Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 30506 nr. 2;B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 30506 nr. 2;B |
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 januari 2007
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 1 februari 2007. De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 3 maart 2007.Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 24 februari 2006 te Gabarone tostandgekomen verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Botswana inzake de export en handhaving van socialezekerheidsuitkeringen (Trb. 2006, 89 en 142).
Een toelichtende nota bij het verdrag treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.
1.1. Wet beperking export uitkeringen
Op 1 januari 2000 zijn de Wet beperking export uitkeringen en de Wijzigingswet beperking export uitkeringen in werking getreden. Op grond van deze wetten heeft de verzekerde geen recht op een socialeverzekeringsuitkering gedurende de periode dat hij, of degene ten behoeve van wie de uitkering wordt verstrekt, niet in Nederland woont. Deze exportbeperking geldt niet, indien de betrokkene woont in een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op uitkering kan bestaan.
Achtergrond van deze wetgeving is de omstandigheid dat de rechtmatigheid van de socialeverzekeringsuitkeringen die over de grens worden verstrekt, niet afdoende kan worden gewaarborgd. De uitvoeringsorganen beschikken dikwijls niet over de mogelijkheden om buiten Nederland de voor de uitvoering van de sociale verzekeringen noodzakelijke verificaties en controles te verrichten zoals die ook in Nederland plaatsvinden. Het doel van de Wet beperking export uitkeringen is om de rechtmatigheid van de uitkeringen te verbeteren door de handhaafbaarheid van de socialeverzekeringswetten over de grens te versterken. Het middel hiertoe is om met de landen waar Nederlandse uitkeringen worden betaald, bij verdrag afspraken te maken die ten aanzien van dat land de handhaafbaarheid van de socialeverzekeringswetten, en daardoor de rechtmatigheid van de uitkeringen, verbeteren. Hiertoe behoren tevens afspraken die de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen vergemakkelijken.
Op grond van de wet kunnen uitkeringen alleen worden geëxporteerd naar landen waarmee bij verdrag afspraken over handhaving bestaan.
Het verdrag met Botswana voorziet in de handhavingsafspraken die noodzakelijk zijn in het licht van de Wet beperking export uitkeringen. Deze afspraken zijn erop gericht om verificatie en controle mogelijk te maken ten aanzien van de volgende aspecten die van belang zijn voor de uitvoering van de socialeverzekeringswetten:
• identiteit;
• in leven zijn;
• leefvorm;
• inkomen van de betrokkene;
• inkomen van de partner;
• samenloop van uitkeringen;
• arbeidsongeschiktheid;
• bestaan/leeftijd/inkomen/onderwijs van het kind;
• detentie.
Daarnaast is afgesproken dat wederzijds de voor tenuitvoerlegging vatbare beslissingen van de uitvoeringsorganen inzake de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen en de invordering van verschuldigde premies, alsmede opgelegde boeten en maatregelen, worden erkend. Het verdrag verschaft derhalve een executoriale titel voor tenuitvoerlegging van deze beslissingen en uitspraken in beide landen.
Gelet op de hiervoor aangeduide handhavingsafspraken wordt op grond van het verdrag de exportbeperking ten aanzien van Botswana opgeheven.
2. Artikelsgewijze toelichting
Dit artikel bevat definities van de in het verdrag gebruikte begrippen.
In dit artikel is voor beide landen de wetgeving opgenomen die onder de materiële werkingssfeer van het verdrag valt. Voor Nederland zijn dit de sociale verzekeringswetten waarop de exportbeperking van de Wet beperking export uitkeringen betrekking heeft en de Wet werk en bijstand (WWB). De WWB is onder de materiële werkingssfeer van het verdrag gebracht teneinde te kunnen controleren of bijstandsgerechtigden vermogen bezitten in Botswana. De bijstand op basis van de WWB is overigens niet exporteerbaar. Niet onder de werkingssfeer van het verdrag vallen de loonbetalingen waarop de werknemer recht heeft bij ziekte (artikel 7:629 Burgerlijk Wetboek). De Wet beperking export uitkeringen ziet op uitkeringen en niet op (contractuele) verplichtingen op grond van het Burgerlijk Wetboek.
In dit artikel is bepaald dat voor de uitvoering van het verdrag aan Nederlandse zijde de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de bevoegde autoriteit is.
