nr. 25
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID ROEMER TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDER NR. 23
Ontvangen 27 september 2007
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel K, komt artikel 8.58, tweede lid, te luiden:
2. De commissie bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en in ieder
geval uit vertegenwoordigers van:
a. elke gemeente waarin het beperkingengebied geheel of gedeeltelijk
is gelegen, waarvan tenminste één vertegenwoordiger van elke
gemeente een omwonende van de luchthaven is,
b. de exploitant van de luchthaven,
c. de verlener van luchtverkeersdienstverlening voor zover op de
luchthaven van toepassing, en
d. een rechtspersoonlijkheid bezittende milieuorganisatie.
II
In artikel I, onderdeel K, komt artikel 8.75, tweede lid, te luiden:
2. De commissie bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en in ieder
geval uit vertegenwoordigers van:
a. elke provincie waarin het beperkingengebied geheel of gedeeltelijk
is gelegen,
b. elke gemeente waarin het beperkingengebied geheel of gedeeltelijk
is gelegen, waarvan tenminste één vertegenwoordiger van elke
gemeente een omwonende van de luchthaven is,
c. de exploitant van de luchthaven,
d. de verlener van luchtverkeersdienstverlening voor zover op de
luchthaven van toepassing, en
e. een rechtspersoonlijkheid bezittende milieuorganisatie.
III
In artikel I, onderdeel M, wordt artikel 10.25, tweede lid, als volgt
gewijzigd:
1. De punt aan het slot van onderdeel d wordt vervangen door een
puntkomma.
2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. één of twee vertegenwoordigers van een rechtspersoonlijkheid
bezittende milieuorganisatie.
Toelichting
Op grond van het huidige artikel 28 van de Luchtvaartwet heeft de minister
de bevoegdheid een commissie van overleg en voorlichting omtrent de milieuhygiëne
rond een luchtvaartterrein in te stellen (de «milieucommissie»,
of «cie. 28»). Daarbij is wettelijk bepaald dat tot de vaste leden
van de commissie vertegenwoordigers van de omwonenden en van milieuorganisaties
behoren. Het wetsvoorstel voorziet hierin niet. Gelet op de impact die luchthavens
op de omgeving en het milieu kunnen hebben, dient echter wel in de wet te
worden vastgelegd dat vertegenwoordigers van de omwonenden en van milieuorganisaties
tot de vaste commissieleden behoren. Het wettelijk verankeren van de vaste
rol van de omwonenden en milieuorganisaties maakt de commissie bovendien geloofwaardiger
en betrouwbaarder.
Roemer