30 452
Wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens)

nr. 15
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 24 september 2007

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel A, vervalt het eerste onderdeel.

B

In artikel I, onderdeel K, wordt in artikel 8.44, derde lid, na de tweede volzin toegevoegd: Bij deze maatregel kan een onderscheid worden gemaakt tussen categorieën luchthavens en tussen vormen van luchtvaart die gebruik maken van luchthavens.

C

In artikel I, onderdeel K, wordt in artikel 8.47, tweede lid, de zinsnede «met dien verstande dat bij de toepassing van de artikelen 8.9, derde lid, en 8.12, derde lid, gedeputeerde staten in de plaats treden van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.» vervangen door: met dien verstande dat de verklaring van geen bezwaar, bedoeld in artikel 8.9, derde lid, respectievelijk de ontheffing, bedoeld in artikel 8.12, derde lid, wordt verleend door gedeputeerde staten.

D

In artikel I, onderdeel K, worden in artikel 8.52 de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt in de eerste volzin «is bevoegd» vervangen door: is gerechtigd.

2. In het derde lid wordt «de bevoegdheid» vervangen door: het recht.

E

In artikel IV wordt in het vierde onderdeel «Artikel X, eerste lid,» vervangen door: Artikel X.

F

In artikel IX worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het eerste lid wordt vervangen door:

1. Een aanwijzing van een burgerluchtvaartterrein, op grond van artikel 18 van de Luchtvaartwet, blijft geldig tot het tijdstip waarop voor die luchthaven de ministeriële regeling, bedoeld in artikel X, eerste lid, van deze wet, in werking is getreden.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «deze wet» vervangen door: artikel III, onderdeel C, van deze wet.

G

In artikel X wordt in het eerste lid de zinsnede «aan beide zijden van de start- en landingsbaan een punt vastgesteld» vervangen door: aan beide zijden in het verlengde van de middellijn van de start- en landingsbaan op 100 meter van het einde van de baan een punt vastgesteld.

H

In artikel XIII worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het opschrift wordt vervangen door:

ARTIKEL XIII (TIJDSTIP EERSTE LUCHTHAVENBESLUIT EN LUCHTHAVENREGELING BIJ AANGEWEZEN LUCHTHAVENS)

2. Na het tweede lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

3. Binnen vijf jaar na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel K, van deze wet wordt een luchthavenregeling als bedoeld in artikel 8.64, eerste lid, van de Wet luchtvaart, vastgesteld voor burgerluchthavens van regionale betekenis waarvoor op grond van artikel X een omzettingsbesluit is vastgesteld, maar waarvoor vaststelling van een luchthavenbesluit op grond van artikel 8.1a, derde lid, van die wet niet is vereist.

4. Binnen vijf jaar na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel K, van deze wet wordt een luchthavenregeling als bedoeld in artikel 8.77, eerste lid, van de Wet luchtvaart, vastgesteld voor burgerluchthavens van nationale betekenis waarvoor op grond van artikel X een omzettingsbesluit is vastgesteld, maar waarvoor vaststelling van een luchthavenbesluit op grond van artikel 8.1a, derde lid, van die wet niet is vereist.

I

In de artikelen XIII, eerste en tweede lid, XIV, eerste en vierde lid, XV, eerste lid, en XVI wordt de zinsnede «na inwerkingtreding van deze wet» telkens vervangen door: na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel K, van deze wet.

J

Na artikel XVI wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XVIa (AFHANDELEN OUDE VERZOEKEN BURGERLUCHTHAVENS)

1. Op verzoeken voor een aanwijzing voor een burgerluchtvaartterrein op grond van artikel 18 van de Luchtvaartwet of een wijziging daarvan op grond van artikel 27 van die wet die zijn ingediend voor de dag van publicatie in het Staatsblad, blijft het bepaalde bij of krachtens de artikelen 18 tot en met 27 van de Luchtvaartwet alsmede het bepaalde in het Structuurschema burgerluchtvaartterreinen of de Planologische kernbeslissing luchtvaartterreinen Maastricht en Lelystad van toepassing zoals die luiden op de dag voor inwerkingtreding van artikel III, onderdeel C, van deze wet.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een ambtshalve vaststelling van een aanwijzing of een wijziging daarvan.

K

In artikel XVII, eerste lid, wordt na de eerste volzin toegevoegd:

Op een op grond van artikel 30 Luchtvaartwet vast te stellen besluit blijft het bepaalde bij of krachtens de artikelen 18 tot en met 27 van de Luchtvaartwet alsmede het bepaalde in het Structuurschema burgerluchtvaartterreinen of de Planologische kernbeslissing luchtvaartterreinen Maastricht en Lelystad van toepassing zoals die luiden op de dag voor inwerkingtreding van artikel III, onderdeel C, deze wet.

L

In artikel XVIII, eerste en vierde lid, wordt de zinsnede «na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet» telkens vervangen door: na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel M, van deze wet.

M

In artikel XXIV worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het enige lid wordt genummerd tot eerste lid.

2. Na het eerste lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

2. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid dragen Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Defensie er zorg voor dat binnen een jaar een voordracht wordt gedaan tot wijziging van de bepaling van de Wet luchtvaart waarvan wordt afgeweken.

Toelichting

Algemeen

In deze nota van wijziging wordt een aantal technische wijzigingen aangebracht in het wetsvoorstel. Het betreft hierbij onder meer een nadere precisering van het tijdstip waarop onderdelen van de wet van kracht worden. Op grond van artikel XXV kunnen de onderdelen van deze wet op verschillende tijdstippen in werking treden. De beide tweede onderdelen van de wijzigingen van artikel IX en XIII en de wijzigingen van de artikelen XIII, eerste en tweede lid, XIV, XV, XVI en XVIII, eerste en vierde lid, strekken er toe beter aan te geven om welk deel van de wet het hier gaat.

Daarnaast betreft het enkele wijzigingen in het overgangsrecht bij burgerluchthavens die noodzakelijk zijn omdat bij indiening van het wetsvoorstel niet te voorzien was dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet een aantal lopende verzoeken op grond van de Luchtvaartwet nog niet zouden zijn afgerond. Het is hiervoor noodzakelijk de bepalingen van de Luchtvaartwet zoals die gelden op de dag voor inwerkingtreding van deze wet, nog van toepassing te verklaren. Tevens is het noodzakelijk dat er op dat moment een geldende Planologische Kernbeslissing (PKB) is. Met het oog hierop is tevens voorzien in het in stand houden van het Structuurschema burgerluchtvaartterreinen en de PKB luchtvaartterreinen Maastricht en Lelystad na respectievelijk 1 januari 2009 en 19 mei 2009; de datum waarop deze PKB’s komen te vervallen. Voor deze constructie is gekozen omdat, na de inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening, geen juridisch instrumentarium meer bestaat om de werkingsduur van PKB’s te verlengen en besluiten op grond van de Luchtvaartwet overeen moeten stemmen met een geldige PKB. De wijzigingen van artikel XVIa en XVII strekken hiertoe. De overige wijzigingen worden per onderdeel besproken.

A

Bij de wet van 5 juli 2006 tot wijziging van de Wet luchtvaart ter uitvoering van een viertal verordeningen van de Europese Unie op het terrein van luchtvaartuigen en de verzekering daarvan, passagiersrechten en beperking aansprakelijkheid van de luchthavencoördinator (Stb. 359) is de letteraanduiding van artikel 1.1 reeds vervallen. Deze wijziging kan daarom vervallen.

B

Deze wijziging maakt het mogelijk om in het op grond van artikel 8.44, derde lid, in de Regeling burgerluchthavens vast te stellen berekeningsmodel voor de geluidsbelasting van de luchthaven in handhavingspunten een onderscheid te maken tussen categorieën luchthavens en tussen vormen van luchtvaart. Hiermee wordt de mogelijkheid geschapen om bijvoorbeeld uit oogpunt van het beperken van de administratieve lasten een onderscheid te kunnen maken tussen een eenvoudig berekeningsmodel voor kleine luchthavens en een uitgebreider berekeningsmodel voor grote luchthavens.

C

De formulering van de voorgestelde bepaling leidde tot verwarring. Deze wijziging moet duidelijker tot uitdrukking brengen dat bij de toepassing van de artikelen 8.9, derde lid, en 8.12, derde lid, gedeputeerde staten het orgaan is dat de verklaring van geen bezwaar respectievelijk de ontheffing verleend.

D

In de memorie van toelichting is reeds gemeld dat de exploitant bij het vaststellen van tarieven niet bekleed is met openbaar gezag. De wijzigingen in de formulering van artikel 8.52 moeten dit duidelijker tot uitdrukking brengen.

E

Deze wijziging moet duidelijker tot uitdrukking brengen dat hier de gehele ministeriële regeling wordt bedoeld.

F, eerste onderdeel

In de eerste nota van wijziging is de luchthaven Lelystad vooralsnog een luchthaven van nationale betekenis verklaard. Toen is in artikel X tevens bepaald dat na inwerkingtreding van de wet er ook een omzettingsbesluit gemaakt wordt voor deze luchthavens. Op dat moment is verzuimd artikel IX dat de werkingsduur van de aanwijzingen regelt aan te passen. Hiertoe strekt het eerste onderdeel van deze wijziging.

G

Inmiddels is gekozen voor een exactere omschrijving van de plaats waar de handhavingspunten die betrekking hebben op de start- en landingsbaan moeten zijn gelegen. Deze omschrijving is voor luchthavenbesluiten opgenomen in het Besluit burgerluchthavens. Dit dient op gelijke wijze opgenomen te worden in het omzettingsbesluit.

H

Op grond van artikel X van het wetsvoorstel worden alle aanwijzingen van burgerluchthavens omgezet in omzettingsbesluiten. In het wetsvoorstel is bepaald dat voor luchthavens waarvoor vaststelling van een luchthavenbesluit is vereist, binnen 5 jaar na inwerkingtreding van de wet een beslissing moet worden genomen over het gebruik van de luchthaven en een luchthavenbesluit moet worden vastgesteld. De kans is aanwezig dat enkele luchthavens die thans beschikken over een aanwijzing en die dus een omzettingsbesluit krijgen, op grond van de criteria voor de verplichte vaststelling van een luchthavenbesluit in aanmerking kunnen komen voor een luchthavenregeling. Deze wijziging bepaalt het tijdstip waarop voor deze luchthavens een besluit moet worden genomen. Ook voor deze luchthavens geldt dat er binnen 5 jaar een luchthavenregeling moet worden vastgesteld.

J

Artikel XVIa maakt het mogelijk om aanvragen voor een aanwijzing van een luchtvaartterrein of een wijzing daarvan die zijn ingediend voor de dag van publicatie van de wet in het Staatsblad nog af te handelen overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Luchtvaartwet. Dit kan van belang zijn in een situatie dat op een aanvraag nog niet is beslist, maar de bepalingen van de Luchtvaartwet zijn komen te vervallen omdat artikel III, onderdeel C, van de wet in werking is getreden. Hetzelfde is van belang bij een ambtshalve aanwijzing of een ambtshalve wijziging daarvan.

M

In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is aangegeven dat, indien gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om in verband met de goede invoering van het nieuwe stelsel af te wijken, zo spoedig mogelijk zal worden overgegaan tot wijziging van de Wet luchtvaart. Deze wijziging strekt ertoe vast te leggen dat een voorstel daartoe binnen een jaar ter advisering aan de Raad van State moet worden aangeboden.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

De staatssecretaris van Defensie,

C. Van der Knaap

Naar boven