30 475
Regels over de informatie-uitwisseling betreffende ondergrondse netten (Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 22 juni 2006

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel h komt te luiden:

h. beheerder: degene die als natuurlijk persoon handelende in de uitoefening van een beroep of een bedrijf dan wel als rechtspersoon een net beheert;

2. In onderdeel k wordt «een of meer buisleidingen die behoren» vervangen door: een buisleiding die behoort.

3. In onderdeel l wordt «het geheel van informatie die» vervangen door: het geheel van informatie dat.

B

In artikel 9 wordt «de melding of het verzoek» vervangen door: een verzoek als bedoeld in artikel 7 of een melding als bedoeld in artikel 8.

C

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt de tweede volzin.

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. De beheerder treft binnen tien werkdagen na ontvangst van de mededeling, bedoeld in het tweede lid, de als gevolg van de melding, bedoeld in het eerste lid, noodzakelijke maatregelen.

D

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt de zinsnede «de liggingsgegevens, bedoeld in het eerste lid,»vervangen door: de met betrekking tot dat net bekende gegevens.

2. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Voor de toepassing van artikel 9 wordt de gemeente, bedoeld in het vierde lid, gelijkgesteld met een beheerder.

E

Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17

Op een gemeente die gegevens heeft ontvangen door toepassing van artikel 16, vierde lid, zijn de artikelen 10 en 15, tweede lid, van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de gemeente de met betrekking tot dat net bekende gegevens verstrekt, met inbegrip van eventuele correcties ingevolge artikel 15, tweede lid.

F

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt «de beheerder» en wordt «kan volgen» vervangen door: kan worden gevolgd.

2. In het vierde lid, onder a, wordt «de artikelen 6, tweede lid, 8, 14, eerste lid, 15, eerste lid, en 16, eerste en derde lid» vervangen door: de artikelen 6, tweede lid, 14, eerste lid, 15, eerste lid, en 16, eerste en derde lid.

G

Artikel 21, eerste lid, komt te luiden:

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2, 6, tweede lid, 8, 10, eerste lid, 13, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 14, eerste lid, 15, eerste en derde lid, 16, eerste en derde lid, 19, eerste en tweede lid, derde lid, onder a, b en c, vierde lid, onder a, b en d, 20, eerste lid, 42, 43, tweede, derde en vierde lid, 45 en 46, eerste lid, zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren.

H

Artikel 22 komt te luiden:

Artikel 22

Onze Minister is bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang ter handhaving van de verplichtingen, gesteld bij of krachtens de artikelen 2, 6, tweede lid, 10, eerste lid, 13, eerste, derde, vierde en vijfde lid, en 14, eerste lid, 19, eerste, tweede en derde lid, onder a en c, vierde lid, onder d, 42, 43, tweede, derde en vierde lid en 46, eerste lid, of van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht.

I

Artikel 23, tweede lid, komt te luiden:

2. Ingeval van overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 6, tweede lid, 8, 10, eerste lid, 13, eerste, vierde en vijfde lid, 14, eerste lid, 15, eerste en derde lid, 16, eerste en derde lid, 19, eerste en tweede lid, derde lid, onder a, b en c, vierde lid, onder a, b en d, 20, eerste lid, 42, 43, tweede, derde en vierde lid, 45 en 46, eerste lid, of van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht kan Onze Minister een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 100 000.

J

Artikel 42 komt te luiden:

Artikel 42

1. Binnen drie maanden na inwerkingtreding van artikel 6, eerste lid, meldt een beheerder bij de Dienst in welke gebiedseenheden hij een net beheert.

2. In afwijking van artikel 10 is een beheerder gedurende acht jaar na inwerkingtreding van artikel 6, eerste lid, niet verplicht om liggingsgegevens van netten die een verbinding vormen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdeel a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, aan de Dienst te verstrekken.

3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de melding, bedoeld in het eerste lid.

K

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Tot het moment van inwerkingtreding van artikel 5, eerste lid, verstrekt de beheerder, in afwijking van artikel 10, eerste lid, de informatie, bedoeld in artikel 10, aan degene die het verzoek, bedoeld in artikel 7, of de melding, bedoeld in artikel 8, heeft gedaan.

