30 490
Kustwacht In Nederland

nr. 11
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 januari 2009

Hierbij bieden wij u, mede namens de ministers van Financiën, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Justitie en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de tweede Tussenrapportage aan over voortgang van de ontwikkeling van de Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl (bijlage 1). Dit in overeenstemming met de toezegging tijdens het Algemeen Overleg van 15 maart 20061 en het Algemeen Overleg van 17 januari 20082. Met deze rapportage stellen wij u op de hoogte van de huidige stand van zaken en noemen wij de ontwikkelingen die in gang zijn gezet.

Tevens bied ik, de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, u het Activiteitenplan en Begroting (APB) 2009, het Dienstverleningsplan 2009 en het Handhavingsplan 2009 van de Kustwacht Nederland aan (bijlagen 3 t/m 5)3. De Ministerraad heeft op 19 december 2008 ingestemd met de bovengenoemde plannen. In bijlage 2 wordt een korte toelichting gegeven op het karakter van genoemde plannen.

Het afgelopen jaar zijn wederom goede stappen gezet en is het transitieproces naar een Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl nog verder vorm en inhoud gegeven. In 2009 zal het functioneren van de Kustwacht Nieuwe Stijl worden geëvalueerd.

We hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

BIJLAGE 1

TWEEDE TUSSENRAPPORTAGE KUSTWACHT NEDERLAND NIEUWE STIJL

1. Inleiding

In november 2006 heeft de Ministerraad het «Besluit instelling Kustwacht» vastgesteld. De Kustwacht was tot dat moment een samenwerkingsverband van zes ministeries. Vanaf 1 januari 2007 is de Kustwacht één organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

Met het Instellingsbesluit wordt door de betrokken ministers de uitvoering van een deel van het beleid en de wet- en regelgeving bij de Kustwacht belegd met als doel een effectieve en efficiënte uitvoering van een aantal overheidstaken op de Noordzee. Achtergronden van deze omvorming zijn de rapporten van de Algemene Rekenkamer (ARK) van 1998 en 2005, de Evaluatie Kustwacht 2003 (Directoraat Generaal Goederenvervoer van het ministerie van Verkeer en Waterstaat) en de Kamermotie Van Hijum en Van der Ham (Kamerstukken II, 2004/05 29 800 XII, nr. 19). Hierin wordt gevraagd het beheer van de Kustwacht onder te brengen bij één departement en de capaciteit af te stemmen op een gedegen analyse van de risico’s op de Noordzee.

Voorts sluit de omvorming van de Kustwacht aan bij de ambities van het kabinet voor de verbetering van de kwaliteit van het openbaar bestuur en bij het Integraal Beheerplan Noordzee 2015.

De Kustwacht Nederland Nieuwe stijl is een goed voorbeeld van «de Andere Overheid», waarbij de overheid een krachtig instrument in handen krijgt om effectief en efficiënt op te treden. De Kustwacht wordt daarbij, zichtbaar voor de samenleving, op een beleidsmatige en zakelijke manier aangestuurd.

2. Stand van zaken

Om de huidige stand van zaken met betrekking tot de omvorming naar een Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl weer te geven, is uitgegaan van het besluit van de Ministerraad over de Kustwacht. Hieruit vloeit een tweetal speerpunten voort, welke de basis vormt voor deze tussenrapportage:

• Versterking van de aansturing. De van de Kustwacht verlangde output wordt transparanter en het wordt scherper inzichtelijk gemaakt dat deze ook wordt geleverd;

• Vergroten van de effectiviteit van de Kustwacht.

2.1 Aansturing van de Kustwacht

Het eerder genoemde besluit van de Ministerraad over de Kustwacht is verwerkt tot het «Besluit instelling Kustwacht» dat in november 2006 is gepubliceerd. Met dit besluit is de nieuwe Kustwacht per 1 januari 2007 van start gegaan. De Kustwacht is daarbij niet langer een samenwerkingsverband, maar één organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Dit heeft grote gevolgen voor de werkwijze van de Kustwacht én de daarbij betrokken ministeries.

