nr. 34
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 oktober 2008
In het NRC Handelsblad van 8 september 2008 verscheen een artikel
over de scriptie «Who is in charge, regulatory capture in de grondroerdersregeling
(WION)». Op uw verzoek1 treft u hierbij
mijn reactie op deze scriptie aan. Tevens heb ik op uw verzoek het EIM-rapport «Nulmeting
Grondroerdersregeling» uit 2007 bijgevoegd.
U vroeg mij aan te geven op wiens initiatief dit EIM-rapport is opgesteld
en waarom het tijdens de behandeling van de Wet Informatie Ondergrondse Netten
(WION) niet aan de Tweede en Eerste Kamer is aangeboden. Het rapport is opgesteld
op initiatief van EZ. Het is in oktober 2007 opgeleverd, dus na de behandeling
van de WION in de Tweede Kamer. Het rapport is sinds november 2007 publiekelijk
beschikbaar op de website van EZ. Destijds heb ik het niet toegezonden omdat
het rapport diende als nulmeting voor de evaluatie van de WION over vijf jaar
en naar mijn mening geen aanleiding gaf tot discussie over invoering van de
wet. Ik ben uiteraard graag bereid dit rapport mee te nemen in mijn reactie
op de scriptie.
De twee belangrijkste conclusies uit de scriptie zijn kort gezegd dat
de WION overbodig is omdat zelfregulering goed zou werken en dat de noodzaak
voor de wet met onjuiste gegevens zou zijn onderbouwd. In de bijlage2 ga ik uitgebreid in op waarom ik deze conclusies niet
deel. Hierbij alvast een beknopte reactie.
Ten eerste is naar mijn overtuiging de WION een nuttige wet om graafschade
terug te dringen. Niet alleen een economische kosten-batenanalyse, maar ook –
zoals door Uw Kamer altijd breed is gedeeld – de veiligheid van burgers
staat centraal.
Ten tweede wordt de noodzaak van de wet breed onderschreven door de sector.
Dat blijkt ook uit de recent door het KLO aan de Vaste Kamercommissie van
EZ gestuurde brief3. Voor mij is dat een belangrijk
signaal omdat het KLO partijen vertegenwoordigt voor wie we het doen en die
er mee moeten werken.
Ten derde kan de scriptie ertoe uitnodigen een discussie over schadecijfers
te starten. Dit lijkt mij niet zinvol. Deze cijfers speelden slechts gedeeltelijk
een rol bij de onderbouwing van de wet en meer exacte cijfers zijn niet beschikbaar.
De aan u verstrekte cijfermatige informatie is afkomstig van gerenommeerde
onderzoeksbureaus, is geconsulteerd met de sector en is gepresenteerd als
de best mogelijke schatting van dat moment. Zo moet het ook worden behandeld.
In de memorie van toelichting van de wet staat: «op dit moment bestaat
er geen betrouwbaar totaaloverzicht van het aantal schades aan kabels en leidingen
dat door graafwerkzaamheden is veroorzaakt». Juist in de wet is een
bepaling opgenomen om schadecijfers beter inzichtelijk te krijgen. Op deze
manier krijgen we met z’n allen een steeds beter beeld van de schades
die in de ondergrond optreden. De wet is nieuw en gedurende de uitvoering
zullen we veel nieuwe kennis en ervaring opdoen. Er zullen zich zaken voordoen
die we nu nog niet volledig kunnen overzien. Daarom zal de wet over vijf jaar
worden geëvalueerd, om te kunnen bijsturen waar nodig.
Tenslotte vind ik het jammer dat (als bijkomend effect) de goede naam
van onderzoeksbureaus in diskrediet wordt gebracht. Dit terwijl deze partijen
in een situatie met veel onzekerheden en gebrekkige brondata, met al hun deskundigheid
en naar eer en geweten zijn gekomen tot hun onderzoeksbevindingen.
Al met al is er voor mij geen aanleiding om nut en noodzaak van de WION
aan de hand van deze scriptie ter discussie te stellen.
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven