nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 21 september 2006
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Onderdeel E van artikel I vervalt.
B
Artikel V komt te luiden:
Artikel V
Indien het voorstel van wet houdende wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk
Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het
bevorderen van voortgezet ouderschap na scheiding en het afschaffen van de
mogelijkheid tot het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap
(Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding) (Kamerstukken
II 2004–2005, 30 145, nr. 2), tot wet wordt verheven en in
werking treedt, vervalt onderdeel Q van artikel I.
Toelichting
A
In onderdeel E van artikel I is tot dusverre, in aanvulling op de wijziging
van artikel 1:250 BW die is vervat in wetsvoorstel 30 145 (Wet bevordering
voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding), een verdere uitbreiding voorgesteld
van de regeling omtrent de bijzondere curator. Aangezien de regeling van de
bijzondere curator primair en meer principieel in genoemd wetsvoorstel aan
de orde komt, is bij de onlangs ingezonden nota van wijziging inzake wetsvoorstel
30 145 voorgesteld om de meer definitieve tekst van artikel 250 naar
dat wetsvoorstel over te hevelen. Dit betekent dat onderdeel E van het onderhavige
wetsvoorstel kan vervallen.
B
In artikel V van het wetsvoorstel wordt thans nog voorzien in een samenloopbepaling
in verband met het voorstel van wet van het lid Luchtenveld (Wet beëindiging
huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap)
(Kamerstukken I 2005–2006, 29 676, A). Dit voorstel is op 20 juni
2006 door de Eerste Kamer verworpen.
Een samenloopbepaling is wel nodig in verband met het voorstel van Wet
bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (Kamerstukken II
2004–2005, 30 145, nr. 2). Indien dit wetsvoorstel tot wet
wordt verheven en in werking treedt, dient onderdeel Q van artikel I van het
onderhavige wetsvoorstel te vervallen: de volgens onderdeel Q te wijzigen
artikelen 1:377f en 377h zullen immers als gevolg van wetsvoorstel 30 145
zijn geschrapt.
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner