E
nr. 15
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2007
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen
op 20 december 2007.
De wens dat het in de maatregel te regelen onderwerp bij de wet wordt
geregeld kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien
leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen
worden gegeven uiterlijk op 19 januari 2008.
Ingevolge mijn toezegging aan u in het debat met uw kamer over de Binnenvaartwet
op 12 april 2007 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2006–2007,
nr. 61, blz. 3434–3441) doe ik u bijgaand het ontwerp Binnenvaartbesluit
toekomen1.
Los van mijn toezegging geldt voor dit ontwerpbesluit een voorhangverplichting
ingevolge artikel 52, eerste en tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet
en artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer. Die voorhangverplichting
betreft de in dit ontwerpbesluit opgenomen wijzigingen van het Besluit inzamelen
afvalstoffen, de bijlage bij het Besluit jachthavens, de bijlage bij het Vaststellingsbesluit
Binnenvaartpolitiereglement, het Besluit verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen
scheepvaartverkeer en het Besluit verklaringhouders Scheepvaartverkeerswet
(de artikelen 42, 45, 46, 47 en 48 van dit ontwerpbesluit). Het onderhavige
ontwerpbesluit wordt, voor wat deze artikelen betreft, met de daarbij behorende
nota van toelichting tevens in de Staatscourant gepubliceerd, teneinde een
ieder gedurende dertig dagen in de gelegenheid te stellen zijn zienswijze
schriftelijk bij mij naar voren te brengen.
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. C. Huizinga-Heringa