nr. 46
TWEEDE NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN VROONHOVEN-KOK
EN CRONE, TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 26
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid wordt na «ministeriële regeling wordt»
een zinsnede ingevoegd, luidende: , gehoord het college,.
B. In het tweede lid wordt na «ministeriële regeling kan»
een zinsnede ingevoegd, luidende: , gehoord het college,.
C. Er worden vier leden toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste en tweede lid, worden zes maanden
na inwerkingtreding van dit artikel de tarieven voor de te onderscheiden postvervoerdiensten
binnen de universele postdienst gebaseerd op de daadwerkelijke kosten van
de universele postdienst en een redelijk rendement. De tarieven gelden voor
onbepaalde tijd. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de
tarieven tussentijds voor de onderscheiden postvervoerdiensten binnen de universele
postdienst in enig ander jaar kunnen worden aangepast op basis van de daadwerkelijke
kosten van de universele postdienst en een redelijk rendement.
4. Indien het derde lid toepassing vindt, wordt in de jaren, volgend
op het jaar waarin dat het geval is, het in het eerste of tweede lid bedoelde
percentage toegepast op de ingevolge het derde lid vastgestelde tarieven.
5. In afwijking van de artikelen 23 en 26 worden de tarieven, bedoeld
in het derde lid, door het college vastgesteld.
6. Bij de regeling, bedoeld in het derde lid, worden regels vastgesteld
met betrekking tot de elementen van de tarieven, de wijze van berekening van
de tarieven en de toedeling van de kosten. Het college brengt advies uit over
de regeling, bedoeld in het derde lid. Het ontwerp voor een krachtens het
derde lid vast te stellen ministeriële regeling en het advies van het
college worden gelijktijdig aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.
De ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken
na de overlegging van het ontwerp.
II
Artikel 46 wordt gewijzigd als volgt:
A. In het eerste lid wordt voor «aanwijzingen» ingevoegd:
bindende.
B. In het tweede lid wordt voor «aanwijzingen» ingevoegd:
bindende.
C. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Een beschikking als bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt
gepubliceerd in de Staatscourant.
III
Artikel 48 wordt gewijzigd als volgt:
A. In het eerste lid wordt na «in geval van» ingevoegd:
overtreding van een bindende aanwijzing als bedoeld in artikel 46, eerste
lid, alsmede.
B. In het tweede lid wordt na «in geval van» ingevoegd:
overtreding van een bindende aanwijzing als bedoeld in artikel 46, tweede
lid, alsmede.
Toelichting
Ter bescherming van kwetsbare groepen en de betaalbaarheid van de postvervoerdiensten
voorziet de Postwet in een universele postdienst. Door de Minister van Economische
Zaken wordt een persoon belast met de uitvoering van de universele postdienst.
De voorgestelde regeling voorziet in een procedure tot vaststelling van de
tarieven voor de universele postdienst, waarbij is gewaarborgd dat bij de
vaststelling van deze tarieven met de belangen van alle betrokkenen rekening
kan worden gehouden. Volgens deze regeling stelt de OPTA voor de universele
postdienst een half jaar na inwerkingtreding van dit artikel kostengeoriënteerde
tarieven vast. Die tarieven mogen jaarlijks aan de inflatie worden aangepast.
Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de tarieven tussentijds
voor de onderscheiden postvervoerdiensten binnen de universele postdienst
in enig ander jaar kunnen worden aangepast op basis van de daadwerkelijke
kosten van de universele postdienst en een redelijk rendement.
Van Vroonhoven
Crone