Dit artikel bepaalt dat aan Nederlandse zijde het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Sociale verzekeringsbank de bevoegde instituten zijn voor de door deze instellingen uitgevoerde wetten, en een door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen instelling waar het gaat om de toepassing van de WWB.
Het in dit artikel bepaalde heft de exportbeperking op van de Wet beperking export uitkeringen. De voor het recht op uitkering geldende wettelijke eis dat de uitkeringsgerechtigde of zijn gezinslid in Nederland dient te wonen, geldt niet voor de in Botswana wonende uitkeringsgerechtigden en hun gezinsleden.
Naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 14 maart 2003 (zaaknummer 02/1308) over de exporteerbaarheid van toeslagen op grond van de Toeslagenwet, is het op 28 juni 1962 te Genève totstandgekomen Verdrag betreffende de gelijkheid van behandeling van eigen onderdanen en vreemdelingen met betrekking tot de sociale zekerheid (IAO-Verdrag Nr. 118; Stb. 2004, 715) opgezegd. Bij nota van wijziging bij het voorstel tot goedkeuring van het voornemen tot opzegging van IAO-verdrag nr. 1181 is eveneens geregeld dat de exportbeperking in de Wet beperking export uitkeringen voor wat betreft uitkeringen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene nabestaandenwet (Anw), de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) vanaf de dag van de uitspraak niet langer wordt toegepast; de exportbeperking is voor alle gevallen (dus ook voor die mensen die geen onderdaan zijn van de verdragspartijen bij IAO-Verdrag nr.118; Botswana is geen verdragspartij) opgeschort tot het tijdstip waarop het Koninkrijk der Nederlanden door de opzegging ervan niet langer aan dit verdrag is gebonden.
Vanaf 20 december 2005 is het Koninkrijk der Nederlanden door de opzegging niet langer partij bij IAO-Verdrag nr. 118. In het licht daarvan is op 1 januari 2006 de opschorting van de exportbeperking in de AOW, de Anw, de WAO en de WAZ beëindigd. Tot die datum heeft dan ook de mogelijkheid bestaan om naar Botswana uitkeringen te exporteren op grond van de AOW, de Anw, de WAO en de WAZ. Het verdrag met Botswana heeft hierop geen invloed.
Vanaf 1 januari 2006 is, op grond van de Wet BEU, geen export van uitkeringen meer mogelijk naar uitkeringsgerechtigden die wonen in een land waarmee Nederland geen verdrag heeft gesloten over de controle op het verstrekken van uitkeringen. Vanaf 1 januari 2006 was export van uitkeringen naar Botswana derhalve niet mogelijk. Vanaf deze datum zijn lopende uitkeringen verlaagd (AOW: tot maximaal het bedrag van het AOW-pensioen voor ongehuwden) of ingetrokken (Anw, WAO, WAZ) en zijn nieuwe uitkeringen niet toegekend. Eerst vanaf 1 april 2006, de datum waarop artikel 5 (de exportbepaling) van het verdrag voorlopig wordt toegepast (zie artikel 16), is export van uitkeringen naar Botswana mogelijk.
Recentelijk is een wetsvoorstel ingediend om de rechten van degenen die op 1 januari 2000 recht hadden op een AOW-, Anw-, WAO- of WAZ-uitkering én op die datum buiten Nederland woonden te respecteren. De uitvoering heeft op verzoek van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geanticipeerd op dit wetsvoorstel. Gerechtigden in Botswana die aan bovengenoemde criteria voldeden, behielden hun uitkering ook na 1 januari 2006.
Op grond van het tweede lid van dit artikel is de Nederlandse wetgeving inzake sociale bijstand expliciet van export uitgesloten. Hetzelfde geldt voor de toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW). Dit houdt verband met twee uitspraken van de Centrale Raad van Beroep van 12 september 2003 (zaaknummers 02/2072 WAO e.a. en 01/5573 TW e.a.) op grond waarvan de TW onder de toepassingssfeer van de in deze zaken aan de orde zijnde bilaterale socialezekerheidsverdragen werd geschaard. Hoewel voor de TW op grond van de Wet beperking export uitkeringen een absoluut exportverbod geldt, acht de regering het, gelet op de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep, niettemin aangewezen om de TW in het verdrag expliciet van de export uit te sluiten teneinde elke onduidelijkheid hierover uit te sluiten.
Tot slot behoudt Nederland zich in het derde lid het recht voor om de export van kinderbijslag op grond van de AKW te beperken.
In dit artikel is een identificatieverplichting neergelegd voor de betrokkene in verband met de vaststelling van zijn uitkeringsrechten of de beoordeling van de rechtmatigheid van betalingen aan hem. Tevens is de procedure geregeld in verband met de identificatie.
De in dit artikel opgenomen bepalingen bieden de rechtsbasis voor de verificatie van de gegevens zoals hiervoor vermeld onder punt 1.2, en het gegevensverkeer tussen de betrokken instanties. Tevens is de mogelijkheid opgenomen voor de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen om werkzaamheden in het kader van dit verdrag uit te oefenen.
Dit artikel bevat specifieke bepalingen over de medische controle van de uitkeringsgerechtigde of degene die een uitkering aanvraagt.
De bepalingen van deze artikelen strekken ertoe de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen en de invordering van verschuldigde premies, alsmede opgelegde boeten en maatregelen, te vergemakkelijken.
Dit artikel regelt de bescherming van persoonlijke gegevens die in het kader van het verdrag worden uitgewisseld. Uitgangspunt is dat terzake de wetgeving van het verstrekkende land van toepassing is. Verdere verstrekking, wijziging of vernietiging van deze gegevens is onderworpen aan de wetgeving van het ontvangende land. Gebruik van persoonlijke gegevens voor andere doeleinden dan sociale zekerheid is in beginsel onderworpen aan de toestemming van de betrokkene. Voor Nederland is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) terzake relevant. Met deze wet is Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PbEG L 281) geïmplementeerd. Uitgangspunt van de wet is dat persoonsgegevens slechts worden doorgegeven naar een land buiten de Europese Unie indien dat land een passend beschermingsniveau waarborgt. Is daarvan geen sprake, dan is doorgifte niettemin mogelijk indien o.a. de betrokkene daarvoor zijn ondubbelzinnige toestemming heeft gegeven (artikel 77, eerste lid, onder a, Wbp, ter uitvoering van artikel 26, eerste lid, onder a, van de Richtlijn). Gelet op het feit dat de Nederlandse bevoegde organen bij de uitvoering van het verdrag de betrokkene vragen schriftelijk te verklaren ermee in te stemmen om zijn gegevens ter verificatie door te geven aan de autoriteiten van Botswana, kan in het midden blijven of Botswana een passend beschermingsniveau waarborgt.
Overigens is, los van de vraag of Botswana al dan niet een passend beschermingsniveau waarborgt, doorgifte van persoonsgegevens naar een land dat geen waarborgen voor een passend beschermingsniveau biedt, eveneens mogelijk indien de doorgifte noodzakelijk is vanwege een zwaarwegend algemeen belang, of voor de vaststelling, de uitvoering of de verdediging in rechte van enig recht (artikel 77, eerste lid, onder d, Wbp, ter uitvoering van artikel 26, eerste lid, onder d, van de Richtlijn). In dat kader zij gewezen op overweging 58 bij de hiervoor genoemde Richtlijn, waarin internationale gegevensuitwisselingen tussen voor de sociale zekerheid bevoegde diensten specifiek worden genoemd. Derhalve kan worden gesteld dat in het kader van de toepassing van het verdrag wordt voldaan aan de vereisten van de Wet bescherming persoonsgegevens en van de Richtlijn.
De artikelen bevatten achtereenvolgend bepalingen over de wijze waarop nadere overeenkomsten kunnen worden gesloten, de te gebruiken taal, de wijze waarop geschillen dienen te worden beslecht en de wijze waarop het verdrag gewijzigd kan worden.
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van het verdrag. Om de export van uitkeringen op grond van het verdrag zo spoedig mogelijk te hervatten, is de voorlopige toepassing van artikel 5 in het tweede lid opgenomen.
Het verdrag zal voor wat het Koninkrijk betreft alleen voor Nederland gelden.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H. A. L. van Hoof
De Minister van Buitenlandse Zaken,
B. R. Bot
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30506-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.