Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 september 2016
In 2014 verzocht ik de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)
het Modelreglement Embryowet aan te passen en daarbij aandacht te geven aan leeftijdsgrenzen
voor in vitrofertilisatie (IVF). Ik stuurde u die brief in afschrift toe1. Op 8 juli maakte de NVOG haar standpunt openbaar omtrent geassisteerde voortplanting
met gedoneerde gameten, gedoneerde embryo’s en draagmoederschap2. Dit betreft een breed standpunt op verzoek van de Staatscommissie Herijking ouderschap
en daarin heeft de NVOG ook mijn vraag beantwoord. De NVOG heeft mij daarover geïnformeerd
en is per brief ingegaan op de specifieke vragen die leven in verband met de leeftijdsgrens
voor vrouwen om in aanmerking te komen voor IVF.
Standpunt NVOG
De leeftijdsgrens die in Nederland wordt gehanteerd voor IVF met eigen eicellen is
43 jaar. Omdat op deze manier de kans op een zwangerschap na de leeftijd van 43 uiterst
klein is, acht de NVOG het wenselijk deze leeftijdsgrens te handhaven.
Een vrouw kan ook gebruik maken van donoreicellen bij IVF. Momenteel ligt de leeftijdsgrens
voor een wensmoeder die gebruik maakt van donoreicellen in Nederland op 45 jaar. Internationaal
verschilt deze leeftijdsgrens.
De kans op zwangerschap bij de wensmoeder is nauwelijks leeftijdsafhankelijk wanneer
er gebruik wordt gemaakt van donoreicellen, aldus de NVOG. Wel nemen de gezondheidsrisico’s
van zwangerschap op hogere leeftijd toe, wat maakt dat de NVOG aanbeveelt om de zwangerschap
niet onnodig uit te stellen. De NVOG meent echter dat recht kan worden gedaan aan
de wens uit de samenleving om de mogelijkheden van gebruik van geassisteerde voortplanting
uit te breiden tot op hogere leeftijd, zonder dat er onverantwoorde gezondheidsrisico’s
worden genomen.
De NVOG stelt voor om onder voorwaarden de leeftijdsgrens voor het ontvangen van donoreicellen
te verhogen tot een leeftijd van 50 jaar (tot en met 49 jaar). Voorafgaand aan een
eventuele behandeling wordt door een psychosociaal counselor met aandachtsgebied fertiliteit,
een gynaecoloog met aandachtsgebied voortplantingsgeneeskunde en een gynaecoloog-perinatoloog
samen met de wensmoeder een risico-inschatting gemaakt. Op die manier komt de individuele
gezondheidssituatie van de wensmoeder in beeld en kan een inschatting gemaakt worden
van de individuele gezondheidsrisico’s en de kans op een succesvolle zwangerschap.
Op basis daarvan wordt al dan niet gestart met de behandeling. Dezelfde lijn kan worden
gevolgd bij vrouwen wier eicellen vóór de leeftijd van 43 jaar zijn geoogst en die
na deze leeftijd nog in aanmerking willen komen voor terugplaatsing van een embryo.
Reactie
In het algemeen zijn de kansen op een gezonde zwangerschap groter als de moeder èn
de vader jonger zijn. Verschillende voorlichtingscampagnes zijn erop gericht om vrouwen
te informeren over een gezonde zwangerschap, zoals http://www.strakszwangerworden.nl/. Maar het leven laat zich niet altijd plannen. Daarom is dit standpunt van de NVOG
zo belangrijk: het vergroot de keuzemogelijkheden voor vrouwen en stellen om hun kinderwens
toch in vervulling te zien gaan. Dit kan de noodzaak om voor een dergelijke behandeling
naar het buitenland te gaan verkleinen.
Graag benadruk ik dat deze wijziging in medisch handelen geen gevolgen heeft voor
de vergoeding uit het verzekerde pakket. Geassisteerde voortplanting, óók met donoreicellen,
wordt vergoed tot en met een leeftijd van 43 jaar en dat blijft zo. Ik heb per 2013
in samenspraak met de sector bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd en ik zie geen aanleiding
om het Besluit zorgverzekering op dit punt aan te passen. Eind dit jaar verwacht ik
de cijfers over de pakketmaatregelen van het Zorginstituut Nederland en kan ik bezien
of de bezuinigingsdoelstellingen voor de voortplantingsgeneeskunde zijn behaald.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers