30 541
Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de beëindiging van de bekostigingsrelatie tussen de agrarische innovatie- en praktijkcentra en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 11 juli 2006

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel I, onder A, wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Onder aa, vervalt in de onderdelen 1 en 2 het zinsdeel «, het innovatie en praktijkcentrum».

B

In artikel I, onder E, eerste lid, wordt de zinsnede «en agrarische innovatie en praktijkcentra» vervangen door: en agrarische innovatie- en praktijkcentra.

C

In artikel I, onder K, wordt de zinsnede «Titel 2 van Hoofdstuk 2» vervangen door: titel 2 van hoofdstuk 2.

D

In artikel I, onder L, wordt de zinsnede «Hoofdstuk 2» vervangen door: hoofdstuk 2.

E

In artikel V, eerste lid, wordt de zinsnede «agrarisch innovatie- en praktijkcentra» vervangen door: agrarisch innovatie- en praktijkcentrum.

Toelichting

Met deze nota van wijziging voer ik een aantal wijzigingen door om onvolkomenheden in het wetsvoorstel te herstellen.

A

Met het wetsvoorstel wordt de bekostigingsrelatie tussen agrarische innovatie- en praktijkcentra (IPC’s) en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verbroken. IPC’s vallen hiermee niet meer als bekostigde centra, in de zin van artikel 1.3.4 juncto artikel 2.1.7, onder de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). De bepalingen uit deze wet die van toepassing zijn op IPC’s, zoals gedefinieerd in artikel 1.3.4 van de WEB, dienen derhalve te worden aangepast of kunnen, wanneer zij alleen van toepassing zijn op IPC’s, geheel vervallen. In artikel 1.1.1 van de WEB is verzuimd om onder aa, de onderdelen 1 en 2 aan te passen. Met deze wijziging wordt dat verzuim hersteld.

B tot en met E

Dit betreffen wijzigingen van redactionele aard.

Deze toelichting op de nota van wijziging wordt ondertekend door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. J. A. van der Hoeven.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Naar boven