De aansturing van de Kustwacht is versterkt. De minister van Verkeer en Waterstaat is coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden en als zodanig coördineert hij de voorbereiding van de besluitvorming in de Ministerraad over de opdrachtformulering voor de Kustwacht. De verantwoordelijkheid voor het beheer en de taakuitvoering van de Kustwacht is nu belegd in één hand, bij de minister van Defensie. De directeur Kustwacht draagt de dagelijkse verantwoordelijkheid voor de uitvoering van een heldere en haalbare opdracht, die hij jaarlijks van de Ministerraad krijgt. De opdracht is gebaseerd op beleid en wordt voorbereid door de Raad voor de Kustwacht.

In de Raad voor de Kustwacht zijn alle opdrachtgevende departementen vertegenwoordigd en de Raad heeft tot taak de minister van Verkeer en Waterstaat bij te staan. De Raad doet dit door het stellen van beleidsprioriteiten in het Handhavingsplan en het Dienstverleningsplan en door, indien nodig, op te treden als besluitvormend orgaan ten aanzien van knelpunten die bij de uitvoering van kustwachttaken zijn ontstaan.

Niet veranderd is de beleidsverantwoordelijkheid van de vakdepartementen.

Daarnaast is er een «Kustwachtdriemanschap», bestaande uit:

• De Hoofdingenieur-directeur van de dienst Noordzee van Rijkswaterstaat, door de Raad voor de Kustwacht aangewezen als gedelegeerd opdrachtgever op het gebied van dienstverleningstaken;

• De voorzitter van de Permanente Kontaktgroep Handhaving Noordzee, door de Raad aangewezen als gedelegeerd opdrachtgever voor de handhavingstaken;

• De directeur Kustwacht, als opdrachtnemer verantwoordelijk voor de uitvoering van de kustwachttaken.

Het «Kustwachtdriemanschap» ziet toe op de uitvoering van de opdracht van de ministerraad.

De Raad voor de Kustwacht heeft eind 2007 het Sturingsmodel Kustwacht vastgesteld. In het Sturingsmodel wordt nader omschreven op welke wijze de in het instellingsbesluit omschreven aansturing van de Kustwacht plaatsvindt en waarin het financieel spelregelkader voor de kosten van de Kustwacht is opgenomen. Het Sturingsmodel stelt de kaders waarbinnen en op welke manier de Kustwacht wordt aangestuurd, zodanig dat zowel voor de Kustwacht zelf, als voor de opdrachtgevers, leveranciers en beheerder een werkzame en beheersbare situatie ontstaat.

Inmiddels wordt volgens het Sturingsmodel en de daarin beschreven planning & control cyclus gewerkt. Met deze P&C cyclus als uitgangspunt zijn voor 2008 het Dienstverleningsplan en Handhavingsplan opgesteld. Op basis van deze plannen heeft de directeur Kustwacht het Activiteiten Plan en Begroting (APB) 2008 kunnen opstellen. In het APB worden de taken op outputsturing vastgelegd en zijn prestatie-indicatoren (PIN’s) opgenomen. De plannen voor 2008 zijn in december 2007 vastgesteld door de Ministerraad.

Op basis van de in het APB opgenomen PIN’s legt de directeur Kustwacht viermaandelijks verantwoording af aan de Raad voor de Kustwacht.

Met vrijwel alle deelnemende departementen heeft de directeur Kustwacht inmiddels Operationele Overeenkomsten afgesloten. In deze Overeenkomsten worden op een zakelijke manier afspraken gemaakt over de input van mensen en middelen die de opdrachtgevende departementen aan de directeur Kustwacht beschikbaar stellen voor het uitvoeren van de activiteiten zoals beschreven in het APB.

In 2009 wordt in opdracht van de Raad voor de Kustwacht een evaluatie van het Sturingsmodel uitgevoerd, waarbij op basis van de opgedane praktijkervaring het Sturingsmodel verder kan worden verbeterd.

Hoewel alle belangrijke verbeteringen zijn doorgevoerd, is daarmee de conversie naar de nieuwe Kustwacht nog niet voltooid en zal de komende jaren nog aandacht aan de implementatie van deze sturingsinstrumenten moeten worden besteed.

2.2 Vergroten van de effectiviteit van de Kustwacht

2.2.1 Effectief gebruik van mensen en middelen

Met wisselende combinaties van opstappers en luchtwaarnemers van verschillende in kustwachtverband opererende diensten worden momenteel controles uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een zichtbare efficiencywinst. Zo is de verhouding tussen het aantal vaaruren en het aantal uitgevoerde controles bijvoorbeeld bij de douane/grens controles met ruim 25% verbeterd.

De komende periode zullen toezichts- en opsporingsbevoegdheden ter zake van kustwachttaken verruimd worden door de in kustwachtverband betrokken handhavers de status van Kustwachtopsporingsambtenaar (hierna KOA) te verlenen. Het is de bedoeling dat de KOA bij vaststelling dan wel redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit te allen tijde proces-verbaal zal kunnen opmaken. Hiervoor zal de navolgende – tweeledige – aanpak gevolgd worden.

Op de korte termijn is gekozen voor een pragmatische aanpak, zodat opstappers, luchtwaarnemers evenals de personen die de handhavingdesk bezetten zo snel mogelijk opsporingsbevoegd worden ten aanzien van veel voorkomende strafbare feiten op de Noordzee. Het Openbaar Ministerie (OM) zal daartoe een aanwijzing opstellen, waarin met naam genoemde ambtenaren door de hoofdofficier van het Functioneel Parket worden aangewezen om, in het geval van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit, onderzoek te verrichten en proces-verbaal op te maken. De toezichts- en controlebevoegdheden kunnen echter niet door het OM worden aangewezen. De in kustwachtverband betrokken ministeries zijn dienaangaande zelf verantwoordelijk voor de overdracht van de aan hen wettelijk toegewezen taken van toezicht.

Momenteel hebben alle betrokken opsporingsambtenaren bij de kustwachttaken opsporingsbevoegdheden. Omdat in kustwachtverband gewerkt wordt met specifieke kustwachttaken waarvoor een ieder bevoegd moet worden is het op de langere termijn nodig om de opsporingsbevoegdheden onder één noemer te brengen, te weten in de KOA. Op grond van een ministerieel Besluit (AMvB KOA) zullen personen aangewezen worden voor het verrichten van opsporingswerkzaamheden ten behoeven van de kustwachttaken. De voornoemde AMvB regelt louter de opsporingsbevoegdheden, derhalve dienen voor toezichts- en controlebevoegdheden de betrokken ministeries de eigen toezichtswet- en regelgeving aan te passen, zodat die personen die in het Besluit KOA staan vermeld worden aangewezen als bevoegd toezichthouders.

Nadat de opleidingseisen nader zijn geformuleerd, kan in 2009 worden gestart met de daarvoor benodigde opleidingen.

Op het moment dat alle opstappers en luchtwaarnemers van de handhavingdiensten en het personeel van de Handhavingsdesk breed bevoegd zijn op een beperkt aantal overtredingen van de andere diensten, betekent dit dat het rendement van alle diensten sterk toeneemt. Dit zal zeker verdere efficiencywinst opleveren in de wijze waarop de Kustwacht handhaaft.

Sinds deze zomer is de Maritieme Kamer van de Koninklijke Marechaussee geplaatst bij het Korps Landelijke Politiediensten/Unit Noordzee waardoor de samenwerking verder geïntensiveerd wordt en het uitwissen van informatie tussen beide diensten vergemakkelijkt wordt.

2.2.2 Informatiegestuurd optreden (IGO)

De Kustwacht moet hét informatiecentrum voor de handhaving op zee worden van waaruit informatiegestuurd wordt opgetreden.

De Raad voor de Kustwacht heeft in 2008 het Informatieplan Kustwacht vastgesteld.

In het informatieplan worden de benodigde informatiebehoeften, informatieproducten en de werkwijze van het informatiecentrum van de Kustwacht en de gerelateerde diensten in kaart gebracht. Tevens wordt aangegeven aan welke middelen en relaties op het gebied van gegevensuitwisseling tussen de betrokken diensten behoefte is.

Systemen zoals radar, Automatic Identification System (AIS), Vessel Monitoring System (VMS), satellietbeelden en Long Range Identification and Tracking (LRIT) vormen de middelen om de informatiepositie te versterken en een actueel beeld van de situatie op de Noordzee te genereren.

De handhavingsdesk, met een 24 uurs-bezetting door handhavers van verschillende departementen, heeft zich als een belangrijk onderdeel van IGO in de praktijk bewezen. De handhavingsdesk maakt deel uit van het Coördinatie en Communicatiecentrum (CCC) op het Kustwachtcentrum in Den Helder. De medewerker van de handhavingsdesk analyseert het actuele beeld en koppelt dit aan de handhavingactiviteiten van de Kustwacht. Meest in het oog springend zijn de resultaten op het gebied van de verplichte tankerroutering in de Noordzee en handhaving van de verkeersregels in en nabij verkeersscheidingsstelsels waarbij in 2007 voor ruim 500 000 euro aan boetes is opgelegd aan ruim 190 schepen. Het aantal overtredingen in 2007 is met 66 % afgenomen ten opzichte van de pilot periode in 2006. Een resultaat dat zou kunnen worden gekwalificeerd als een effect/outcome van gerichte handhaving op de tankerroutering.

Minstens zo belangrijk maar minder zichtbaar zijn de vele dagelijkse informatie-uitwisselingen met de landzijde van de handhavingdiensten. Zo is er in 2008 (in de periode t/m 7 september) 1244 keer contact geweest tussen de Handhavingsdesk op het Kustwachtcentrum en verschillende handhavingsdiensten op land geweest en hebben deze contacten geresulteerd in 269 fysieke controles op land.

2.2.3 Verwerving middelen

Financiën

In de zomer van 2007 hebben alle departementen een éénmalige budgetoverheveling (met deels structurele doorwerking) uitgevoerd om de volwassen start van de Kustwacht Nieuwe Stijl mogelijk te maken. Op basis hiervan kon het Kustwachtcentrum worden versterkt met 7 nieuwe medewerkers en kon geïnvesteerd worden in het vergroten van de radardekking.

Schepen

De Ministerraad heeft besloten om de (vier) schepen voor de Kustwacht onder te brengen bij de Rijksrederij. De daarmee samenhangende overdracht van middelen wordt voorzien per 1 januari 2009. In de tussentijd staan de schepen wel onvoorwaardelijk ter beschikking van de Kustwacht.

Vliegtuigen

Eind 2007 is het oude Kustwachtvliegtuig vervangen door twee nieuwe toestellen waardoor de beschikbaarheid is vergroot. In deze situatie moet er nu altijd een operationeel toestel beschikbaar zijn voor de Kustwachttaken. De twee nieuwe1 Kustwachtvliegtuigen zijn juli 2008 door het ministerie van Verkeer en Waterstaat overgedragen aan het ministerie van Defensie. De vliegtuigen zijn op vliegveld Schiphol geplaatst en zijn civiel geregistreerd.

De twee nieuwe vliegtuigen stellen de Kustwacht nog beter in staat om de Kustwachttaken uit te voeren. Met de allernieuwste technische apparatuur kan de Kustwacht Search and Rescue-acties beter uitvoeren en meer ondersteuning bieden bij incidenten en handhavingstaken. De vliegtuigen kunnen met infraroodcamera’s bijvoorbeeld ’s nachts schepen herkennen, olie detecteren en drenkelingen opsporen.

De twee nieuwe vliegtuigen zijn het afgelopen jaar verminderd inzetbaar geweest vanwege technische problemen. Desondanks is de inzetbaarheid ten opzichte van de situatie van voor 2007 waarbij er met één Kustwachtvliegtuig werd gevlogen, toegenomen. Er wordt op dit moment hard gewerkt om de beschikbaarheid verder te vergroten.

Op dit moment zijn de vliegtuigen op een «3-uur-notice» inzetbaar. Het streven is om het aantal vliegtuigbemanningen van vier naar zeven uit te breiden. Hiermee wordt gewerkt aan een inzetbaarheid van het vliegtuig binnen 1 uur na alarmering gedurende 365 dagen per jaar.

Een punt van aandacht is het realiseren van voldoende vliegers. Onder de huidige marktomstandigheden gebeurt het regelmatig dat door Defensie opgeleide vliegers de overstap naar de burgerluchtvaart maken. Het blijkt erg lastig om het gewenste aantal piloten voor de Kustwachtvliegtuigen (14) binnen te halen en binnen te houden.

