30 522
Wijziging van de Wet bodembescherming en diverse andere wetten met het oog op nieuwe regels voor de toepassing van bouwstoffen, grond en baggerspecie

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID DONNER C.S.

Ontvangen 13 februari 2007

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B komt het tweede lid van artikel 12a te luiden:

2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat bij besluit van een daarin aangewezen bestuursorgaan, grond of baggerspecie kan worden toegepast in andere gevallen dan die ingevolge de regels bedoeld in het eerste lid, mits dit geen onaanvaardbare risico’s oplevert voor de volksgezondheid en geen bedreiging vormt van de functionele eigenschappen van water, bodem en lucht voor mens, plant en dier. Een bestuursorgaan dat van deze mogelijkheid gebruik maakt stelt in het daartoe strekkend besluit de nodige eisen aan de kwaliteit, waaronder de samenstelling, van grond of baggerspecie.

Toelichting

Het tweede lid schept de mogelijkheid voor decentrale bestuursorganen om af te wijken van landelijke regels. Het voorliggend amendement beoogt daaraan een boven- en ondergrens te stellen. De bovengrens wordt gevormd door de regels zoals vastgelegd in de in lid 1 genoemde algemene maatregel van bestuur.

De ondergrens wordt gevormd door de eis dat dit geen onaanvaardbare risico’s oplevert of een bedreiging vormt voor de functionele eigenschappen van water, bodem en lucht. Met deze boven- en ondergrens wordt in overeenstemming met de aanwijzing voor regelgeving in de wet vastgelegd binnen welke grenzen subdelegatie mogelijk is.

Donner

Neppérus

Samsom

Naar boven