30 536
Regels inzake de volledige liberalisering van de postmarkt en de garantie van de universele postdienstverlening (Postwet 20..)

nr. 49
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 29 mei 2007

Het voorstel wordt als volgt gewijzigd:

A

Na paragraaf 2.2. wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 2.3 Arbeidsvoorwaarden

Artikel 7a

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gesteld over in acht te nemen arbeidsvoorwaarden indien:

a. tegen sociaal onaanvaardbare arbeidsvoorwaarden arbeid wordt verricht;

b. er sprake is van een tijdelijk zich tot de postsector beperkend probleem, en

c. voor zover het probleem niet kan worden opgelost door aanpassing van algemeen geldende voorschriften of bij overeenkomst tussen de desbetreffende werkgever en vertegenwoordigers van werknemersorganisaties.

B

Aan artikel 8 worden twee leden toegevoegd, luidende:

4. Bij ministeriële regeling kunnen in aanvulling op het eerste lid regels worden gesteld over het verlenen van toegang tot het in dat lid bedoelde netwerk. Deze regels kunnen inhouden dat:

a. een postvervoerbedrijf, dat beschikt over een dergelijk netwerk, op verzoek van bij die regeling aan te wijzen categorieën derden toegang verleent tot dat netwerk tegen redelijke, transparante en non-discriminatoire tarieven en voorwaarden, voor zover een bedrijfsmatige en op continuïteit gerichte exploitatie van het netwerk dit toelaat;

b. het in onderdeel a bedoelde postvervoerbedrijf er zorg voor draagt dat de geldende voorwaarden en tarieven als bedoeld in dat onderdeel voor eenieder kenbaar zijn.

5. Het college brengt twee jaar na de inwerkingtreding van dit artikelaan onze Minister verslag uit over de doeltreffendheid en effecten in de praktijk van het eerste lid en verstrekt daarbij advies over de wenselijkheid om toepassing te geven aan het vierde lid. Onze Minister zendt het verslag, vergezeld van zijn bevindingen, aan de Staten-Generaal.

C

In artikel 48, eerste lid, wordt «overtreding van de artikelen 4, 5» vervangen door: overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4, 5, 7a.

D

Na artikel 88 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 88a

Artikel 7a vervalt vier jaar na de inwerkingtreding ervan.

Toelichting

Onderdeel A

Paragraaf 2.3 Arbeidsvoorwaarden

De arbeidsvoorwaarden, die gelden voor personen die poststukken bezorgen, zijn een belangrijk deel van de kosten van de postbedrijven. De hoogte van de kosten is mede bepalend voor de concurrentiepositie. Het is echter onwenselijk, als de concurrentie uitsluitend plaatsvindt via de arbeidsvoorwaarden van postbezorgers op een zodanige wijze dat er daardoor sociaal onaanvaardbare arbeidsvoorwaarden ontstaan.

Vooropgesteld moet worden dat problemen met betrekking tot arbeidsvoorwaarden binnen de algemene kaders van het arbeidsrecht moeten worden opgelost. Het is primair de taak van sociale partners om binnen die kaders afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden voor postbezorgers. Mocht blijken dat tegen sociaal onaanvaardbare arbeidsvoorwaarden arbeid wordt verricht en dit niet kan worden opgelost door de betreffende werkgever en de vertegenwoordigers van werknemersorganisaties, dan kan het wenselijk zijn om maatregelen te treffen. In eerste aanleg zal een oplossing moeten worden gezocht in een aanpassing van algemeen geldende voorschriften. Echter, in het bijzondere geval dat sprake is van een tijdelijk zich tot de postsector beperkend probleem en dat niet via generieke maatregelen kan worden opgelost, kunnen – indien nodig – op grond van dit amendement tijdelijke sectorspecifieke maatregelen worden getroffen.

Onderdeel B

Uitgangspunt van het wetsvoorstel is dat de concurrentie op de postmarkt wordt gestimuleerd. Daartoe is onder meer in artikel 8, eerste lid, voorgeschreven dat een postvervoerbedrijf dat beschikt over een vervoer- en bezorgnetwerk waarmee op vijf dagen per week post kan worden bezorgd bij het verrichten van postvervoer voor andere postvervoerbedrijven non-discriminatoire en transparante tarieven en voorwaarden hanteert. Dat is in het bijzonder van belang indien de mogelijkheid om een postvervoerdienst aan te bieden voor postvervoerbedrijven die niet beschikken over het bedoelde specifieke vervoer- en bezorgnetwerk, afhankelijk is van de mogelijkheid om (een deel van) de poststukken door een postvervoerbedrijf dat wel over een dergelijk netwerk beschikt te laten vervoeren. De voorwaarden en tarieven kunnen per partij poststukken verschillen, zulks afhankelijk van de wensen van de afzender en de mogelijkheden van het postvervoerbedrijf; in zoverre is het geen uitbreiding van de verplichting de universele postdienst te verlenen.

De OPTA houdt toezicht op de naleving van de non-discriminatieen transparantieverplichting en zorgt voor monitoring van de mate waarin de concurrentie wordt gestimuleerd. Voor het geval blijkt dat de postvervoerder, die beschikt over een netwerk als omschreven in het eerste lid, voor bepaalde categorieën van gebruikers voorwaarden en tarieven hanteert die belemmerend zijn voor het gewenste gebruik dat zijn zouden willen maken van de diensten van die postvervoerder, kunnen bij ministeriële regeling verplichtingen worden opgelegd om het hanteren van redelijke, non-discriminatoire en transparante tarieven te garanderen.

Het kan daarbij gaan om de verplichting om onder redelijke voorwaarden toegang te verlenen tot het netwerk waarmee op vijf dagen per week post kan worden bezorgd op alle adressen in Nederland, voor zover een bedrijfsmatige en op continuïteit gerichte exploitatie van dat netwerk dit toelaat. Anders dan bij het tweede lid, gaat het hierbij niet om regels die moeten gelden om de daadwerkelijke concurrentie tot stand te brengen.

Onderdeel C

Op de naleving van de nadere verplichtingen die krachtens de artikelen 7a en 7b kunnen worden opgelegd, houdt de Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit toezicht. Het is wenselijk om bij overtreding van die verplichtingen een bestuurlijke boete te kunnen opleggen.

Onderdeel D

Hiermee wordt benadrukt dat het om een tijdelijke maatregel gaat, voor een situatie die direct samenhangt met het vervallen van het monopolie.

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Naar boven