden voor lasten- en regelvermindering. Dit heeft onder andere geleid tot het loslaten van de als rigide ervaren handreiking projectadministratie als verplichte werkwijze. Er is meer ruimte voor maatwerk in de projectadministratie gekomen. Daarnaast zijn de regels voor het aantonen van de marktconformiteit van de kosten en de verantwoording van de interne loonkosten vereenvoudigd en de verplichte interimcontrole door het Agentschap SZW losgelaten als voorwaarde voor het verkrijgen van een voorschot.
De handreiking projectadministratie is herschreven en ondersteunt aanvragers in het opzetten van een goede projectadministratie. Als aanvragers de handreiking projectadministratie volgen voldoen zij aan de regels voor ESF. Indien zij de administratie op een andere wijze wensen in te richten, kunnen zij deze werkwijze vooraf voor advies aan het Agentschap SZW voorleggen.
Een deel van de administratieve lasten wordt veroorzaakt door de keuze van aanvragers inzake welke kosten zij wensen op te nemen in een ESF-project. Het Agentschap heeft daarom meer nadruk gelegd op voorlichting aan de gemeenten over hoe een ESF-project met zo min mogelijk administratieve lasten in te richten. In samenspraak met gemeenten heeft het Agentschap SZW in het kader van de Actie Jeugd een brochure opgesteld. Deze brochure beschrijft welke activiteiten zo min mogelijk administratieve lasten voor een ESF-project opleveren en op welke wijze de administratie dient te worden ingericht. Het Agentschap SZW heeft lopende het aanvraagtijdvak veel tijd geïnvesteerd in het adviseren van de coördinerende gemeenten over het inrichten van een ESF-project.
Het Agentschap SZW blijft periodiek in overleg met ontvangers van ESF om de voorlichting en dienstverlening aan (potentiële) aanvragers te verbeteren.
Met deze brief ben ik specifiek ingegaan op de benutting van de beschikbare ESF-middelen door gemeenten. Over de voortgang van het gehele programma zal ik u met mijn jaarlijkse voortgangsbrief in juni 2010 nader informeren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30545-86.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.