30 452
Wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens)

nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 11 oktober 2006

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel F, wordt in artikel 8.1 na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:

3. De luchthaven Lelystad is een luchthaven van nationale betekenis.

B

In artikel I, onderdeel L, wordt artikel 8a.50 als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het eerste tot en met derde lid tot tweede tot en met vierde lid, wordt een nieuw eerste lid ingevoegd, luidende:

1. De verbodsbepaling bedoeld in artikel 8.1a, eerste lid, is niet van toepassing op bij algemene maatregel van bestuur te bepalen luchtvaartuigen.

2. In het vierde lid wordt «eerste lid» vervangen door: tweede lid.

C

In artikel X vervalt in het eerste lid «en dat op grond van artikel 8.1, tweede lid, van de Wet luchtvaart van regionale betekenis is,».

Toelichting

De wijzigingen die in deze nota van wijziging worden aangebracht zijn reeds aangekondigd in de nota naar aanleiding van het verslag.

Onderdeel A

In de nota naar aanleiding van het verslag is in paragraaf 1.2 gemeld dat de luchthaven Lelystad vooralsnog een luchthaven van nationale betekenis zal blijven. Door de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat was in het algemeen overleg van 28 juni 2006 over het kabinetsstandpunt Schiphol al toegezegd dat de bevoegdheden voor deze luchthaven niet worden gedecentraliseerd als daar in het kader van dit wetsvoorstel om zou worden verzocht. Wat betreft de regionale luchthavens heeft het kabinet in zijn standpunt over Schiphol van april 2006 geconstateerd dat deze een beperkt potentieel hebben (blz. 18). Daarbij wordt verwezen naar de in paragraaf 2.2 aangehaalde verkenning van het Ruimtelijk Planbureau. De belangrijkste groei is mogelijk op de luchthaven van Lelystad. Op basis van een lange termijn verkenning naar de ontwikkeling van de mainport Schiphol die het kabinet in het kabinetsstandpunt Schiphol heeft aangekondigd, zal een nader standpunt over de positie van Lelystad worden ingenomen.

Onderdeel B

In paragraaf 1.2 van de nota naar aanleiding van het verslag is aangekondigd dat bij nota van wijziging een omissie in het wetsvoorstel zal worden hersteld. In het wetsvoorstel was abusievelijk nog geen grondslag voor luchtvaartuigen waarvoor het verbod om alleen te starten of te landen vanaf een daartoe aangewezen luchtvaartterrein niet van toepassing is. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om modelvliegen, kabelballonnen en zeilvliegen. Deze voorziening is op grond van de huidige Luchtvaartwet mogelijk op grond van artikel 14, tweede lid onderdeel a, en is verder uitgewerkt in artikel 1a van het Besluit inrichting en gebruik aangewezen luchtvaartterreinen. Om dit mogelijk te maken bevat de nota van wijziging een wijziging van artikel 8a.50. In het nieuwe eerste lid wordt bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke categorieën luchtvaartuigen het betreft. In het Besluit burgerluchthavens zal dit verder uitgewerkt worden.

Onderdeel C

De wijziging in onderdeel A beoogt de luchthaven Lelystad nationaal te houden. Voor deze luchthaven zal ook een overgangsbesluit gemaakt worden zodat de nieuwe regelgeving ook direct op die luchthaven van toepassing is. Daarom is het nodig de beperking dat alleen overgangsbesluiten voor luchthavens van regionale betekenis worden vastgesteld, te vervallen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Naar boven