30 509
Regels inzake de inrichting van het landelijke gebied (Wet inrichting landelijk gebied)

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID KOOPMANS C.S.

Ontvangen 30 augustus 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Aan artikel 17 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

4. In het inrichtingsplan wordt aangegeven voor welke delen van het in te richten gebied artikel 34a van toepassing is.

II

Na het opschrift van hoofdstuk 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 34a

1.  Voor in het inrichtingsplan overeenkomstig artikel 17, vierde lid, aangewezen delen van het in te richten gebied geldt het inrichtingsplan als een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Artikel 21, vierde tot en met zesde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is niet van toepassing. Het inrichtingsplan geldt voor die delen van het in te richten gebied niet meer als voorbereidingsbesluit indien voor de desbetreffende delen van het in te richten gebied een bestemmingsplan in overeenstemming met het inrichtingsplan van kracht is geworden.

2. Artikel 50 van de Woningwet is niet van toepassing op aanvragen om een bouwvergunning ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde delen van het inrichtingsplan.

3. Voorzover de in het eerste lid bedoelde delen van het inrichtingsplan en het bestemmingsplan niet met elkaar in overeenstemming zijn, geldt het inrichtingsplan voor de uitvoering daarvan als een vrijstelling als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

4. Voorzover een bestemmingsplan of een ander besluit een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vereist, geldt zodanige eis niet voor de uitvoering van werken en werkzaamheden ter uitvoering van het inrichtingsplan in de in het eerste lid bedoelde delen van het in te richten gebied.

5. Voorschriften in een leefmilieuverordening als bedoeld in artikel 9, derde lid, van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing, blijven buiten toepassing voor de uitvoering van werken, werkzaamheden en bouwwerken en voor het gebruik van gronden en opstallen ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde delen van een inrichtingsplan, voorzover deze delen van het inrichtingsplan en die voorschriften niet met elkaar in overeenstemming zijn.

Toelichting

Dit amendement beoogt de directe doorwerking die is opgenomen in de Reconstructiewet Concentratiegebieden op te nemen in de WILG. De directe doorwerking is niet opgenomen omdat de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) Gedeputeerde Staten de ruimte biedt om bestemmingsplannen te maken als de gemeente dat weigert. Maar vanwege de zware bestuurlijke druk van het van boven op leggen van een bestemmingsplan zal dit een middel zijn dat niet snel zal worden toegepast en kan dit leiden tot ernstige vertragingen van landinrichtingsprojecten. Om dit te ondervangen wordt de directe doorwerking in de WILG opgenomen.

Koopmans

Van der Vlies

Snijder-Hazelhoff

Naar boven