nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING
Artikel I van het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel Aa komt te luiden:
Aa
Artikel 81, eerste lid, komt te luiden:
1. Een keuringsbewijs is geldig voor de duur van een jaar. Bij algemene
maatregel van bestuur wordt bepaald op welk tijdstip een keuringsbewijs geldigheid
verkrijgt en kan tevens voor verschillende groepen van voertuigen een langere
geldigheidsduur worden vastgesteld.
2. Onderdeel Ak komt te luiden:
Ak
Artikel 158 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens
deze wet zijn belast de in artikel 159 bedoelde personen en de bij besluit
van Onze Minister aangewezen personen, voor zover bij dat besluit is bepaald.
Zij beschikken daartoe over de in artikel 160, vierde lid, genoemde bevoegdheid
met betrekking tot het vervoeren van personen en over de bevoegdheid, genoemd
in artikel 160, vijfde lid.
2. In het derde lid wordt «tweede lid» vervangen door:
eerste of tweede lid.
Toelichting
In artikel 81, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 wordt de zinsnede «bepaalde
categorieën voertuigen» vervangen door «verschillende groepen
van voertuigen». Hiermee wordt de formulering van artikel 81, eerste
lid, terminologisch in overeenstemming gebracht met artikel 73, tweede lid.
In het wetsvoorstel is voorzien in een wijzing van artikel 158 van de
Wegenverkeerswet 1994. Dit artikel wordt zodanig gewijzigd dat de Minister
van Verkeer en Waterstaat de beschikking krijgt over de mogelijkheid om met
het toezicht op de naleving van hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald
ook personen te belasten die niet tevens met de opsporing van strafbare feiten
zijn belast. Voor een meer uitgebreid toelichting bij deze wijziging wordt
verwezen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel.
In de nieuwe tekst van artikel 158 is een zinsnede weggevallen, waardoor
toezichthouders niet langer beschikken over de bevoegdheid opgenomen in artikel
160, vijfde lid, van de wet. Dit is de bevoegdheid om een bestuurder van een
voertuig te onderwerpen aan een voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht,
de zogenaamde blaastest. Door middel van deze nota van wijziging wordt deze
omissie hersteld.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs