30 536
Regels inzake de volledige liberalisering van de postmarkt en de garantie van de universele postdienstverlening (Postwet 20..)

nr. 68
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2008

In antwoord op het verzoek van de Vaste Commissie van Economisch Zaken, gedaan in haar procedurevergadering van 11 maart jl., doe ik u hierbij de uitspraak van het Verwaltungsgericht te Berlijn van 7 maart jl. over de klacht van TNT over de algemeenverbindendverklaring van het minimumloon voor de postsector in Duitsland toekomen.1

Uitspraak Verwaltungsgericht

De rechter heeft uitgesproken dat de algemeenverbindendverklaring van de CAO tussen Deutsche Post en Ver.di niet rechtsgeldig is. De rechter heeft geconstateerd dat de minister van Arbeid alleen bevoegd is de door Deutsche Post en Ver.di gesloten CAO algemeen verbindend te verklaren voor die werkgevers en werknemers die in het geheel niet gebonden zijn aan enige CAO. Dat was bij TNT niet het geval. TNT is lid van het Arbeitgeberverband neue Brief- und Zustelldienste dat zelfstandig een CAO heeft afgesloten.

Over het al dan niet in strijd zijn met de Grondwet zoals het recht op vrijheid van beroepsuitoefening heeft de rechter geen uitspraak gedaan.

De Duitse staat is direct in beroep gegaan tegen de uitspraak. Dit heft de opschortende werking van het vonnis op, waardoor TNT juridisch gezien gehouden is het hoge minimumloon door te voeren. TNT heeft hiervoor een voorziening getroffen met de sociale instanties in Duitsland. De hoger beroepsprocedure duurt normaal minimaal 6 maanden; het is niet uitgesloten dat, gezien de gevoeligheid van de zaak, de behandeling wordt versneld.

Overigens is het minimumloon zoals vastgelegd in de CAO van Deutsche Post en Ver.di. alleen van toepassing op postbedrijven waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit postactiviteiten zoals sortering en bezorging. Een aantal regionale en lokale postbedrijven die worden ingeschakeld door PIN en TNT is verbonden met uitgevers en heeft het bezorgen van geadresseerde poststukken niet als hoofdactiviteit.

Andere toezeggingen

Ik had verwacht u nu het rapport van Ecorys over de effecten van de invoering van het minimumloon in Duitsland toe te kunnen sturen, maar de afronding van het rapport vergt iets meer tijd dan voorzien. Zodra het rapport is afgerond zal ik u dat doen toekomen. Zoals toegezegd in mijn brief van 29 februari jl. (TK 30 536 nr. 67) zal ik u half april berichten over het level playing field in Duitsland en de stand van zaken ten aanzien van het overleg over de arbeidsvoorwaarden in Nederland.

De staatssecretaris van Economische Zaken

F. Heemskerk


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven