30 531 (R 1810)
Regeling van de taken en bevoegdheden, alsmede het beheer en beleid van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba (Rijkswet Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba)

nr. 9
AMENDEMENT VAN DE GEVOLMACHTIGDE MINISTER VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN

Ontvangen 26 september 2007

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De considerans wordt vervangen door:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om, gelet op artikel 38, eerste, tweede en derde lid, alsmede, voor zover van toepassing, op artikel 3, eerste lid, onder a en b van het Statuut voor het Koninkrijk, te voorzien in een structurele regeling betreffende de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba;.

Toelichting

Dit amendement wordt voorgesteld op grond van de bevoegdheid genoemd in artikel 17, vierde lid, van het Statuut.

De Rijkswet Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba dient ter vervanging van de Voorlopige Regeling Kustwacht. De Voorlopige Regeling Kustwacht is een onderlinge regeling tussen de drie Landen van het Koninkrijk en vindt zijn rechtsgrond in artikel 38 van het Statuut.

De Raad van State van het Koninkrijk heeft zich in zijn advies met betrekking tot de Rijkswet Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba uitgesproken voor een verbreding van de grondslag. De Raad merkt op dat het voorstel van wet evenals de Voorlopige regeling een consensusregeling is op basis van artikel 38 Statuut, aangezien veel van de taken van de Kustwacht taken van landsorganen betreffen. Gezien echter internationale ontwikkelingen, met name op het gebied van de bestrijding van het terrorisme, het tegengaan van proliferatie van massavernietigingswapens en de toegenomen verdragsrechterlijke verplichtingen van het Koninkrijk geeft de Raad in overweging de grondslag van de rijkswet te verbreden met artikel 3 Statuut. De Regering van de Nederlandse Antillen kan zich vinden in dit advies.

Gelet op het feit dat (maritieme) rechtshandhaving tot de autonome bevoegdheden van de Landen van het Koninkrijk behoort, is de Regering van de Nederlandse Antillen van mening dat duidelijk zou moeten blijken dat de Rijkswet primair is gebaseerd op artikel 38 van het Statuut. De Regering van de Nederlandse Antillen kan zich erin vinden dat secundair artikel 3 van het Statuut als grondslag wordt aangewezen.

Teneinde te benadrukken dat het bij de Rijkswet primair gaat om samenwerking op basis van artikel 38 Statuut, stelt de Regering van de Nederlandse Antillen voor dat de volgorde van benoeming van de artikelen in de Rijkswet wordt omgedraaid.

Comenencia

Naar boven