2. In het derde lid wordt «bij ministeriële regeling» vervangen door: bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

TOELICHTING

Onderdeel A

Met wijziging van onderdeel h worden particulieren, ter verduidelijking op het niveau van de formele wet, van het begrip van beheerder uitgezonderd. Tevens wordt hiermee voorkomen dat deze potentieel omvangrijke groep in de gedelegeerde regelgeving nog apart moet worden vrijgesteld (artikel 46, derde lid). Het is niet de bedoeling particulieren op het elektronische informatie-uitwisselingssysteem te moeten aansluiten. Professionele partijen (natuurlijke personen die een net beheren in het kader van een beroep of een bedrijf en rechtspersonen) vallen er wel onder, ongeacht of het beheren van netten een hoofdactiviteit is of slechts een bijkomende activiteit.

De wijzigingen in de onderdelen k en l betreffen technische aanpassingen.

Onderdeel B

Met deze wijziging worden redactionele verbeteringen in artikel 9 aangebracht.

Onderdeel C

Het splitsen van artikel 15, tweede lid, in twee leden maakt het ten eerste mogelijk om toezicht op de naleving van de plicht voor de netbeheerder in het nieuwe derde lid te houden, zonder dat de toezichthouder hierbij met toezicht op de Dienst wordt belast. Daarnaast voorziet de wijziging erin dat ook in de situatie voor inwerkingtreding van het elektronische informatiesysteem, een beheerder verplicht is maatregelen te nemen wanneer hij een melding ontvangt dat de door hem verstrekte liggingsgegevens niet correct zijn. De verwijzing naar artikel 15, tweede lid, in artikel 45, eerste lid, heeft dan immers slechts nog betrekking op de taak van de Dienst in de overgangssituatie.

Onderdeel D

Ingevolge artikel 9 bericht de Dienst alle beheerders die in een gebiedseenheid zijn geregistreerd wanneer een melding of verzoek binnenkomt. Met de wijziging wordt erin voorzien dat ook de gemeente die op grond van artikel 17 informatie over een weesleiding moet doorgeven, een dergelijk bericht van de Dienst ontvangt.

Onderdeel E

Door de wijziging in onderdeel E is het niet langer nodig artikel 9 in artikel 17 van overeenkomstige toepassing te verklaren. Verder wordt verduidelijkt dat de gemeente niet de volledige liggingsgegevens over de zogenoemde weesleiding hoeft door te geven, maar slechts de bekende gegevens zoals zij die van de Dienst heeft ontvangen.

Onderdeel F

Door de eerste wijziging kan de algemene maatregel van bestuur naar verwachting beter inspelen op de rol die betrokken partijen vervullen in relatie tot de verplichtingen van hoofdstuk 4. Het gaat daarbij om de soort calamiteiten waarbij bijvoorbeeld een beheerder of een overheid constateert dat graafwerkzaamheden onverwijld noodzakelijk zijn.

Daarnaast kan artikel 8 in de opsomming van artikel 19, vierde lid, onder a, worden verwijderd, aangezien in artikel 19, derde lid, onder b, al is voorzien in de mogelijkheid nadere regels te stellen over meldingen als bedoeld in artikel 8.

Onderdelen G, H en I

Met deze wijzigingen wordt voorzien in de mogelijkheid tot handhaving van krachtens dit wetsvoorstel gestelde regels. Verder is het ingevolge onderdeel C toegevoegde lid in de opsomming van de artikelen 21 en 23 opgenomen.

Onderdeel J

In de oorspronkelijke tekst zou het hebben van huisaansluitingen in een bepaalde gebiedseenheid na afloop van de termijn door een beheerder apart aangemeld moeten worden bij de Dienst. Aangezien de beheerder als beheerder van het hoofdnet – waar de huisaansluitingen bijhoren – al bij de Dienst bekend is, heeft deze melding bij nader inzien weinig meerwaarde. Het effect dat de afloop van de overgangstermijn in deze opzet heeft, is dat het niet meer toegestaan is de gegevens van de huisaansluitingen weg te laten uit de liggingsgegevens.

Onderdeel K

De eerste wijziging betreft een technische correctie. Met de tweede aanpassing wordt geregeld dat in de situatie voor inwerkingtreding van het elektronische informatiesysteem, nadere regels bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen worden gesteld, analoog aan artikel 19, eerste lid.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Naar boven