30 490 Kustwacht In Nederland

Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2016

Sinds 1 juli 2015 wordt de uitvoering van de Search and Rescue (SAR) taak met behulp van helikopters tijdelijk uitgevoerd door een marktpartij. Het huidige contract loopt tot 1 juli 2020 en na de volledige invoering van de NH»90 wordt de situatie opnieuw bezien.

Het afgelopen jaar zijn er in diverse media berichten verschenen, dat de door mij gecontracteerde helikopters niet zouden voldoen aan de gestelde eisen. Ik ben ook regelmatig in uw Kamer geweest om vragen van uw leden te beantwoorden en ook tijdens reguliere commissievergaderingen stond het onderwerp op de agenda. Eind 2015 heb ik toegezegd een onafhankelijk onderzoek uit te laten voeren door het Nederlands Lucht en Ruimtevaart Laboratorium (NLR) en in maart 2016 heb ik de resultaten daarvan aan uw Kamer doen toekomen (Kamerstuk 30 490, nr. 109). De uitkomsten van het door NLR uitgevoerde onderzoek bevestigden hetgeen ik in mijn brief van 30 oktober 2015 (Kamerstuk 30 490, nr. 25) had gemeld, namelijk dat een kwalitatief goede SAR-dienstverlening is gewaarborgd. De conclusie van NLR was dat de reddingshelikopters met uitrusting en personeel over het algemeen voldoen aan het programma van eisen. Er zijn vier gedeeltelijke tekortkomingen geconstateerd die inmiddels grotendeels zijn opgelost.

De Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers hield echter nog steeds zorgen over de geschiktheid van de gecontracteerde SAR helikopters en zoals ik u heb toegezegd heeft er een gesprek plaatsgevonden met de VNV.

Enkele opmerkingen en zorgen van de VNV heb ik ter harte genomen, hetgeen heeft geleid tot een betere beheersing van het contract. Een voorbeeld daarvan is dat RWS NLR heeft gevraagd om periodiek een audit uit te voeren op de technische geschiktheid van de SAR helikopters. Een aantal andere zorgen en bevindingen van de VNV hadden betrekking op het gehanteerde programma van eisen van de aanbesteding en die beschouw ik als nuttige input voor een eventueel volgend programma van eisen.

Op een aantal punten blijven de meningen echter uiteen lopen en deel ik de zorgen van de VNV niet:

  • 1. Volgens de VNV is het gebruikte helikoptertype te klein en te licht voor de missie benoemd in het Programma van Eisen, waardoor de invulling van de SAR taak ontoereikend is.

    Mede op grond van de eigen gewichtsberekening zijn NLR en RWS van mening dat het gebruikte helikoptertype wel groot en zwaar genoeg is voor de missie en daarmee wel toereikend is.

  • 2. De VNV constateert dat niet alle beschikbaar gemaakte helikopters dezelfde configuratie hebben. Twee helikopters hebben een 4-assige autopilot, twee helikopters hebben een 3-assige autopilot (niet geschikt voor hoisten oftewel het hijsen met een kabel, van drenkelingen buiten de Uniforme Daglicht Periode).

    De twee primaire SAR helikopters zijn voorzien van een 4-assige autopilot en voldoen daarmee aan de eis. De acceptatie dat de twee back-up helikopters een beperktere configuratie hebben t.a.v. de SAR-taak is een bewuste keuze van RWS geweest en deze keuze zal worden gehandhaafd.

  • 3. Het helikopter type is niet gecertificeerd om te opereren in «limited icing conditions» en er was ten tijde van de gunning geen vigerende regelgeving hiervoor. Bij gebrek daaraan heeft RWS aangegeven dat onder «limited icing conditions» dient te worden verstaan de mogelijkheid om «icing conditions» te detecteren en hier vervolgens op te handelen. Dit houdt concreet in dat na vaststelling van vochtig vriesweer, de piloot deze weersomstandigheden kan vermijden/verlaten en een andere route kan zoeken. Het NLR bevestigd in haar rapportage dat de SAR helikopters aan deze tendereis voldoen.

Rijkswaterstaat is van mening dat er geen aanleiding is om de aanbesteding opnieuw uit te voeren nu ook uit de onafhankelijke onderzoeken van het NLR blijkt dat de helikopterconfiguratie voldoet aan de gestelde eisen. Rijkswaterstaat blijft in reguliere gesprekken met de huidige opdrachtnemer de mogelijkheden onderzoeken voor verbeteringen passend binnen de afspraken van het huidige contract.

De huidige helikopters voldoen aan de gestelde eisen en met het nieuwe contract voor SAR-dienstverlening wordt er met nog beter toegeruste helikopters dan voorheen gevlogen. Ook is de reddingcapaciteit van de helikopters vergroot van 4 naar 16 personen. Ik ben dan ook van mening dat met het huidige contract, in afwachting van de NH90 helikopters van Defensie, tot 1 juli 2020 kwalitatief goede SAR dienstverlening is gewaarborgd.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven