nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 11 oktober 2006
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel F, wordt in artikel 8.1 na het tweede lid een
lid toegevoegd, luidende:
3. De luchthaven Lelystad is een luchthaven van nationale betekenis.
B
In artikel I, onderdeel L, wordt artikel 8a.50 als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het eerste tot en met derde lid tot tweede
tot en met vierde lid, wordt een nieuw eerste lid ingevoegd, luidende:
1. De verbodsbepaling bedoeld in artikel 8.1a, eerste lid, is niet
van toepassing op bij algemene maatregel van bestuur te bepalen luchtvaartuigen.
2. In het vierde lid wordt «eerste lid» vervangen door:
tweede lid.
C
In artikel X vervalt in het eerste lid «en dat op grond van artikel
8.1, tweede lid, van de Wet luchtvaart van regionale betekenis is,».
Toelichting
De wijzigingen die in deze nota van wijziging worden aangebracht zijn
reeds aangekondigd in de nota naar aanleiding van het verslag.
Onderdeel A
In de nota naar aanleiding van het verslag is in paragraaf 1.2 gemeld
dat de luchthaven Lelystad vooralsnog een luchthaven van nationale betekenis
zal blijven. Door de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat was in het
algemeen overleg van 28 juni 2006 over het kabinetsstandpunt Schiphol
al toegezegd dat de bevoegdheden voor deze luchthaven niet worden gedecentraliseerd
als daar in het kader van dit wetsvoorstel om zou worden verzocht. Wat betreft
de regionale luchthavens heeft het kabinet in zijn standpunt over Schiphol
van april 2006 geconstateerd dat deze een beperkt potentieel hebben (blz.
18). Daarbij wordt verwezen naar de in paragraaf 2.2 aangehaalde verkenning
van het Ruimtelijk Planbureau. De belangrijkste groei is mogelijk op de luchthaven
van Lelystad. Op basis van een lange termijn verkenning naar de ontwikkeling
van de mainport Schiphol die het kabinet in het kabinetsstandpunt Schiphol
heeft aangekondigd, zal een nader standpunt over de positie van Lelystad worden
ingenomen.
Onderdeel B
In paragraaf 1.2 van de nota naar aanleiding van het verslag is aangekondigd
dat bij nota van wijziging een omissie in het wetsvoorstel zal worden hersteld.
In het wetsvoorstel was abusievelijk nog geen grondslag voor luchtvaartuigen
waarvoor het verbod om alleen te starten of te landen vanaf een daartoe aangewezen
luchtvaartterrein niet van toepassing is. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om
modelvliegen, kabelballonnen en zeilvliegen. Deze voorziening is op grond
van de huidige Luchtvaartwet mogelijk op grond van artikel 14, tweede lid
onderdeel a, en is verder uitgewerkt in artikel 1a van het Besluit inrichting
en gebruik aangewezen luchtvaartterreinen. Om dit mogelijk te maken bevat
de nota van wijziging een wijziging van artikel 8a.50. In het nieuwe eerste
lid wordt bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld
welke categorieën luchtvaartuigen het betreft. In het Besluit burgerluchthavens
zal dit verder uitgewerkt worden.
Onderdeel C
De wijziging in onderdeel A beoogt de luchthaven Lelystad nationaal te
houden. Voor deze luchthaven zal ook een overgangsbesluit gemaakt worden zodat
de nieuwe regelgeving ook direct op die luchthaven van toepassing is. Daarom
is het nodig de beperking dat alleen overgangsbesluiten voor luchthavens van
regionale betekenis worden vastgesteld, te vervallen.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs