nr. 49
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel wordt als volgt gewijzigd:
A
Na paragraaf 2.2. wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:
§ 2.3 Arbeidsvoorwaarden
Artikel 7a
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gesteld
over in acht te nemen arbeidsvoorwaarden indien:
a. tegen sociaal onaanvaardbare arbeidsvoorwaarden arbeid wordt verricht;
b. er sprake is van een tijdelijk zich tot de postsector beperkend
probleem, en
c. voor zover het probleem niet kan worden opgelost door aanpassing
van algemeen geldende voorschriften of bij overeenkomst tussen de desbetreffende
werkgever en vertegenwoordigers van werknemersorganisaties.
B
Aan artikel 8 worden twee leden toegevoegd, luidende:
4. Bij ministeriële regeling kunnen in aanvulling op het eerste
lid regels worden gesteld over het verlenen van toegang tot het in dat lid
bedoelde netwerk. Deze regels kunnen inhouden dat:
a. een postvervoerbedrijf, dat beschikt over een dergelijk netwerk,
op verzoek van bij die regeling aan te wijzen categorieën derden toegang
verleent tot dat netwerk tegen redelijke, transparante en non-discriminatoire
tarieven en voorwaarden, voor zover een bedrijfsmatige en op continuïteit
gerichte exploitatie van het netwerk dit toelaat;
b. het in onderdeel a bedoelde postvervoerbedrijf er zorg voor draagt
dat de geldende voorwaarden en tarieven als bedoeld in dat onderdeel voor
eenieder kenbaar zijn.
5. Het college brengt twee jaar na de inwerkingtreding van dit artikelaan onze Minister verslag uit over de doeltreffendheid en effecten
in de praktijk van het eerste lid en verstrekt daarbij advies over de wenselijkheid
om toepassing te geven aan het vierde lid. Onze Minister zendt het verslag,
vergezeld van zijn bevindingen, aan de Staten-Generaal.
C
In artikel 48, eerste lid, wordt «overtreding van de artikelen 4,
5» vervangen door: overtreding van het bepaalde bij of krachtens de
artikelen 4, 5, 7a.
D
Na artikel 88 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 88a
Artikel 7a vervalt vier jaar na de inwerkingtreding ervan.
Toelichting
Onderdeel A
Paragraaf 2.3 Arbeidsvoorwaarden
De arbeidsvoorwaarden, die gelden voor personen die poststukken bezorgen,
zijn een belangrijk deel van de kosten van de postbedrijven. De hoogte van
de kosten is mede bepalend voor de concurrentiepositie. Het is echter onwenselijk,
als de concurrentie uitsluitend plaatsvindt via de arbeidsvoorwaarden van
postbezorgers op een zodanige wijze dat er daardoor sociaal onaanvaardbare
arbeidsvoorwaarden ontstaan.
Vooropgesteld moet worden dat problemen met betrekking tot arbeidsvoorwaarden
binnen de algemene kaders van het arbeidsrecht moeten worden opgelost. Het
is primair de taak van sociale partners om binnen die kaders afspraken te
maken over arbeidsvoorwaarden voor postbezorgers. Mocht blijken dat tegen
sociaal onaanvaardbare arbeidsvoorwaarden arbeid wordt verricht en dit niet
kan worden opgelost door de betreffende werkgever en de vertegenwoordigers
van werknemersorganisaties, dan kan het wenselijk zijn om maatregelen te treffen.
In eerste aanleg zal een oplossing moeten worden gezocht in een aanpassing
van algemeen geldende voorschriften. Echter, in het bijzondere geval dat sprake
is van een tijdelijk zich tot de postsector beperkend probleem en dat niet
via generieke maatregelen kan worden opgelost, kunnen – indien nodig –
op grond van dit amendement tijdelijke sectorspecifieke maatregelen worden
getroffen.
Onderdeel B
Uitgangspunt van het wetsvoorstel is dat de concurrentie op de postmarkt
wordt gestimuleerd. Daartoe is onder meer in artikel 8, eerste lid, voorgeschreven
dat een postvervoerbedrijf dat beschikt over een vervoer- en bezorgnetwerk
waarmee op vijf dagen per week post kan worden bezorgd bij het verrichten
van postvervoer voor andere postvervoerbedrijven non-discriminatoire en transparante
tarieven en voorwaarden hanteert. Dat is in het bijzonder van belang indien
de mogelijkheid om een postvervoerdienst aan te bieden voor postvervoerbedrijven
die niet beschikken over het bedoelde specifieke vervoer- en bezorgnetwerk,
afhankelijk is van de mogelijkheid om (een deel van) de poststukken door een
postvervoerbedrijf dat wel over een dergelijk netwerk beschikt te laten vervoeren.
De voorwaarden en tarieven kunnen per partij poststukken verschillen,
zulks afhankelijk van de wensen van de afzender en de mogelijkheden van het
postvervoerbedrijf; in zoverre is het geen uitbreiding van de verplichting
de universele postdienst te verlenen.
De OPTA houdt toezicht op de naleving van de non-discriminatieen transparantieverplichting
en zorgt voor monitoring van de mate waarin de concurrentie wordt gestimuleerd.
Voor het geval blijkt dat de postvervoerder, die beschikt over een netwerk
als omschreven in het eerste lid, voor bepaalde categorieën van gebruikers
voorwaarden en tarieven hanteert die belemmerend zijn voor het gewenste gebruik
dat zijn zouden willen maken van de diensten van die postvervoerder, kunnen
bij ministeriële regeling verplichtingen worden opgelegd om het hanteren
van redelijke, non-discriminatoire en transparante tarieven te garanderen.
Het kan daarbij gaan om de verplichting om onder redelijke voorwaarden
toegang te verlenen tot het netwerk waarmee op vijf dagen per week post kan
worden bezorgd op alle adressen in Nederland, voor zover een bedrijfsmatige
en op continuïteit gerichte exploitatie van dat netwerk dit toelaat.
Anders dan bij het tweede lid, gaat het hierbij niet om regels die moeten
gelden om de daadwerkelijke concurrentie tot stand te brengen.
Onderdeel C
Op de naleving van de nadere verplichtingen die krachtens de artikelen
7a en 7b kunnen worden opgelegd, houdt de Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit
toezicht. Het is wenselijk om bij overtreding van die verplichtingen een bestuurlijke
boete te kunnen opleggen.
Onderdeel D
Hiermee wordt benadrukt dat het om een tijdelijke maatregel gaat, voor
een situatie die direct samenhangt met het vervallen van het monopolie.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
F. Heemskerk