nr. 50
DERDE NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN VROONHOVEN-KOK
EN CRONE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 46
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid wordt na «ministeriële regeling wordt»
een zinsnede ingevoegd, luidende:, gehoord het college,.
B. In het tweede lid wordt na «ministeriële regeling kan»
een zinsnede ingevoegd, luidende:, gehoord het college,.
C. Er worden zes leden toegevoegd, luidende:
3. Met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen
regels worden, in afwijking van het eerste en tweede lid, zes maanden na inwerkingtreding
van dit artikel de tarieven voor de te onderscheiden postvervoerdiensten binnen
de universele postdienst gebaseerd op de daadwerkelijke kosten van de universele
postdienst en een redelijk rendement. Bij de ministeriële regeling, bedoeld
in de eerste volzin, kan worden bepaald dat de tarieven voor de onderscheiden
postvervoerdiensten binnen de universele postdienst in enig ander jaar kunnen
worden aangepast op basis van de daadwerkelijke kosten van de universele postdienst
en een redelijk rendement.
4. Het eerste en het tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing
op de tarieven, bedoeld in het derde lid.
5. In afwijking van de artikelen 23 en 26 worden de tarieven, bedoeld
in het derde lid, door het college vastgesteld.
6. Bij de ministeriële regeling, bedoeld in het derde lid, worden
regels vastgesteld met betrekking tot de elementen van de tarieven, de wijze
van berekening van de tarieven en de toerekening van de kosten.
7. Het college brengt advies uit over de ministeriële regeling,
bedoeld in het derde lid.
8. Het ontwerp voor een krachtens het derde lid vast te stellen ministeriële
regeling en het advies van het college worden gelijktijdig aan beide
kamers der Staten-Generaal overgelegd. De ministeriële regeling wordt
niet eerder vastgesteld dan vier weken na de overlegging van het ontwerp.
II
Artikel 46 wordt gewijzigd als volgt:
A. In het eerste lid wordt voor «aanwijzingen» ingevoegd:
bindende.
B. In het tweede lid wordt voor «aanwijzingen» ingevoegd:
bindende.
C. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Een beschikking als bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt
gepubliceerd in de Staatscourant.
III
Artikel 48 wordt gewijzigd als volgt:
A. In het eerste lid wordt na «in geval van» ingevoegd:
overtreding van een bindende aanwijzing als bedoeld in artikel 46, eerste
lid, alsmede.
B. In het tweede lid wordt na «in geval van» ingevoegd:
overtreding van een bindende aanwijzing als bedoeld in artikel 46, tweede
lid, alsmede.
Toelichting
Ter bescherming van kwetsbare groepen en de betaalbaarheid van de postvervoerdiensten
voorziet de Postwet in een universele postdienst. Door de Minister van Economische
Zaken wordt een postvervoerbedrijf belast met de uitvoering van de universele
postdienst. De voorgestelde regeling voorziet in een procedure tot vaststelling
van de tarieven voor de universele postdienst, waarbij is gewaarborgd dat
bij de vaststelling van deze tarieven met de belangen van alle betrokkenen
rekening kan worden gehouden. Volgens deze regeling stelt de OPTA voor de
universele postdienst een half jaar na inwerkingtreding van dit artikel kostengeoriënteerde
tarieven vast. Die tarieven mogen jaarlijks aan de inflatie worden aangepast.
Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de tarieven tussentijds
voor de onderscheiden postvervoerdiensten binnen de universele postdienst
in enig ander jaar kunnen worden aangepast op basis van de daadwerkelijke
kosten van de universele postdienst en een redelijk rendement.
Van Vroonhoven-Kok
Crone