30 489
Wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen)

nr. 6
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2006

Op 15 maart hebt u het wetstvoorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) ter behandeling ontvangen. Ik stel het op prijs dat uw Commissie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer onverwijld met de behandeling van dit wetsvoorstel een begin heeft gemaakt. Bij brief van 3 april 2006 heb ik dan ook al gereageerd op een verzoek dat de Griffier namens deze commissie heeft gedaan om opnieuw advies aan de Raad van State te vragen (Kamerstuk 30 489).

Thans doe ik u hierbij nog drie documenten toekomen1, die ik bij de behandeling van de begroting voor mijn departement voor het jaar 2006 aan uw Kamer heb toegezegd. Het eerste betreft de notitie«Koppeling van ruimtelijke besluitvorming en luchtkwaliteit», waarin een analyse is gemaakt van de voors en tegens van andere mogelijke ontkoppelingsvarianten. De notitie vormt daarmee een nadere onderbouwing van de keuze die in het wetsvoorstel gemaakt is. Het tweede document, de notitie «Besluiten luchtkwaliteit 2001 en 2005: Jurisprudentie en beleid», lost een toezegging in, die ik gedaan heb in de discussie over mogelijke gevolgen van de in het najaar van 2004 uitgebrachte Circulaire luchtkwaliteit en ruimtelijke ordening. In deze notitie geef ik aan hoe de jurisprudentie zich tot nu toe heeft ontwikkeld en hoe ik daarmee ben omgegaan in relatie tot het nieuwe Besluit luchtkwaliteit 2005 en het wetsvoorstel. Tot slot gaat hierbij het onderzoeksrapport «Internationale vergelijking implementatie EU-richtiljnen luchtkwaliteit» van de hand van Prof. dr. Ch. W. Backes. Dit rapport geeft een beeld van de wijze van implementatie van de richtlijnen op het gebied van luchtkwaliteit in een aantal andere EU-landen. Daarbij is niet alleen gekeken naar verschillen in regelgeving sec, maar voor een selectie van landen ook naar het rechtssysteem, het functioneren ervan en de wijze van omgaan met de regelgeving. Voor wat betreft Duitsland is ook een overzicht gegeven van recente jurisprudentie en zijn enkele luchtkwaliteitsplannen behandeld.

Binnenkort zal ik u nog nader informeren over de stand van zaken bij de acties die Nederland onderneemt in het kader van de behandeling van de nieuwe richtlijn in EU-verband.

In mijn eerder genoemde brief van 3 april 2006 heb ik aangegeven de Raad van State om voorlichting te zullen vragen over de opzet en de systematiek van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Dit verzoek heb ik inmiddels gedaan. Zodra ik die voorlichting heb ontvangen, zal ik die aan uw Kamer doen toekomen.

Ik spreek de hoop uit dat behandeling van het wetsvoorstel in uw Kamer voor de zomer mogelijk is. Dit zal er toe bijdragen dat de twee doelen die de regering met het luchtkwaliteitsbeleid nastreeft, namelijk het zo snel als redelijkerwijs mogelijk is voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen en het opheffen van de stagnatie in de voorbereiding van bouwplannen, zo snel mogelijk kunnen worden bereikt.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven