nr. 5
VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN
DE RAAD VAN STATE
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de maximale
proeftijd te verhogen voor misdrijven die de gezondheid of het welzijn van
dieren benadelen, en dat het wenselijk is het strafmaximum voor onder meer
het doden van andermans dieren te verhogen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde
lid wordt in artikel 14b een lid ingevoegd, dat luidt:
3. De proeftijd kan eveneens ten hoogste tien jaren bedragen indien
er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een
misdrijf zal begaan dat de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren
benadeelt.
B
In artikel 350, tweede lid, wordt «Gelijke straf wordt toegepast
op hem» vervangen door: Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren
of een geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij.
ARTIKEL II
Onze Minister van Justitie zendt binnen vijf jaren na de inwerkingtreding
van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en
de effecten van deze wet in de praktijk.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,