nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID GESTHUIZEN
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
II
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zevende lid wordt «bij ministeriele regeling»
vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. De voordracht voor een krachtens het zevende lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
III
Onder plaatsing van de aanduiding «1.»wordt aan artikel 15
een lid toegevoegd, luidende:
2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
IV
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bij ministeriele regeling»
vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
V
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «bij ministeriele regeling»
vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
VI
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «bij ministeriele regeling»
vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
VII
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef van het eerste lid wordt «bij ministeriele
regeling» vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.
2. In het tweede lid wordt «bij ministeriele regeling»
vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De voordracht voor een krachtens het eerste of tweede lid vast
te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier
weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
VIII
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «bij ministeriele regeling»
vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
IX
Aan artikel 28 wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. De voordracht voor een krachtens het vierde lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
X
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt «bij ministeriele regeling»
vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. De voordracht voor een krachtens het vijfde lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
XI
Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «bij ministeriele regeling»
vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Toelichting
Dit amendement dient ertoe om de delegatiebepalingen in de hoofdstukken
3 en 4 van een voorhangprocedure te voorzien.
Onderlinge dienstverlening tussen postvervoerbedrijven (hoofdstuk 3) en
de universele dienstverlening (hoofdstuk 4) zijn twee belangrijke aspecten
van de postmarkt. Het is daarom wenselijk dat deze aspecten onder invloed
van de Staten-Generaal blijven.
Gesthuizen