nr. 11
SUBAMENDEMENT VAN HET LID GESTHUIZEN
De ondergetekende stelt het volgende subamendement voor:
Het amendement Crone (stuk nr. 10) wordt als volgt gewijzigd:
I
In onderdeel I, artikel 6a, eerste lid wordt de zinsnede «brieven»
vervangen door: poststukken.
II
Onderdeel I, artikel 6a, derde en vierde lid vervallen.
Toelichting
Dit amendement beoogt te verzekeren dat postbezorgers na de volledige
liberalisering van de postmarkt werkzaam zijn op grond van een arbeidscontract.
Voorafgaand aan de liberalisering blijkt dat alle op dit moment in Nederland
werkzame partijen op de postmarkt met een landelijke dekking een deel van
hun bezorgend personeel laat werken zonder arbeidscontract. Hierbij gaat het
om bezorgers van post in de vorm van geadresseerd en ongeadresseerd drukwerk,
want dat deel van de postmarkt is reeds opengesteld voor concurrentie.
De bezorging van post is van groot maatschappelijk belang. Tevens biedt
de postmarkt aan zeer velen in Nederland werk. Het verlies van banen die voldoen
aan de wettelijke eisen met betrekking tot sociale zekerheid, rechtszekerheid
en inkomenszekerheid, kortom werk op basis van arbeidsovereenkomsten, ten
gunste van het opkomen van betaling naar opdracht, de zogenaamde stuksloonregeling,
is absoluut onaanvaardbaar.
Het voorliggende wetsvoorstel betreft het laatste deel van de liberalisering
van de postmarkt.
Is deze liberalisering een feit, dan is de gehele Nederlandse postmarkt
opengesteld voor concurrentie en kunnen de huidige en eventuele nieuwe spelers
met elkaar de concurrentie aangaan. Dit behoort echter niet te gebeuren op
arbeidsvoorwaarden – niet bij briefbezorging maar evenmin bij de bezorging
van drukwerk, wat ten slotte een sterk groeiende tak van sport is binnen de
postmarkt.
Om te voorkomen dat na de liberalisering onduidelijkheid ontstaat over
wat voor soort post wel en welke niet bezorgd mag worden door bezorgers zonder
contract is eenduidigheid gewenst en nodig. Hierdoor kan dan na liberalisering
geen discussie ontstaan over de aard van bepaalde soorten post die in de ogen
van de sommige belanghebbenden als brieven maar door andere belanghebbenden
juist als drukwerk aangemerkt zouden kunnen worden.
Op de naleving van deze verplichting wordt toegezien door het College
van de Onafhankelijke Post- en Telecommunicatie Autoriteit.
Het tweede onderdeel ziet op het laten vervallen van het derde en vierde
lid zoals voorgesteld door het lid Crone. De beoogde algemene maatregel van
bestuur wordt niet wenselijk geacht.
Gesthuizen