30 520
Voorstel van wet van de leden Crone en Van Dam houdende wijziging van Boek 2 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (stilzwijgende verlenging en opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige overeenkomsten)

nr. 51
VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat lidmaatschappen, abonnementen en overeenkomsten binnen redelijke termijn kunnen worden opgezegd en dat daartoe een aantal bepalingen betreffende opzegtermijnen en stilzwijgende verlenging in Boek 2 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek dienen te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 35 wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. De vereniging draagt er zorg voor dat leden de voor opzegging van het lidmaatschap noodzakelijke informatie eenvoudig kunnen raadplegen. De informatie wordt in ieder geval opvallend vermeld op de hoofdpagina van de website en op bladzijde 1, 2 of 3 van het ledenblad, indien een vereniging gebruik maakt van deze communicatiemiddelen.

B

In artikel 36, lid 1, vervalt in de tweede volzin de zinsnede: door opzegging.

ARTIKEL II

Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 236 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel j komt te luiden:

j. dat in geval van een overeenkomst tot het geregeld afleveren van zaken, elektriciteit daaronder begrepen, of tot het geregeld doen van verrichtingen, leidt tot stilzwijgende verlenging of vernieuwing van meer dan drie maanden, tenzij de overeenkomst wordt omgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd en de wederpartij de bevoegdheid heeft om de overeenkomst op te zeggen met een opzegtermijn van een maand;.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

o. dat de wederpartij verbiedt om de overeenkomst, die schriftelijk of langs elektronische weg tot stand is gekomen, op een overeenkomstige wijze op te zeggen.

B

Artikel 237 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel k wordt «telkens na een jaar» vervangen door: telkens na een maand.

2. Onderdeel l komt te luiden:

l. dat de wederpartij aan een opzegtermijn bindt die langer is dan een maand of langer dan de termijn waarop de gebruiker de overeenkomst kan opzeggen;.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de dertiende kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,


XNoot
1

Herdruk in verband met abusievelijk onjuiste tekst in artikel I, onderdeel A.

Naar boven