nr. 19
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER SANDE EN RAMBOCUS
Ontvangen 15 september 2006
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel V, derde lid, komt te luiden:
3. Het eerste of tweede lid geldt niet, indien in de desbetreffende
collectieve regeling:
a. is voorzien in de toepassing van deze wet, of
b. geen bepaling is opgenomen ter zake van een van de onderdelen
a of b, van artikel 1:4, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet, zoals die wet
luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.
Toelichting
Volgens het overgangsrecht in het wetsvoorstel blijft de huidige Arbeidstijdenwet
van toepassing tot de expiratiedatum van de CAO, dan wel tot uiterlijk één
jaar na inwerkingtreding van de ATW. Dit om rekening te houden met lopende
afspraken in CAO’s betreffende arbeid- en rusttijden. Alleen als de
CAO al rekening heeft gehouden met de te wijzigen ATW, kan de wet met ingang
van de datum van inwerkingtreding worden toegepast. Voor arbeidsorganisaties,
waar geen CAO geldt, is de gewijzigde ATW vanaf datum inwerkingtreding van
toepassing.
In verband met het dubbele normenstelsel kennen CAO’s zowel m.b.t.
de arbeidstijd alsook m.b.t. de rusttijd een bepaling. Dit om gebruik te kunnen
maken van de mogelijkheid om op ondernemingsniveau een overlegregeling overeen
te kunnen komen.
Voor ondernemingen die onder de werkingssfeer van een bepaalde CAO vallen
heeft het overgangsrecht tot gevolg, dat zij ondanks het feit dat er geen
afspraken zijn gemaakt in het kader van de overlegregeling nog tot 1 november
2007 moeten wachten voordat gebruik kan worden gemaakt van de nieuwe ATW.
Dat terwijl de noodzaak van een gefaseerde invoering van de gewijzigde ATW
om sociale partners in de gelegenheid te stellen bestaande CAO-afspraken aan
te passen niet aanwezig is.
Met dit amendement willen wij overgaan tot wijziging van de overgangsbepaling,
zodat deze bepaling beperkt blijft tot collectieve regelingen waarin afspraken
in het kader van de overlegregeling in de huidige ATW zijn gemaakt.
Van der Sande
Rambocus