nr. 16
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt vervangen door:
ARTIKEL I. WET WERK EN BIJSTAND
In artikel 36 van de Wet werk en bijstand wordt onder vernummering van
het vijfde en zesde lid tot zesde en zevende lid, een nieuw vijfde lid ingevoegd,
luidende:
5. In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, verleent het college
op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 23 jaar of ouder
doch jonger dan 65 jaar:
a. ten aanzien van wie het college van oordeel is dat, gelet op de
zeer geringe hoogte van de inkomsten uit of in verband met arbeid in de periode,
bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en de zeer geringe duur van deze arbeid,
in redelijkheid niet gesproken kan worden van een feitelijke aanwezigheid
van arbeidsmartkperspectief, en;
b. die voldoet aan het eerste lid, onderdelen a, c en d.
Toelichting
Dit amendement zorgt ervoor dat het eenduidig is geregeld dat iedereen
die 60 maanden geen inkomsten uit of in verband met arbeid heeft gehad en
aan de overige voorwaarden voldoet recht heeft op de langdurigheidstoeslag.
Hier is geen discretionaire bevoegdheid voor de gemeenten van toepassing,
maar een wettelijk recht. Als iemand wel inkomsten uit arbeid heeft gehad,
maar deze inkomsten zeer gering waren dan wel van zeer geringe duur waren,
kan het college besluiten om iemand toch een langdurigheidstoeslag toe te
kennen. Dit laatste is de gemeentelijke discretionaire bevoegdheid om te beslissen.
Met dit amendement wordt de discretionaire bevoegdheid in de wet verankerd.
Noorman-den Uyl