3. Evaluatie

Ter ondersteuning van het veranderproces is een evaluatieplan opgesteld en door de Raad voor de Kustwacht vastgesteld op 23 april 2007. Tevens heeft de Raad voor de Kustwacht ingestemd met het voorstel om tussentijdse metingen uit te voeren om het veranderproces te evalueren en, waar nodig, bij te sturen. De eerste tussentijdse meting was een nulmeting (T0) die in 2007 is uitgevoerd. Op basis van het evaluatieplan en de in de nulmeting geconstateerde knelpunten is een prioriteitenlijst opgesteld met daarin de noodzakelijke veranderacties die nodig zijn om de Kustwacht Nieuwe Stijl te realiseren.

Deze veranderacties zijn uitgezet in een planningschema. De tweede tussenmeting (T1) is medio 2008 uitgevoerd. Doel van de T1 meting is om vast te stellen in hoeverre de in de prioriteitenlijst opgenomen veranderacties zijn uitgevoerd, het veranderproces op schema ligt en op welke punten dient te worden bijgestuurd in het veranderproces.

Naar aanleiding van de uitgevoerde T1 meting zal de komende tijd het accent gelegd worden op:

• de verdere uitvoering van de veranderacties;

• het implementeren van de Kustwachtopsporingsambtenaar;

• verder investeren in de interdepartementale samenwerking.

In het 3e kwartaal van 2009 zal, in opdracht van de Raad voor de Kustwacht, een eindevaluatie (T2) uitgevoerd worden. Daarnaast heeft het college van de Algemene Rekenkamer aangegeven dat het voornemens is om eind 2009 een terugblikonderzoek te verrichten naar het functioneren van de Nederlandse Kustwacht.

4. Internationale samenwerking

Tijdens het Algemeen Overleg van 17 januari 20081 is toegezegd dat in deze Tussenrapportage uitgebreider zal worden ingegaan op de samenwerking met de (kustwacht)autoriteiten van Duitsland en België.

De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Kustwachten in Europa zijn zeer verschillend. Op het gebied van Search and Rescue (SAR) echter is er eenduidigheid conform de richtlijnen van de International Maritime Organisation (IMO). Het Nederlandse Kustwachtcentrum heeft als Joint Rescue Coordination Centre (JRCC) directe en snelle contacten met de andere Europese Rescue Coordination Centres waaronder die van Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk. Met Duitsland heeft de Kustwacht daarnaast een aparte overeenkomst aangaande de Emergency Towing Vessels van beide landen over wederzijdse assistentie. Het voorgaande laat onverlet de samenwerking van de Kustwacht met andere Europese organisaties.

In november 2007 is de Nederlandse Kustwacht formeel lid geworden van de North Atlantic Coast Guard Forum. Dit Forum bestaat nu uit 20 aan de Atlantische Oceaan en de Baltische Zee grenzende landen waaronder de Verenigde Staten, Rusland en Canada. Het Forum heeft ten doel op vrijwillige en vrijblijvende basis informatie te delen, ervaringen uit te wisselen en oefeningen te houden. Het Forum kent een aantal onderliggende expertgroepen.

5. Slot

Het afgelopen jaar zijn wederom verschillende stappen gezet om de aansturing van de Kustwacht verder te verbeteren:

• De Kustwacht werkt volgens het door de Raad voor de Kustwacht vastgestelde Sturingsmodel Kustwacht;

• De Raad voor de Kustwacht heeft het Informatieplan Kustwacht vastgesteld;

• In de zomer van 2007 hebben alle departementen budget naar Defensie overgeheveld, op basis waarvan het Kustwachtcentrum is versterkt met 7 nieuwe medewerkers en geïnvesteerd is in het vergroten van de radardekking;

• Eind 2007 is het oude Kustwachtvliegtuig vervangen door twee nieuwe toestellen, waardoor de beschikbaarheid is vergroot;

• Voor 2008 zijn het Dienstverleningsplan en Handhavingsplan opgesteld op basis waarvan de directeur Kustwacht het Activiteiten Plan en Begroting (APB) 2008 heeft kunnen opstellen. In het APB worden de taken op outputsturing vastgelegd en zijn prestatie-indicatoren (PIN’s) opgenomen.

• Met vrijwel alle deelnemende departementen heeft de directeur Kustwacht inmiddels Operationele Overeenkomsten afgesloten.

Voorts wordt structureel gewerkt aan de verbetering van de effectiviteit van de Kustwacht, waarbij de eerste verbeteringen in termen van efficiencywinst ook zichtbaar beginnen te worden.

Met de verdere uitvoering van de nog resterende veranderacties, het implementeren van de Kustwachtopsporingsambtenaar en het verder investeren in de interdepartementale samenwerking hebben wij er alle vertrouwen in dat de Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl in 2009 naar de gewenste situatie toe zal groeien.

Overzicht Kustwachttaken en productiecijfers

De Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl levert een bijdrage aan:

• Een verantwoord gebruik van de Noordzee;

• De veiligheid op zee, zowel op het gebied van dienstverlening als van handhaving;

• Het toezien op de naleving van (inter-)nationale wetgeving en verplichtingen.

Voor de uitoefening van haar taken kan de Kustwacht beschikken over de volgende middelen:

• Twee patrouillevliegtuigen

• Een sleepboot

• Twee surveillancevaartuigen van de Douane1

• Een surveillancevaartuig van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit2

• Diverse vaartuigen van Rijkswaterstaat3

• Diverse vaartuigen van de Koninklijke Marechaussee

• Schepen en een helikopter van de Koninklijke Marine

• Diverse vaartuigen en een helikopter van de het Korps landelijke politiediensten (KLPD)

• Een helikopter van de Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie (NOGEPA)

• Vaartuigen van de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij (KNRM)

• Een reddingboot van de firma BST Dintelsas (Hellegat)

• Op basis van afspraken met de Duitse Küstenwache kan een beroep worden gedaan op Duitse noodsleepcapaciteit en (olie)bestrijding. Met de UK & Noord Ierland is een overeenkomst voor visserij-inspecties afgesloten.

Op basis van de afgesloten operationele overeenkomsten kan de Directeur Kustwacht voor de uitvoering van de Kustwachttaken beschikken over ter beschikking gesteld personeel van de Algemene Inspectiedienst (AID), Belastingdienst/Douane, Defensie/Koninklijke Marechaussee, Binnenlandse Zaken/KLPD en Rijkswaterstaat.

Hieronder volgt een overzicht van de verschillende Kustwachttaken op de beleidsterreinen dienstverlening en handhaving. Ook wordt een aantal productiecijfers van de Kustwacht in 2007 en 2008 gepresenteerd.

BELEIDSTERREINRESULTAATGEBIED KUSTWACHTTAAK PRODUCTIE 2007PRODUCTIE 2008 (t/m 2 november)
DIENSTVERLENING Optreden bij incidenten en calamiteiten 1. Nood-, Spoed en Veiligheidsverkeer 3 139 meldingen 2 997 meldingen
  2. Opsporing en Redding (SAR) – KWC betrokken bij 1641 incidenten – 358 Radio Medische Adviezen gegeven – 104 medische evacuaties uitgevoerd – 2749 varende en vliegende eenheden ingezet– KWC betrokken bij 1657 incidenten – 298 Radio Medische Adviezen gegeven – 78 medische evacuaties uitgevoerd – 2856 varende en vliegende eenheden ingezet
  3. Rampen- en Incidentenbestrijding – KWC betrokken bij 46 incidenten – 66 eenheden ingezet – 89 meldingen van drifters – 41 meldingen van verloren ankers en kettingen – 77 explosieven op het Belgisch en Nederlands plat geruimd – 18 explosieven op het Engels plat geruimd – KWC betrokken bij 66 incidenten – 97 eenheden ingezet – 102 meldingen van drifters – 33 meldingen van verloren ankers en kettingen – 141 explosieven op het Belgisch en Nederlands plat geruimd – 9 explosieven op het Engels plat geruimd
  4. Maritieme hulpverlening  
 Nautisch beheer 5. Verkeersdiensten Advisering bij 6 nieuwe olie en gas platformen en verschillende offshore windturbineparken Advisering bij 10 nieuwe olie en gas platformen en offshore windturbineparken
  6. Vaarwegmarkering In opdracht van DKW worden onderhouden: – 21 Lichtopstanden/vuurtorens – 1 Lichtplatform – 107 Lichtboeien – 28 Onverlichte objecten (Tonnen/Sparren) Beschikbaarheid meer dan 99,7 % In opdracht van DKW worden onderhouden: – 21 Lichtopstanden/vuurtorens – 1 Lichtplatform – 107 Lichtboeien – 28 Onverlichte objecten (Tonnen/Sparren) Beschikbaarheid meer dan 99,8%
  7. Zeeverkeersonderzoek   
HANDHAVINGAlgemene handhaving 8. Algemene politietaak – 812 dossiers behandeld – 215 processen verbaal – 161 parate executies – 782 dossiers behandeld (tm 15 november) – 183 processen verbaal(t/m 15 november) – 219 parate executies (t/m 15 november)
  9. Douanetoezicht 805 douanecontroles uitgevoerd 958 douanecontroles uitgevoerd
  10. Grensbewaking – 428 controles van vaartuigen uitgevoerd – 1757 personen gecontroleerd – 451 controles van vaartuigen uitgevoerd
 Verkeer en veiligheid11. Handhaving wetgeving m.b.t. scheepvaartverkeer – 88 overtredingen tankerroutering waargenomen – 210 overtredingen verkeersscheidingsstelsel waargenomen – 87 overtredingen tankerroutering waargenomen – 170 overtredingen verkeersscheidingsstelsel waargenomen
  12. Handhaving wetgeving m.b.t. uitrusting schepen – 147 bemanningscontroles visserijschepen – 138 certificaatcontroles visserijschepen – 117 bemanningscontroles visserijschepen – 93 certificaatcontroles visserijschepen
 Milieu 13. Handhaving milieuwetgeving  
 Visserij 14. Handhaving visserijwetgeving 611 controles uitgevoerd 369 controles uitgevoerd
 Offshore 15. Handhaving mijnwetgeving9 onaangekondigde inspecties uitgevoerd 2 onaangekondigde inspecties uitgevoerd

BIJLAGE 2

TOELICHTING DIENSTVERLENINGSPLAN 2009, HANDHAVINGSPLAN 2009, EN ACTIVITEITENPLAN EN BEGROTING 2009

De Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl is per 1 januari 2007 van start gegaan. Verkeer en Waterstaat is het coördinerend ministerie voor de Kustwacht en als zodanig coördineert zij de voorbereiding van de besluitvorming over het Handhavingsplan, het Dienstverleningsplan en het Activiteitenplan en Begroting. Volgens het Instellingsbesluit voor de Kustwacht van november 2006 stelt de Ministerraad de volgende documenten van de Kustwacht vast:

Activiteitenplan en Begroting (APB): plan waarin is vastgelegd welke producten in het kader van de Kustwachttaken in het komende jaar worden geleverd, welke middelen daarmee zijn gemoeid en welke prioriteitsvolgorde bij de uitvoering wordt gehanteerd. Een overzichtsbegroting maakt hiervan deel uit. De Directeur Kustwacht stelt het APB op. Het APB geeft aan op welke wijze de Directeur Kustwacht uitvoering geeft aan de opgedragen taken. In dit plan zijn de beleidsbehoeften uit het Dienstverleningsplan en Handhavingsplan zo optimaal mogelijk afgestemd op het beschikbare materieel, personeel en financiële middelen.

Dienstverleningsplan: plan waarin de gewenste output van de Kustwacht op het gebied van dienstverlening is geformuleerd voor het komende jaar. Het plan is opgesteld door Verkeer en Waterstaat/Rijkswaterstaat.

Handhavingsplan: plan waarin de gewenste output van de Kustwacht op het gebied van handhaving is geformuleerd voor het komende jaar. Dit plan wordt opgesteld door de Permanente Kontaktgroep Handhaving Noordzee (PKHN) onder de verantwoordelijkheid van Justitie.


XNoot
1

Functioneren Kustwacht Nederland, Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 060 en 30 490, nr. 7.

XNoot
2

Kustwacht In Nederland, Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 30 490, nr. 4.

XNoot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Het betreft 2 bestaande Dorniers 228–212 die zijn aangekocht en tot op het kale casco «gestript». Daarna zijn ze met nieuwe motoren, instrumenten, bedrading en andere specifieke uitrusting volledig opnieuw opgebouwd tot vliegtuigen die optimaal zijn afgestemd op de taken van de Kustwacht.

XNoot
1

Kustwacht In Nederland, Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 30 490, nr. 4.

XNoot
1

Vaartuigen zullen worden ondergebracht in de Rijksrederij

XNoot
2

Vaartuig zal worden ondergebracht in de Rijksrederij

XNoot
3

Vaartuigen zullen worden ondergebracht in de Rijksrederij.

Naar boven