30 515
Wijziging van de Opiumwet in verband met het creëren van de mogelijkheid voor de burgemeester om bestuursdwang toe te passen ter handhaving van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet in woningen en lokalen of bij woningen of lokalen behorende erven

nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 mei 2007

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van uw Kamer heeft mij verzocht haar te informeren over het opstellen van een risicoanalyse van hallucinogene paddenstoelen (zogenoemde paddo’s) door het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs (CAM), en daarbij tevens aan te geven hoe de motie Joldersma (30 515, nr. 12) inzake paddo’s zal worden uitgevoerd. Tevens verzoekt zij in de gelegenheid gesteld te worden om nog eventuele vragen aan de bestaande onderzoeksvraag te kunnen toevoegen.

Ik heb het CAM, dat is ondergebracht bij het RIVM, inmiddels opdracht gegeven een risicobeoordeling met betrekking tot het gebruik van paddo’s uit te voeren, en uiterlijk 15 juni aanstaande zijn bevindingen inclusief aanbevelingen aan mij te rapporteren.

Het CAM beschikt over een dagelijks bestuur, een secretariaat en een multidisciplinair samengestelde commissie van experts op het gebied van drugs en drugsgebruik. Deze experts brengen vanuit de eigen deskundigheid informatie bijeen over diverse aspecten van het gebruik van een drug. Een risicoschattingsprocedure vindt plaats volgens een geprotocolliseerde procedure met vooraf vastgestelde criteria op het gebied van individuele gezondheid, volksgezondheid, openbare orde en criminaliteit. Het is dan ook niet nodig een specifieke onderzoeksvraag te formuleren. In de bijlage is de werkwijze van het CAM toegelicht.1

De resultaten van de procedure worden vastgelegd in een rapport, waarin ook mogelijke maatregelen en de gevolgen daarvan worden beschreven. Het CAM heeft in 2000 reeds een risicobeoordeling van de paddo’s gemaakt. In de nieuwe risicobeoordeling zullen de ervaringen en inzichten van de afgelopen zeven jaar in binnen- en buitenland worden meegenomen. Mede op basis van deze rapportage zal ik u laten weten of en zo ja welke wijzigingen in het huidige beleid ik nodig vind.

Het CAM zal aansluitend aan deze beoordeling een risicoschatting maken inzake het gebruik van qat. Over de uitkomsten, die ik uiterlijk 15 oktober verwacht, zal ik u zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven