30 532
Wijziging van de Arbeidstijdenwet in verband met vereenvoudiging van die wet

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 juni 2006

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5:4, derde lid, laatste zin, van artikel I, onderdeel J, wordt «afgeweken van tweede lid» vervangen door: afgeweken van het tweede lid.

B

De aanhef van artikel 5:7, eerste lid, van artikel I, onderdeel J, komt te luiden:

1. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de jeugdige werknemer ten hoogste arbeid verricht gedurende:.

C

Het derde onderdeel van artikel I, onderdeel L, komt te luiden:

3. Onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot zesde respectievelijk zevende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

5. Bij de toepassing van dit artikel wordt verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad (PbEG L 102) in acht genomen.

D

Artikel V wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een collectieve arbeidsovereenkomst» vervangen door: een collectieve regeling als bedoeld in artikel 1:3 van de Arbeidstijdenwet.

2. In het tweede lid wordt «de collectieve arbeidsovereenkomst» vervangen door: de collectieve regeling.

3. In het derde lid wordt «collectieve arbeidsovereenkomst» vervangen door: collectieve regeling.

E

Onder vernummering van artikel VI tot artikel VII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VI

Tot 11 april 2007 geldt in afwijking van artikel 5:15, vijfde lid, van de Arbeidstijdenwet, zoals dit lid komt te luiden na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel L, van deze wet, dat bij de toepassing van artikel 5:15 van de Arbeidstijdenwet verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 december 1985 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PbEG L 370) in acht wordt genomen.

Toelichting

De onderdelen A en B betreffen technische correcties van het wetsvoorstel.

Onderdeel C is noodzakelijk, omdat met ingang van 11 april 2007 een nieuwe verordening tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer in werking treedt. Het overgangsrecht van artikel VI zorgt ervoor dat tot 11 april 2007 in de Arbeidstijdenwet nog naar de tot die tijd geldende verordening wordt verwezen.

Onderdeel D zorgt ervoor dat het overgangsrecht van artikel V van het wetsvoorstel niet alleen geldt voor collectieve arbeidsovereenkomsten, maar voor collectieve regelingen als bedoeld in artikel 1:3 van de Arbeidstijdenwet. Voor de volledigheid wordt hierbij opgemerkt dat het overgangsrecht niet geldt voor gelijkgestelde collectieve regelingen als bedoeld in artikel 1:4 van de Arbeidstijdenwet.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven